Klas A3 week 6 les 1

Bienvenu(e)s!

Lesdoelen (buts)

Je gaat nieuwe Franse woorden leren die te maken hebben met mensen en activiteiten beschrijven
Wat ga je doen?
Ga naar Naslag Chapitre 1
7. Vocabulaire B
Schrijf in jouw vocabulaireschrift/map 
met een vouw in het midden
links: Frans
rechts: Nederlands
de woorden/zinnen van voca B op
Klaar? Bedek de Nederlandse vertaling en kijk welke zinnen je al kent. Werk met * en potlood
1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Bienvenu(e)s!

Lesdoelen (buts)

Je gaat nieuwe Franse woorden leren die te maken hebben met mensen en activiteiten beschrijven
Wat ga je doen?
Ga naar Naslag Chapitre 1
7. Vocabulaire B
Schrijf in jouw vocabulaireschrift/map 
met een vouw in het midden
links: Frans
rechts: Nederlands
de woorden/zinnen van voca B op
Klaar? Bedek de Nederlandse vertaling en kijk welke zinnen je al kent. Werk met * en potlood

Slide 1 - Diapositive

Bonjour et 
bienvenue!

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Lesdoelen/buts
Aan het eind van de les:
- Ken ik de uitspraakregels voor de q g en s
- Kan ik vertellen over wat ik dit weekend gedaan heb
- Heb ik een kijk- en luisteropdracht gedaan




Slide 4 - Diapositive

Uitspraak: q, g et s

Slide 5 - Diapositive

na de q schrijf je in het Frans altijd een u maar die hoor je niet
luister naar het geluidsfragment en zeg na
uitspraak quand, qu’est-ce que en depuis que

Slide 6 - Diapositive

hoe zou jij deze woorden uitspreken
eerst uitspreken dan luisteren en nazeggen.
1: parce que
2: presque
3: jusqu’ à

Slide 7 - Diapositive

de uitspraak van de g
de Franse g klinkt niet als de Nederlandse g
végétarien
manger 
de Franse g

Slide 8 - Diapositive

En voor alle andere letters dan i, e of y?
voor alle andere letters spreek je de g uit zoals in het woord goal
les legumes [leeguum]
regarder [regaardee]
goût [ goe]

probeer zelf
grâce à
la gorge


als de g niet gevolgd wordt door een i, e of y

Slide 9 - Diapositive

le son s

Slide 10 - Diapositive

de s spreek je meestal niet uit in het Frans

Luister maar naar de woorden
tu es
jamais
tu prends

nu jij
je suis
des médicaments
tu as
de s hoor je niet

Slide 11 - Diapositive

Nog een paar voca woorden 
- le dos
- le corps
- sans
- les doigts
- le bras
- le temps

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

wanneer de s gevolgd wordt door een klinker of een stomme h spreek je de s uit als een z
pas encore
nous avons
les animaux
de s als z

Slide 14 - Diapositive

Départ

  1. Après ce cours tu sais:
  • parler de ton week-end dernier


Slide 15 - Diapositive

Hoe maak je de passé composé?
A
avoir + voltooid deelw.
B
être + voltooid deelw.
C
avoir of être + voltooid deelw.
D
avoir en être + voltooid deelw.

Slide 16 - Quiz

wij hebben gegeten
A
nous avons mangé
B
on a mangé
C
nous sommes mangé
D
on est mangé

Slide 17 - Quiz

5

Slide 18 - Vidéo

Hoe zeg je:
"Afgelopen weekend heb ik pizza gegeten. "

Slide 19 - Question ouverte

Praten over je weekend
  • Vertel over meerdere dagen
  • wanneer, waar, wat, wie, ...
  • In de p.c. voor de acties
    --> J'ai mangé 
  • In de imp hoe het was
    --> c'était bon

Slide 20 - Diapositive

Hebben
Avoir
Zijn
Être
Gaan
Aller
Maken / doen
Faire
Praten
Parler
Verliezen
Perdre
allé(e)(s)
été
parlé
perdu
eu
Fait

Slide 21 - Question de remorquage

Praten over je weekend
Traduis les phrases en français :

1. Afgelopen zaterdag, rond 12 uur ‘s middags, ben ik naar mijn grootouders gegaan.

2. We hebben een taart gemaakt en het was geweldig.

Slide 22 - Diapositive

www.verbuga.eu

Slide 23 - Diapositive

Presque la fin du cours!
1. Hoe zeg je: De les/het was leuk!
2. Hoe zeg je: ik heb mijn huiswerk gemaakt.
3. Qu'est-ce que tu as appris?
4. Qu'est-ce que tu ne comprends pas encore?

...MAINTENANT LES PRÉSENTATIONS

Slide 24 - Diapositive

Présentations
  • Les 2 suivants restent dans le cours pour se présenter….. 
  • Sujet: …..je parle de mon weekend
  • Les autres: écoutez! Et raconte se que tu as entendu. Donnez un tip et un top.

Slide 25 - Diapositive

00:10
Wat doet Alice 's ochtends
A
tv kijken,met haar zus , broodje
B
radio luisteren, met broer, eitje
C
tekenfilm, met broertje, ontbijtgranen
D
boek lezen, alleen, koffie

Slide 26 - Quiz

00:20
Wat doet ze daarna (tijd, actie, wie)

Slide 27 - Question ouverte

00:33
Wat zijn 'tâches ménagères'?

Slide 28 - Question ouverte

00:51
Hoe laat gaat ze naar haar grootouders?
A
5 uur 's middags
B
half 6 's avonds
C
7 uur 's avonds
D
half 8 's avonds

Slide 29 - Quiz

01:06
Noem één ding dat ze bij haar grootouders doet

Slide 30 - Question ouverte