Les 2 § 4.4 (1VMC)
1 / 28
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Diapositive
Nederland is qua oppervlakte.....
A
klein in de wereld
B
groot in de wereld
Slide 5 - Quiz
Nederland is qua landbouwproductie.....
A
klein in de wereld
B
groot in de wereld
Slide 6 - Quiz
Nederland is qua internationale handel
A
klein in de wereld
B
groot in de wereld
Slide 7 - Quiz
Bedrijven die in Nederland gevestigd zijn noemen we multinationals. Goed of fout?
A
goed
B
fout
Slide 8 - Quiz
In Nederland werken de meeste mensen in de....
A
landbouw
B
industrie
C
diensten
Slide 9 - Quiz
In Nederland is de welvaart en het welzijn....
A
hoog
B
laag
Slide 10 - Quiz
In Nederland is de regionale en sociale ongelijkheid...
A
groot
B
klein
Slide 11 - Quiz
De Nederlandse handelsbalans is....
A
positief
B
negatief
Slide 12 - Quiz
Nederland is .... lagelonenland.
A
wel een
B
geen
Slide 13 - Quiz
Als er bij het maken van een product veel mensen nodig zijn, dan noemen we dat......
A
arbeidsintensief
B
kapitaalintensief
Slide 14 - Quiz
Veel arbeidsintensieve bedrijven zijn.....
A
in Nederland gebleven
B
uit Nederland vetrokken
