Schrijven 3F / uitleg examenteksten

Schrijven 3F
1 / 42
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 42 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Schrijven 3F

Slide 1 - Diapositive

To do....
  1. Voeg de klascode toe (zie bord)
  2. Registreer je eerst op LessonUp als je dit nog niet gedaan hebt, gebruik hierbij je schoolmail
  3. Lees  de rest van de uitleg op je eigen laptop en in je eigen tempo verder
  4. Start met het maken van je (stage)verslag
  5. Hou de juiste volgorde aan zoals in de opdracht staat vermeld
  6. Sla onderdelen over als dit niet lukt (bijv. als je de functie in Word niet kunt gebruiken)
  7. Sla je document/verslag op als 'Stageverslag Nederlands' in je oneDrive

Slide 2 - Diapositive

Welke tekstsoorten?
  1. Brief
  2. Mail
  3. Betoog
  4. Verslag
  5. Memo
  6. Formulier

Slide 3 - Diapositive

Examen criteria
  • Afstemming op doel
  • Afstemming op publiek
  • Samenhang en leesbaarheid
  • Woordenschat
  • Spelling, interpunctie & grammatica

Slide 4 - Diapositive

Beoordeling
1,0... je hebt alle vijf aspecten onvoldoende uitgewerkt.
2,1... je hebt vier aspecten onvoldoende uitgewerkt.
3,2... je hebt drie aspecten onvoldoende uitgewerkt.
4,3... je hebt twee aspecten onvoldoende uitgewerkt.
5,4... je hebt één aspect onvoldoende uitgewerkt
6,0... je hebt alle aspecten voldoende, maar geen van de aspecten excellent/goed uitgewerkt.
6,8... je hebt één aspect excellent/goed uitgewerkt.
7,6... je hebt twee aspecten excellent/goed uitgewerkt.
8,4... je hebt drie aspecten excellent/goed uitgewerkt.
9,2... je hebt vier aspecten excellent/goed uitgewerkt.
10,0..je hebt alle vijf aspecten excellent/goed uitgewerkt

Slide 5 - Diapositive

Precondities beoordeling
  1. De uitwerkingen zijn in het Nederlands geschreven (getypt)
  2. Je hebt minimaal 80% van het totaal van de inhoud van de opdrachten uitgewerkt;

Slide 6 - Diapositive

Criteria

Slide 7 - Diapositive

Afstemming op doel
Wat was het doel voor het schrijven van jouw tekst?
Als je het doorleest, heb je dat gehaald? 

Slide 8 - Diapositive

Afstemming op publiek
1. Bepaal wie je publiek is
2. Stem je taalgebruik af op dit publiek

Bijvoorbeeld
  • U of jij  (wees consistent hierin)
  • Vakjargon wel bij collega's, niet bij anders geschoolde

Slide 9 - Diapositive

Samenhang
Deel 1: 
Maak met het gebruik van koppelwoorden van de tekst een samenhangend geheel. 
Omdat, vanwege, bijvoorbeeld, aangezien, maar, echter, ten eerste, ten tweede, stel je voor

Deel 2: 
Inleiding
Aanleiding 
Aankondiging onderwerp

Kern

Slot
Samenvatting  
Conclusie

Slide 10 - Diapositive

Leesbaarheid
Alinea's & witregels
Eventueel tussenkopjes

Slide 11 - Diapositive

Geachte wethouder J. Jansen,

Tijdens mij stage bij de Vierstroom Verpleeg Thuis Woerden ben ik bezig met een project om een verbeterplan te maken. Voor dit project heb ik uw hulp nodig om uit te voeren. In deze brief zal ik u uitleggen wat het project precies in houdt (inhoudt) en waarom ik het erg belangrijk vind voor de ouderen van Woerden. Tijdens mijn stage kwam ik er achter dat er veel ouderen zijn die niet zelfstandig naar de supermarkt kunnen. Dit komt meestal, omdat de supermarkt te ver van hun huis af is. Daarnaast merk ik dat er veel ouderen zijn die geen mantelzorgers hebben die dan de boodschappen mee kunnen nemen. Het gevolg is dat deze ouderen te weinig gezond eten, omdat ze niet makkelijk aan vers eten kunnen komen. Het gevolg wat je merkt is dat ze door eenzijdig voedsel hun smaak verliezen en interesse in eten verliezen. Het gevolg hiervan is dat ze gaan afvallen en ondergewicht krijgen. Om dit tegen te gaan zou ik aan u willen vragen om een financiële bijdrage te subsidiëren vanuit de gemeente. De redenen dat (de reden dat is beter. Als je redenen wilt zeggen kan je het beter opvolgen met waarom) ik u om een bijdrage vraag is, omdat de ouderen zelf niet zoveel financiële middelen hebben om een taxi hiervoor te betalen. Plus ik denk dat de gemeente zich ook graag inzet om de ouderen in de gemeente te ondersteunen. Met deze bijdrage kan ik een oude bus aanschaffen die door een vrijwilliger zal worden gereden. Ik hoop dat u de positief reageert op mijn project en dat u de noodzaak inziet van een boodschappen bus. Daarbij heb ik de kosten hiervan goed verdeeld via sponsoring, zodat de ouderen er alleen maar profijt van hebben. En ik hoop dat de ouderen hierdoor beter en gezonder voedsel kunnen gaan eten en ze gezonder kunnen leven. 

Hoogachtend, 








Slide 12 - Diapositive

Geachte wethouder J. Jansen,

Tijdens mij stage bij de Vierstroom Verpleeg Thuis Woerden ben ik bezig met een project om een verbeterplan te maken. Voor dit project heb ik uw hulp nodig om uit te voeren. In deze brief zal ik u uitleggen wat het project precies inhoudt en waarom ik het erg belangrijk vind voor de ouderen van Woerden. 

Tijdens mijn stage kwam ik er achter dat er veel ouderen zijn die niet zelfstandig naar de supermarkt kunnen. Dit komt meestal, omdat de supermarkt te ver van hun huis af is. Daarnaast merk ik dat er veel ouderen zijn die geen mantelzorgers hebben die dan de boodschappen mee kunnen nemen. Deze ouderen krijgen dan te weinig gezond eten, omdat ze niet makkelijk aan vers eten kunnen komen. Dan merk je snel dat ze door eenzijdig voedsel hun smaak verliezen en interesse in eten verliezen. Het gevolg hiervan is dat ze gaan afvallen en ondergewicht krijgen. 

Om dit tegen te gaan zou ik aan u willen vragen om een financiële bijdrage te subsidiëren vanuit de gemeente. De reden ik u om een bijdrage vraag is, omdat de ouderen zelf niet zoveel financiële middelen hebben om een taxi hiervoor te betalen. Plus ik denk dat de gemeente zich ook graag inzet om de ouderen in de gemeente te ondersteunen. 

Ik hoop dat u positief reageert op mijn project en dat u de noodzaak inziet van een boodschappen bus. Daarbij heb ik de kosten hiervan goed verdeeld via sponsoring, zodat de ouderen er alleen maar profijt van hebben. En ik hoop dat de ouderen hierdoor beter en gezonder voedsel kunnen gaan eten en ze gezonder kunnen leven. 

Hoogachtend, 

Slide 13 - Diapositive

Woordenschat
De examinator beoordeelt jou op de volgende onderdelen;

  • Spelling
  • grammatica / formulering
  • interpunctie 

Slide 14 - Diapositive

Welke tekstsoorten?
  1. Brief
  2. Mail
  3. Verslag
  4. Betoog
  5. Memo
  6. Formulier

Slide 15 - Diapositive

Tekstsoort 1 & 2; brief en mail

Slide 16 - Diapositive

S.oufiane Kaddouri
Nico van der Horstpark 28
2324 AW LEIDEN

Gouda, 25 januari 2023

T. Peters
Groen van Prinsterersingel 52
2805 TE GOUDA

Betreft: Leuke baan

Beste heer Peters,

Briefinhoud (inleiding - kern - slot)

Met vriendelijke groet,
(2-5 witregels) (Handtekening)
Soufiane Kaddouri

Bijlage: -

Slide 17 - Diapositive

Briefinhoud
Inleiding
Voorstel + aanleiding voor het schrijven (niet beginnen met ik)
= 1 alinea
Kern
Extra informatie over de situatie. (toelichting, details, tijdslijn)
= minimaal 1 alinea
deelonderwerp  per alinea
Slot
Wat verwacht je van de lezer? + afsluiter (Ik kijk uit naar uw reactie)
= 1 alinea

Slide 18 - Diapositive

Welke tekstsoorten?
  1. Brief
  2. Mail
  3. Verslag
  4. Betoog
  5. Memo
  6. Formulier

Slide 19 - Diapositive

Tekstsoort 3; een verslag
Tekstdoel = informeren, dus NIET overtuigen
  • Titel
  • Deel het verslag in volgens een logische of chronologische volgorde
  • Denk aan eventuele eisen waaraan het verslag dient te voldoen (bijv. vaste indeling, lettertype, etc.)
  • Maak je verslag interessant of leuk om te lezen (niet alle feiten hoeven erin te staan)
  • Geef antwoord op de 5W+H vragen

Slide 20 - Diapositive

Welke tekstsoorten?
  1. Brief
  2. Mail
  3. Verslag
  4. Betoog
  5. Memo
  6. Formulier

Slide 21 - Diapositive

Tekstsoort 4; Betoog
Tekstdoel: overtuigen

Inleiding: 
Standpunt innemen + uitleg van stelling (indien nodig)

Kern: 
Argumenten, Uitleg per argument en een Bijvoorbeeld (AUB) 

Slot: 
Korte samenvatting van waarom jouw lezer overtuigd moet zijn

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Vidéo

Slide 24 - Vidéo

AUB-methode

Argument: je noemt je argument.

Uitleg: je geeft uitleg bij het argument. Dit kun je doen door twee stappen te volgen. 1. Leg uit waarom het zo is. 2. Leg uit waarom het goed of slecht is dat het zo is.

Bijvoorbeeld: Noem een voorbeeld dat je argument duidelijker maakt. Dit kunnen ook cijfers of feiten (bewijs) zijn die je op het internet hebt opgezocht.

Slide 25 - Diapositive

Voorbeeld AUB-methode
Stelling:

'Het ’photoshoppen’ van modellen en beroemdheden moet verboden worden.'

Slide 26 - Diapositive

Het ’photoshoppen’ van modellen en beroemdheden moet verboden worden
Argument: 
Het gebruik van Photoshoppen is slecht voor de mentale gezondheid van veel mannen en vrouwen.

Uitleg: 
Het probleem is namelijk dat met Photoshop normaal uitziende mensen onrealistische schoonheidskenmerken krijgen, zoals een onnatuurlijk grote derrière in combinatie met een dunne taille. Omdat deze kenmerken onhaalbaar zijn krijgen kijkers van deze foto's  het idee dat dit normaal is en worden ze onzeker over hun eigen lichaam. 

Bijvoorbeeld: 
Deze onzekerheid zorgt ervoor dat ze er veel voor over hebben om er ook zo uit te zien. Een sterk voorbeeld hiervan is dat het aantal cosmetische ingrijpen  de laatste jaren alsmaar is gestegen, vooral onder jonge mensen. Dat zouden ze niet doen als ze niet mentaal vergiftigd waren door al die bewerkte foto's. 

Slide 27 - Diapositive




Het gebruik van Photoshoppen is slecht voor de mentale gezondheid van veel mannen en vrouwen. Het probleem is namelijk dat met Photoshop normaal uitziende mensen onrealistische schoonheidskenmerken krijgen, zoals een onnatuurlijk grote derrière in combinatie met een dunne taille. Omdat deze kenmerken onhaalbaar zijn, krijgen kijkers van deze foto's het idee dat dit normaal is en worden ze onzeker over hun eigen lichaam. Deze onzekerheid zorgt ervoor dat ze er veel voor over hebben om er ook zo uit te zien. Een sterk voorbeeld hiervan is dat het aantal cosmetische ingrijpen de laatste jaren alsmaar is gestegen, vooral onder jonge mensen. Dat zouden ze niet doen als ze niet mentaal vergiftigd waren door al die bewerkte foto's. 


Slide 28 - Diapositive

Betoog
  • Schrijf je om de lezer te overtuigen van jouw mening
  • Schrijfdoel: overtuigen
  • Bestaat uit: inleiding, kern en slot

Slide 29 - Diapositive

Betoog
  • Titel
  • Inleiding:  je introduceert het onderwerp en geeft je mening
  • Stelling
  • Kern: je onderbouwt je mening met argumenten
    Je geeft ook tegenargumenten en je weerlegt de tegenargumenten
  • Slot: conclusie en/of samenvatting

Slide 30 - Diapositive

Dus in een betoog probeert de schrijver je te .........
A
aan het denken te zetten
B
overtuigen

Slide 31 - Quiz

De schrijver probeert bij een betoog ook de tegenpartij af te zwakken en geeft daarom
A
argumenten
B
meningen

Slide 32 - Quiz

Een goede schrijver bedenkt in zijn betoog al tegenargumenten. Waarom zou hij dit doen?
A
Het haalt zijn eigen stuk onderuit.
B
Hij kan direct aangeven waarom dit niet zo is.
C
Hij kan zijn argumenten daardoor zwaarder laten wegen.
D
Hij houdt wel van een beetje tegengas.

Slide 33 - Quiz

Het slot van een betoog is vaak een .....
A
tegenargument
B
conclusie
C
opsomming
D
mening

Slide 34 - Quiz

Welke tekstsoorten?
  1. Brief
  2. Mail
  3. Verslag
  4. Betoog
  5. Memo
  6. Formulier

Slide 35 - Diapositive

Memo
Korte boodschap overdragen. (bv. als je de telefoon aanneemt)

  • Voor wie is het bedoeld?
  • Wie heeft het geschreven?
  • Wanneer is deze geschreven?
  • Wat is het onderwerp?
  • Wat is de boodschap en welke details horen erbij?

Slide 36 - Diapositive

Format memo
Voor:                    (bedoelde persoon)
Van:                      (jouw naam)
Datum:                (van schrijven)
Onderwerp:      (denk aan betreftregel bij brieven)

Slide 37 - Diapositive

Voor: Marga Toetenel 
Van: Soufiane Kaddouri 
Datum: 25 januari 
Onderwerp: Facturen nog niet binnen

Dag Marga,

De derdejaars studenten PSD hebben deze week de 2e gelegenheid voor hun examen schrijven. Vanwege ziekte en andere onbekende redenen heb ik de afgelopen week enkele studenten niet meer gezien. Zou jij deze studenten tijdens je volgende SLB-uur nog eens willen aangeven dat dit examen staat ingepland?

Groet,
Soufiane

Slide 38 - Diapositive

Welke tekstsoorten?
  1. Brief
  2. Mail
  3. Verslag
  4. Betoog
  5. Memo
  6. Formulier

Slide 39 - Diapositive

Formulier
Vooral begrijpend lezen.

Zie bijvoorbeeld op volgende pagina "Machtigingsformulier voor ambulante specialistische GGZ bij niet-gecontracteerde instelling".

Let op de toevoegingen / uitleg bij * of **
Let ook op verplicht in te vullen velden

Slide 40 - Diapositive

Slide 41 - Lien

Algemene tips
Lees de opdracht goed
  • Om welke tekstsoort gaat het?
  • Wat is het doel van de tekst?
  • Welke inhoud moet er in de tekst terug komen?
  • Denk vooraf na voordat je daadwerkelijk gaat schrijven

Check achteraf op:
  • Inhoud / volledigheid  -> denk aan 5W1H-vragen
  • Taalverzorging --> formulering, spelling, interpunctie en grammatica.
  • Heb je de 5W1H vragen zo volledig mogelijk beantwoord?


Slide 42 - Diapositive