Cette leçon contient 24 diapositives, avec diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
Thema 2: Voortplanting
Basisstof 4: Zwanger
Slide 1 - Diapositive
Wat gaan we doen?
Leerdoelen doornemen
Herhaling
Uitleg basisstof 4: Zwanger
Aan het werk!
Slide 2 - Diapositive
Leerdoelen
Aan het eind van deze les kan ik...
Beschrijven hoe hormonen een rol spelen bij de zwangerschap;
De ontwikkeling van zygote tot volgroeide baby beschrijven;
Beschrijven hoe een zygote zich ontwikkelt tot meercellig organisme door differentiatie van stamcellen en apoptose;
De fasen van de geboorte beschrijven.
Slide 3 - Diapositive
Herhaling
Wat: BINAS opdracht hormonen van de vrouw
Hoe: Volg de instructies op het werkblad
Tijd: 10 min
Hulp: Kijk in je BINAS/boek of steek je vinger op
Klaar: Basisstof 4 lezen
Uitkomst: De opdracht is klaar
Slide 4 - Diapositive
HCG
Bij de zwangerschap zijn verschillende hormonen betrokken.
Als het gelukt is om zwanger te worden, blijft het gele lichaam nog 3 maanden progesteron produceren, dankzij het hormoon HCG (humaan chorion gonatropine).
Daarna: placenta vormt progesteron.
Slide 5 - Diapositive
Progesteron
Progesteron houdt de zwangerschap in stand, doordat het baarmoederslijmvlies dik en klierrijk blijft.
Progesteron remt de afgifte van FSH en LH.
Zorgt voor ontwikkeling van de melkklieren in de borsten.
Slide 6 - Diapositive
Slide 7 - Diapositive
Embryonale ontwikkeling
Na de bevruchting deelt de bevruchte eicel zich, maar de eicel groeit niet. De cellen worden kleiner: klievingsdelingen.
De morula ontstaat, deze bestaat uit 16 - 32 stamcellen.
Slide 8 - Diapositive
Embryonale ontwikkeling
Na de bevruchting deelt de bevruchte eicel zich, maar de eicel groeit niet. De cellen worden kleiner: klievingsdelingen.
De morula ontstaat, deze bestaat uit 16 - 32 stamcellen.
Stamcellen zijn cellen die nog niet gespecialiseerd zijn en nog alle soorten cellen kunnen worden.
Slide 9 - Diapositive
Embryonale ontwikkeling
Na de bevruchting deelt de bevruchte eicel zich, maar de eicel groeit niet. De cellen worden kleiner: klievingsdelingen.
De morula ontstaat, deze bestaat uit 16 - 32 stamcellen.
Het klompje cellen nestelt zich in het baarmoederslijmvlies van waaruit de placenta zich ontwikkelt.
Vanuit het embryo groeien bloedvaten naar de placenta: de navelstreng
Slide 10 - Diapositive
Embryonale ontwikkeling
De morula heeft een holte gevuld met vocht (blastula) en de embryoblast.
De trofoblast beschermt de embryoblast.
Dit vormt uiteindelijk het chorion (buitenste vruchtvlies)
Via chorionvlokken worden zuurstof en voedingsstoffen opgenomen
De embryoblast heeft zich ontwikkeld:
Amnionholte
Dooierzak
Slide 11 - Diapositive
Slide 12 - Diapositive
Slide 13 - Diapositive
Embryonale ontwikkeling
Via de navelstreng worden zuurstof, voedingsstoffen en afvalstoffen uitgewisseld tussen moeder en kind.
Tijdens de eerste weken van de ontwikkeling heet het ongeboren kind een embryo. Na acht weken is het een foetus
Het embryo/de foetus is omgeven door vruchtwater. Dit beschermt tegen stoten en uitdrogen.
Slide 14 - Diapositive
Slide 15 - Diapositive
Slide 16 - Diapositive
Slide 17 - Diapositive
Celdifferentiatie
Tijdens de ontwikkeling beïnvloeden cellen elkaar door het afgeven van stoffen.
Hierdoor gaan de cellen steeds meer van elkaar verschillen: celdifferentiatie
Voor ontwikkeling vindt ook apoptose (geprogrammeerde celdood) plaats
Slide 18 - Diapositive
Stamcellen
Cellen die nog niet zijn gespecialiseerd zijn stamcellen
Stamcellen kunnen zich ontwikkelen tot een specifiek celtype.
Embryo's bevatten stamcellen, maar het beenmerg bijvoorbeeld ook.
Slide 19 - Diapositive
De geboorte
Indaling (het hoofdje van de foetus zakt tot in het bekken, een paar weken voor de bevalling)
Ontsluiting (spieren in de baarmoederwand trekken samen, baarmoedermond gaat verder open, vruchtvliezen breken)
Uitdrijving (de buikspieren spannen zich aan, de moeder krijgt persweeën).