Herhaling les 41, 42 en 43

Welkom allemaal
- Doe je jas uit en tas op de grond
- spullen op tafel (boek, schrift, pen/potlood en laptop) 
- telefoon in 't zakkie!  


Starten met NUMO

1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 90 min

Éléments de cette leçon

Welkom allemaal
- Doe je jas uit en tas op de grond
- spullen op tafel (boek, schrift, pen/potlood en laptop) 
- telefoon in 't zakkie!  


Starten met NUMO

Slide 1 - Diapositive

Het programma 
- korte herhaling les 41, 42 en 43 
- oefenen in LessonUp 

--> morgen SO 

Slide 2 - Diapositive

Het lesdoel
Aan het einde van de les kan ik uitleggen wat hoofdzaken en bijzaken zijn. 

Aan het einde van de les kan ik de vijf tekstdoelen in mijn eigen woorden toelichten. 

Aan het einde van de les kan een voorbeeld noemen van een feit en mening.




Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

De hoofdgedachte is de
bijzaak van de tekst.
A
waar
B
niet waar

Slide 6 - Quiz

Extra informatie en details in een tekst
noemen we:
A
hoofdzaken
B
bijzaken

Slide 7 - Quiz

Bijzaken zijn belangrijker dan
hoofdzaken.
A
waar
B
niet waar

Slide 8 - Quiz

Wat is het doel dit reclamebord?

Slide 9 - Diapositive

Tekstdoelen 
Informeren: De schrijver wil dat de lezer iets leert van zijn tekst.
--> leerboek 
Instructie geven: De schrijver legt uit hoe je iets moet doen.


--> handleiding 
Overtuigen: De schrijver verdedigt een standpunt met argumenten.
--> betoog 
Overhalen: De schrijver wil de lezer aanzetten tot actie.
--> folder 
Amuseren: De schrijver wil de lezer vermaken.
--> leesboek 




Slide 10 - Diapositive

Wat is het schrijfdoel van een tekst die de lezer een mening wil laten vormen over een bepaald onderwerp?
A
Informeren
B
Amuseren
C
Instructie geven
D
Overtuigen

Slide 11 - Quiz

Wat is het schrijfdoel van een tekst die de lezer wil vermaken?
A
Overtuigen
B
Instructie geven
C
Informeren
D
Amuseren

Slide 12 - Quiz

Wat is het schrijfdoel van een tekst die de lezer wil aanzetten tot actie?
A
Informeren
B
overtuigen
C
Activeren
D
Instructie geven

Slide 13 - Quiz

Wat is het schrijfdoel van een tekst die een standpunt verdedigt met argumenten?
A
Activeren
B
Amuseren
C
Informeren
D
Overtuigen

Slide 14 - Quiz

Welk tekstsoort past bij het doel 'overhalen'?
A
nieuwsbericht
B
recensie
C
mop
D
advertentie

Slide 15 - Quiz

Welk tekstsoort past bij het doel 'amuseren'?
A
nieuwsbericht
B
recensie
C
mop
D
advertentie

Slide 16 - Quiz

Welk tekstsoort past bij het doel 'informeren'?
A
recept
B
studieboek
C
mop
D
gedicht

Slide 17 - Quiz

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Feit of mening?

Het is laat.

A
feit
B
mening

Slide 20 - Quiz

Feit of mening?

In deze chocoladereep zit suiker.
A
feit
B
mening

Slide 21 - Quiz

Feit of mening?

Spinazie is een heerlijke groente.
A
feit
B
mening

Slide 22 - Quiz

Feit of mening?

Liefde is belangrijker dan geld.
A
feit
B
mening

Slide 23 - Quiz

Feit of mening?

Banaan is een fruit.
A
feit
B
mening

Slide 24 - Quiz

Het lesdoel
Aan het einde van de les kan ik uitleggen wat hoofdzaken en bijzaken zijn. 

Aan het einde van de les kan ik de vijf tekstdoelen in mijn eigen woorden toelichten. 

Aan het einde van de les kan een voorbeeld noemen van een feit en mening.




Slide 25 - Diapositive