Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
hoofdstuk 6 woordenschat (blz. 156-159)
te doen:
uitleg met oefeningen
maken van opdrachten
Slide 1 - Diapositive
strategieën (6)
Slide 2 - Carte mentale
6 manieren om achter de betekenis van een onbekend woord te komen:
synoniem (etage en verdieping; sowieso en hoe dan ook)
omschrijving (magma, dat is gesmolten ondergronds gesteente in een holte van een vulkaan)
voorbeelden (attracties, zoals de Python, Joris de Draak en De vliegende Hollander
tegenstelling (definitief - voorlopig)
voor- en achtervoegsels (onbewust, smakeloos)
bekende woorddelen (bodemsamenstelling)
Slide 3 - Diapositive
voor- en achtervoegsels
Slide 4 - Carte mentale
Wat betekent: 'met je neus in de boter vallen'?
Slide 5 - Question ouverte
Wat betekent: 'door de zure appel heenbijten'?
Slide 6 - Question ouverte
figuurlijk taalgebruik
Figuurlijk taal gebruik wordt niet letterlijk bedoeld. Bijvoorbeeld: Het is een doodzonde als je de verkering via de WhatsApp uitmaakt.
Uitdrukkingen zijn ook vaak figuurlijk taalgebruik. Bijvoorbeeld: Hij kletst me de oren van m'n hoofd.
Slide 7 - Diapositive
Geef twee betekenissen van : blad
Slide 8 - Question ouverte
Geef twee betekenissen van: licht
Slide 9 - Question ouverte
homoniemen
Een homoniem is een woord met twee betekenissen. Bijvoorbeeld: vorst (koning/koningin en als het vriest)
Slide 10 - Diapositive
overdrijving en ironie
Overdrijving: Hij wachtte eeuwen op zijn date.
Ironie: Geweldig die 2 voor het proefwerk!
Slide 11 - Diapositive
synoniem
bekend woorddeel
voorbeelden
tegenstelling
omschrijving
Er is in de klas veel interactie tussen de leraar en zijn leerlingen. Ze werken veel samen en er is veel contact onderling.
Als iemand zegt dat je uniek in je soort bent, bedoelt hij of zij ermee dat er geen ander is zoals jij.
Blablabla en ondergetekende
De sporten komen uit verschillende disciplines, zoals atletiek, badminton, zwemmen en boogschieten.
Het aantal analfabeten neemt toe in Nederland. Daarom bieden steeds meer organisaties een cursus aan voor de mensen die niet kunnen lezen en schrijven.
Slide 12 - Question de remorquage
zelf aan de slag:
Maak online oefeningen 1, 2, 3, 4 en 5 woordenschat H6