Thema 2 | Voeding en vertering bs. 2

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2,3

Welkom

Fijn dat je er bent!

Check:

• je telefoon in de bak?
  
• boeken/ laptop/ pen en schrift op tafel?
  
• Inloggen in LessonUp!
  
• ls de timer afgelopen dan begint de les
  

Bs. 2 | Voedingsstoffen

Bs. 2 voedingsstoffen

Planning:

• Start (5min)
• Uitleg Bs. 2 (15min)
• Practicum  (20min)
• Afsluiten (5min)

De leerdoelen

• 2.1.1 Je kunt de functies van voedingsstoffen en voedingsvezel in voedingsmiddelen noemen.

Huiswerk:

Maken opdrachten 1 t/m 7 |  Bs.1 van Thema 2

Doe je laptop open

Maak de volgende zinnen compleet. 

1. Brandstoffen zijn stoffen die zorgen voor ________.

2. Bouwstoffen zijn nodig voor ____________________.

3. Reservestoffen worden opgeslagen en kunnen op een later moment als ______________________, worden gebruikt.

4. Beschermende stoffen verhogen je ______________.

Energie

Groeien en herstel

Bouwstof & brandstof

Weerstand

Sleep de afbeeldingen naar de juiste plek

Plantaardig

Dierlijk

Alle producten die je eet en drinkt noem je voedingsmiddelen. Deze kunne plantaardig of dierlijk zijn. 

Leg in je eigen woorden uit wat voedingsvezels zijn

Doe je laptop dicht

Voedingsstoffen

Zes groepen Voedingsstoffen:

1. Eiwitten
   
2. Koolhydraten.
   
3. Vetten
   
4. Water
   
5. Mineralen
   
6. Vitamines 
   

Eiwitten

- Belangrijke Bouwstof.

- Betrokken bij veel processen

- Vorming celplasma.

- Groei van Spieren.

Bij te veel eiwitten

- Brandstof opgeslagen als vet

Koolhydraten

-  Bevatten heel energie

Voornamelijk Brandstof soms ook als Bouwstof.

- Suikers, en glucose kunnen direct worden verbrand.

Te veel suikers worden omgezet in vet of glycogeen. 

- Dit wordt tijdelijk opgeslagen in spieren en lever

Vetten

Brandstof,  Reservestof en ook als Bouwstof.

- Als vetten niet verbrand kunnen worden, dan worden ze opgeslagen onder de huid.

- Dan wordt je dikker

Water

De belangrijkste bouwstof. 

60% van je lichaam bestaat uit water.

- Andere voedingsstoffen kunnen in water oplossen.

- Vervoeren van ander voedingsstoffen,  door het lichaam.

Mineralen

- Voedingszouten

BIJV.  Calsium (kalk), Natruim, Magnesium en IJzer.

Vooral bouwstoffen en Beschermende stoffen

Vitamine

Vooral als beschermende stof, ook als bouwstof.

Bekendste: A, B, C, D, K

A: Zorgt voor een goede huid en ogen.

C: Goede weerstand

D: Sterke  en stevige botten.

Aanbevolen dagelijkse hoeveelheid. (ADH)

Practicum Zetmeel aantonen

BLZ144

Doe je laptop Open

Een goed voorbeeld van een beschermende stof is

1. Vitamines
2. Eiwitten
3. Koolhydraten
4. Vetten

Maak de volgende zinnen compleet. 

1. Glucose is een voorbeeld van een ________.

2. Eiwitten zijn belangrijke ____________________.

3. Suikers kunnen worden omgezet in__________.

4. Vet is een voorbeeld van een ________________.

5. Calcium is een voorbeeld van ______________.

Reservestof

Brandstof

Bouwstoffen

Vet

Beschermende stof

Welk van de onderstaande voedingsmiddelen bevat veel koolhydraten?

1. Rundvlees
2. Aardappel
3. Noten
4. Yoghurt

Een korte reis

4 stappen:

• Mond/keel
• Maag
• Twaalfvingerige darm
• Dunne/dikke darm
  

Mondholte

• Begin van de vertering
• Speekselklieren maken speeksel
• Speeksel bevat een verteringsenzym voor vertering van zetmeel.
  

Slokdarm

• De slokdarm duwt het eten met behulp van peristaltische bewegingen omlaag. 
• Het eten komt daarna in de maag terecht.

Maag

De twaalfvingerige darm

= een stuk darm waar alvleessap en gal aan afgegeven wordt.

De werking van gal

Vet lost niet op in water

Gal emulgeert vetten

Dunne darm

• Functie: water met opgeloste voedingsstoffen, verteringsproducten opnemen in het bloed. 
• groot oppervlakte voor snelle opname.
• de darmsapklieren maken darmsap: vertering van eiwitten en koolhydraten 

Bouw dunne darm

• Groot oppervlak door darmplooien en darmvlokken.
• Door darmwand naar bloedvaten.

Dikke darm

• Functie: Water, vitamines en glucose uit voedsel terughalen.
• Door het het terugwinnen van water wordt de voedselbrie dikker en steviger

-Niet opgenomen? -> endeldarm

Endeldarm

• Verzameling en opslag voedselresten.
• Anus: kringspier die ontlasting doorlaat. Deze is meestal gespannen. 
•  Als de endeldarm vol is krijg je 'Aandrang', en moet je naar de WC