woorden met -ctie en woorden met -tie

doel: 
 ik kan woorden met -tie en -ctie goed opschrijven
1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
SpellingBasisschoolGroep 8

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

doel: 
 ik kan woorden met -tie en -ctie goed opschrijven

Slide 1 - Diapositive

Kijk naar het woord!
collectie

Slide 2 - Diapositive

schrijf het woord op!

Slide 3 - Question ouverte

Kijk naar het woord!
constructie

Slide 4 - Diapositive

schrijf het woord op!

Slide 5 - Question ouverte

Kijk naar het woord!
intelligentie

Slide 6 - Diapositive

schrijf het woord op!

Slide 7 - Question ouverte

Kijk naar het woord!
advertentie

Slide 8 - Diapositive

schrijf het woord op!

Slide 9 - Question ouverte

Kijk naar het woord!
selectie

Slide 10 - Diapositive

schrijf het woord op!

Slide 11 - Question ouverte

Kijk naar het woord!
reputatie

Slide 12 - Diapositive

schrijf het woord op!

Slide 13 - Question ouverte

Kijk naar het woord!
democratie

Slide 14 - Diapositive

schrijf het woord op!

Slide 15 - Question ouverte

Kijk naar het woord!
interpunctie

Slide 16 - Diapositive

schrijf het woord op!

Slide 17 - Question ouverte

Kijk naar het woord!
correctie

Slide 18 - Diapositive

schrijf het woord op!

Slide 19 - Question ouverte

Kijk naar het woord!
construeren

Slide 20 - Diapositive

schrijf het woord op!

Slide 21 - Question ouverte

Kijk naar het woord!
integreren

Slide 22 - Diapositive

schrijf het woord op!

Slide 23 - Question ouverte

Welke woorden zijn goed gespeld?
A
inspecteren, intergreren
B
inspecteren, integreren

Slide 24 - Quiz

Welke woorden zijn goed gespeld?
A
concureren, administreren
B
concurreren, administreren

Slide 25 - Quiz

Welke woorden zijn goed gespeld?
A
inspectie, interpunktie
B
inspectie, interpunctie

Slide 26 - Quiz