H8.2 Bevolking op aarde

8.2 Bevolking op aarde

1 / 39
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 39 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

8.2 Bevolking op aarde

Slide 1 - Diapositive

Lesdoelen
Aan het einde van de les kan je:
  • verschillen in bevolkingsgroei benoemen die er tussen werelddelen zijn
  • de ontstaanswijze van  bevolkingsgroei uitleggen en heb je een beeld     hoe zich dat in de toekomst zal ontwikkelen
  • de grote migratiestromen van de wereld beschrijven
  • het verband tussen draagkracht, overbevolking en duurzaamheid   uitleggen

Slide 2 - Diapositive

Benodigde voorkennis 
Je weet dat er veel mensen op aarde wonen.
Je weet dat er verschillen zijn in bevolkingsgroei.
Je kunt het begrip migratie uitleggen.

Slide 3 - Diapositive

Op weg naar 11 miljard wereldburgers?
1950 - 2,5 miljard 

2021 - 7,8 miljard

prognose 2050 - 10 miljard

prognose 2100 - 11 miljard



Hoeveel inwoners heeft Nederland nu?
18,4 miljoen

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Vidéo

Slide 6 - Lien

W14: Overschoot day
  • Amerika vs Luxemburg
  • Wie is er mondiaal gezien het 
minst duurzaam en waarom?

Slide 7 - Diapositive

Bevolkingsprognose
Welk werelddeel groeit bijna niet? Waarom niet?

Neemt de bevolking van Azië toe of af? Waarom denk je?
Oceanie groeit bijna niet, het is het kleinste continent en heeft daarom ook de minste inwoners.
Het aantal inwoners in Azie neemt af. Dit komt door de grotere klimaatrisico`s die het continent heeft, dit maakt het continent kwetsbaar. (Denk aan voedsel- en waterzekerheid).
Ongelijke groei = ongelijke draagkracht B126

Slide 8 - Diapositive

absolute bevolkingsgroei = groei in aantallen
relatieve bevolkingsgroei = groei in percentages
200.000 per dag

Slide 9 - Diapositive

Lees Bevolkingspiramide B155

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Vidéo

Lesdoelen
Aan het einde van de les kan je:
  • verschillen in bevolkingsgroei benoemen die er tussen werelddelen zijn
  • de ontstaanswijze van  bevolkingsgroei uitleggen en heb je een beeld   hoe zich dat in de toekomst zal ontwikkelen
  • de grote migratiestromen van de wereld beschrijven
  • het verband tussen draagkracht, overbevolking en duurzaamheid   uitleggen

Slide 12 - Diapositive

Sterk gestegen B156 levensverwachting, leidt tot grotere demografische investeringen B238.


Hoeveel ouder werden ze in Japan?
1950 - 59 jaar
2016 - 84 jaar
Dus ze werden gemiddeld 25 jaar ouder.
Waarom worden mensen ouder?
Betere zorg, gezondere levensstijl, betere hygiene, gestegen welvaart, minder zwaar werk.

Slide 13 - Diapositive

Migratiestromen
vestigingsoverschot
vertrekoverschot
Redenen nu om te migreren?
economisch
oorlog
godsdienst
seksuele geaardheid
vrijheid van meningsuiting

Nieuwe emigratieredenen in de toekomst?
drinkwater
voedsel
zeespiegelstijging
bosbranden

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

1. Je weet hoe de verschillen in bevolkingsgroei zijn ontstaan en hoe ze zich in de toekomst zullen ontwikkelen.
Demografisch = Kenmerken van de bevolking (leeftijdsopbouw)
Transitie = Verandering
Model = Simpele weergave van de werkelijkheid

De landen ontwikkelen zich volgens een vast patroon:
- Het geboorte- en sterftecijfer zijn hoog -> Het sterftecijfer daalt -> Daarna daalt het geboortecijfer -> Het geboortecijfer en sterftecijfer zijn laag -> De bevolking wordt ouder; waardoor het sterftecijfer stijgt

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Vidéo

Slide 18 - Diapositive

Demografische transitie
Nigeria?
Nederland?
Duitsland?
Brazilië?
In welke fase zitten onderstaande landen?
Fase 5
Fase 3
Fase 4
Fase 2

Slide 19 - Diapositive

Demografisch transitiemodel B157
Gevolg als landen in fase 2 blijven hangen?
overbevolking

Slide 20 - Diapositive

Demografisch transitiemodel inclusief de bevolkingspiramiden
Demografisch transitiemodel inclusief de bevolkings-piramiden!

Slide 21 - Diapositive

Sleep de juiste hotspot naar de juiste plek in de grafiek
In deze fase sterven er veel mensen: Er is weinig geld voor gezondheidszorg, voedsel, veilig drinkwater en hygiëne
In deze fase stijgt het gemiddeld inkomen van een land. Daardoor worden basisvoorzieningen beter. Zo wordt de gezondheidszorg beter, wordt er gezorgd voor veilig drinkwater en worden veel meer mensen gevaccineerd. Hierdoor daalt het sterftecijfer. 
Er is een groot verschil tussen het geboorte- en sterftecijfer. Het sterftecijfer is laag, terwijl het geboortecijfer hoog is. Omdat er veel meer mensen worden geboren dan er sterven, groeit de bevolking enorm.  
Het land ontwikkelt zich verder. Meiden gaan langer naar school, gaan vaker werken en trouwen later. Hierdoor krijgen ze later kinderen en daalt het geboortecijfer. 
Op een gegeven moment hebben rijke landen een laag geboorte- en een laag sterftecijfer. Omdat ze ongeveer even laag zijn, groeit de bevolking nauwelijks. Veel rijke landen (zoals Nederland) zitten in deze fase. 
In deze fase stijgt het sterftecijfer weer. Niet omdat het land arm wordt of er oorlog uitbreekt, maar omdat de bevolking zo oud is geworden dat deze groep mensen komt te overlijden. Landen als Duitsland en Rusland zijn in deze fase beland. 

Slide 22 - Question de remorquage

Nigeria
Gambia

India
Verenigde Staten
Japan

Slide 23 - Question de remorquage

Verbind de bevolkingsdiagrammen met de plek in het Demografische Transitiemodel

Slide 24 - Question de remorquage

Welke vorm heeft deze bevolkingsdiagram?
A
Piramide
B
Granaat
C
Urn
D
Driehoek

Slide 25 - Quiz

Van welk land is deze bevolkingsdiagram?
A
Nederland
B
China
C
Uganda
D
Canada

Slide 26 - Quiz

Sleep de juiste hotspot naar de juiste plek in de grafiek
In deze fase sterven er veel mensen: Er is weinig geld voor gezondheidszorg, voedsel, veilig drinkwater en hygiëne
In deze fase stijgt het gemiddeld inkomen van een land. Daardoor worden basisvoorzieningen beter. Zo wordt de gezondheidszorg beter, wordt er gezorgd voor veilig drinkwater en worden veel meer mensen gevaccineerd. Hierdoor daalt het sterftecijfer. 
Er is een groot verschil tussen het geboorte- en sterftecijfer. Het sterftecijfer is laag, terwijl het geboortecijfer hoog is. Omdat er veel meer mensen worden geboren dan er sterven, groeit de bevolking enorm.  
Het land ontwikkelt zich verder. Meiden gaan langer naar school, gaan vaker werken en trouwen later. Hierdoor krijgen ze later kinderen en daalt het geboortecijfer. 
Op een gegeven moment hebben rijke landen een laag geboorte- en een laag sterftecijfer. Omdat ze ongeveer even laag zijn, groeit de bevolking nauwelijks. Veel rijke landen (zoals Nederland) zitten in deze fase. 
In de 5e fase stijgt het sterftecijfer weer. Niet omdat het land arm wordt of er oorlog uitbreekt, maar omdat de bevolking zo oud is geworden dat deze groep mensen komt te overlijden. Landen als Duitsland en Rusland zijn in deze fase beland. 

Slide 27 - Question de remorquage

Nigeria
Egypte
India
Verenigde Staten
Rusland

Slide 28 - Question de remorquage

Verbind de bevolkingsdiagrammen met de plek in het Demografische Transitiemodel

Slide 29 - Question de remorquage

De voorspelling is dat rond 2050 er 10 miljard mensen zijn. Dit noem je de ......
A
bevolkingsprognose
B
groeiprognose
C
bevolkingsvoorspelling
D
groeivoorspelling

Slide 30 - Quiz

De wetenschap die zich bezighoudt met bevolking heet ...
A
geografie
B
demografie
C
bevolkingswetenschap
D
demotivatie

Slide 31 - Quiz

Waardoor is het vruchtbaarheidscijfer afgenomen?
A
vrouwen zijn minder vruchtbaar
B
mannen zijn minder vruchtbaar
C
vrouwen krijgen eerder kinderen
D
vrouwen krijgen later kinderen

Slide 32 - Quiz

Landen met een hoog vruchtbaarheidscijfer hebben een piramide als bevolkingsdiagram.
A
goed
B
fout

Slide 33 - Quiz

rijk land
arm land
vestigingsoverschot
vertrekoverschot
laag geboortecijfer
hoog geboortecijfer
hoog vruchtbaarheidscijfer
laag vruchtbaarheidscijfer

Slide 34 - Question de remorquage

In welke landen is de vergrijzing het hoogst?
A
rijke landen
B
arme landen

Slide 35 - Quiz

1. Je weet hoe de verschillen in bevolkingsgroei zijn ontstaan en hoe ze zich in de toekomst zullen ontwikkelen.
Voor veranderingen in de bevolkingsgroei kijk je naar de geboortes en sterftes over een langere tijd. Dit noem je de demografische transitie (transitie = overgang). 
In het demografische transitiemodel kun je zien hoe een samenleving met hoge geboorten- en sterftecijfers in verschillende fasen overgaat naar een samenleving met lage geboorte- en sterftecijfers.

Slide 36 - Diapositive

1. Je weet hoe de verschillen in bevolkingsgroei zijn ontstaan en hoe ze zich in de toekomst zullen ontwikkelen.
Demografisch transitiemodel = Model dat de overgang laat zien van een samenleving met hoge geboorte- en sterftecijfers naar lage geboorte- en sterftecijfers.


Slide 37 - Diapositive

2. Je weet wat het verband is tussen draagkracht, overbevolking en duurzaamheid.
Draagkracht = Het vermogen van de natuur om mensen te voorzien in hun bestaan, zonder dat het natuurlijke evenwicht wordt verstoord.


Slide 38 - Diapositive

Lesdoelen
Aan het einde van de les kan je:
  • verschillen in bevolkingsgroei benoemen die er tussen werelddelen zijn
  • de ontstaanswijze van  bevolkingsgroei uitleggen en heb je een beeld   hoe zich dat in de toekomst zal ontwikkelen
  • de grote migratiestromen van de wereld beschrijven
  • het verband tussen draagkracht, overbevolking en duurzaamheid     uitleggen

Slide 39 - Diapositive