Uitscheiding

uitscheiding
1 / 44
suivant
Slide 1: Diapositive
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 44 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

uitscheiding

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welkom!
Wat gaan we doen?
Bespreken van de theorie rondom uitscheiding
Oefenen handelingen rondom uitscheiding

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lesdoelen
• Anatomie uitscheidingsstelsel
• Aandoeningen aan het uitscheidingsstelsel
• Problemen bij de uitscheiding
• Hulp bieden bij urineren en defeceren
• Incontinentie materialen
• Voorraad beheer benodigde materialen

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

waar denk je aan bij uitscheiding?

Slide 4 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Anatomie
Uitscheiding gebeurt dmv:
Nieren
Blaas
Darmen
Huid

Slide 5 - Diapositive

Belangrijke afvalstoffen
In elke cel in ons lichaam vinden veel chemische reacties plaats, zoals verbranding. Daarbij ontstaan afvalstoffen die het lichaam uit moeten. Koolstofdioxide is een afvalstof. Een tweede belangrijke afvalstof is ureum, die ontstaat bij de afbraak van eiwitten. Er zijn ook nog andere afvalstoffen en giftige stoffen die het lichaam kwijt moet. Het verwijderen van schadelijke of overbodige stoffen uit het lichaam noem je uitscheiding.
De cellen geven hun afvalstoffen af aan het bloed. Het bloed raakt daardoor vervuild. Gelukkig zijn er organen die het bloed voortdurend reinigen.
De longen verwijderen koolstofdioxide uit het lichaam. Hierover lees je meer bij "Ademhaling".
Ook alcohol wordt gedeeltelijk via de longen verwijderd.
De lever haalt allerlei schadelijke en giftige stoffen uit het bloed en maakt ze onwerkzaam. Daarna worden ze weer aan het bloed afgegeven en door de nieren uitgescheiden.
Een deel van de afvalstoffen van de lever komen niet in het bloed, maar verlaat de lever via de gal. Deze stoffen komen dus met de uitwerpselen naar buiten.
De zweetklieren in de huid geven water en zouten af aan de omgeving.

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bij een nierbekkenontsteking is de wand van een nierbekken ontstoken. Dit kan worden veroorzaakt door bacteriën die via de urinewegen van buiten in het lichaam zijn gekomen. Door welke vier delen zijn deze bacteriën achtereenvolgens gegaan?
Urineleider
Urinebuis
Urineblaas
Nierbekken

Slide 7 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

De juiste volgorde van het urinewegstelsel is...
A
Nieren - Blaas - Urineleider
B
Nieren - Urineleider - Blaas
C
Urineleider - Nieren - Blaas
D
Urineleider - Blaas - Nieren

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Meest voorkomende aandoeningen

Urineweginfecties
Nierstenen
Tumoren

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Verschijnselen urineweginfectie
  • steeds aandrang  om te moeten plassen
  • branderig gevoel bij plassen
  • steeds kleine beetjes plassen
  • pijnlijk gevoel in de onderbuik
  • troebele urine
  • soms verwardheid
  • verhoging of koorts

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Observaties urine
Kleur
Geur
Helderheid
Hoe urineert iemand? 
Pijn? Frequentie? Hoeveelheid?

Voeding, medicatie en ziektes kunnen kleur 
beïnvloeden

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoeveel milliliter plast een volwassen persoon gemiddeld per dag?
A
500 ml
B
1000 ml
C
1500 ml
D
3000 ml

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe kun je de kleur van je urine zelf beïnvloeden?
A
Eten van bepaalde voedingsmiddelen
B
Door veel of weinig te drinken
C
Door inname van medicatie
D
Alle antwoorden zijn juist

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Aandachtspunten 
Voldoende drinken
Gezonde en gevarieerde voeding
Medicatie gebruik
Hygiëne
Observeren/rapporteren
Begeleiding

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Meest voorkomende aandoeningen
Obstipatie
Diarree
Aambeien
Tumoren

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Observaties ontlasting
kleur
geur
vorm
frequentie/hoeveelheid
vreemde componenten, zoals
onverteerd voedsel, parasieten,
slijm/pus


Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Aandachtspunten
Voldoende drinken
Gezonde en gevarieerde voeding
Medicatie gebruik
Hygiëne
Bewegen
Observeren/rapporteren
Begeleiding

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Klachten bij aambeien zijn...
A
Jeuk
B
Pijn
C
Bloedverlies bij ontlasting
D
Alle antwoorden zijn juist

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Jouw rol!!
Begeleiding
Motivatie
Adviseren
Observeren/rapporteren

Toon begrip en blijf respectvol

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Kan jij benoemen wat jij kan betekenen als helpende, bij een client die problemen heeft met uitscheiding?

Slide 20 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

 Incontinentie
  • Incontinentie betekent onvrijwillig verlies van urine
  • Incontinentie is geen ziekte maar een gevolg van een lichamelijke of psychische aandoening
  • De cliënt raakt ongewild op het verkeerde moment en op de verkeerde plaats urine/ontlasting kwijt
  • Incontinentie komt op alle leeftijden voor zowel bij mannen als bij vrouwen

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Incontinentie
Continent-> het kunnen ophouden van urine / ontlasting
Incontinentie-> het NIET (MEER) op kunnen houden van urine / ontlasting

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Incontinentie
Heel vervelend voor de cliënt
Schaamte ongemak
Houdt hier rekening mee

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Mogelijke oorzaken incontinentie
Operatie
Verzwakte bekkenbodemspieren
Niet (meer) voelen van de prikkel
Niet (meer) begrijpen 

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Incontinentiemateraal
Geen luiers
Regelmatig verschonen
Incontinentiemateriaal gebruiken dat is geadviseerd
Wel naar toilet laten gaan

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

praktische hulpmiddelen

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar denk je aan bij praktische hulpmiddelen?
Er zijn 4 categorieën incontinentiematerialen te onderscheiden:
Absorberende materialen die urine en/of ontlasting opnemen en vasthouden.
Afvoerende materialen die helpen om urine en/of ontlasting af te voeren en op te vangen.
Afsluitende materialen die voorkomen dat iemand ongewild urine en/of ontlasting verliest.
Aanvullende materialen om het effect van incontinentiehulpmiddelen te versterken of ongewenste bijwerking te verminderen.

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Als een client incontinent is hoef je haar/hem niet meer op toilet te helpen?
eens
oneens
geen mening

Slide 28 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions

Bij incontinentie is een katheter de beste oplossing?
ja
nee
weet ik niet

Slide 29 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions

ondersteek, urinaal en postoel
postoel
douche stoel
po en urinaal spoeler
bed pan
urinaal

Slide 30 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een katheter?
Een katheter is een medisch hulpmiddel om urine vanuit de blaas te laten aflopen door een flexibele slang. 

Verschillende Katheters zijn: 
- Transurethrale katheter. Deze blaaskatheter wordt ingebracht via de plasbuis.



- Suprapubische katheter. Deze wordt ingebracht via de buikwand, boven het schaambeen. 

- Verblijfskatheter via de urethra (catheter à demeure: CAD)
- Intermitterende katheter (eenmalige katheterisatie)  
         - hydrofiel 
         - niet hydrofiel

Slide 31 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 32 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Indicatie
  • Urineretentie door bv  prostaatvergroting na operatie, na cad, bij epidurale pijnstilling. 
  • Langdurig bestaande indicatie voor katheterisatie (een transurethrale katheter kan na lange tijd leiden tot irritatie van de urinebuis);
  • Recidiverende urineweginfecties;
  • Zieke patienten
  • Operatie 
  • Niet kunnen plassen, na operatie, bevalling, epiduraal.
  • Verlamming, abstinerend beleid, terminale zorgvrager
  • Slide 33 - Diapositive

    Cet élément n'a pas d'instructions

    Slide 34 - Diapositive

    Cet élément n'a pas d'instructions

    Slide 35 - Diapositive

    Cet élément n'a pas d'instructions

    Veelvoorkomende katheters

    • Blaaskatheter ook wel CAD genoemd 
    (catheter á demeure = balonkatheter)
    • Buikkatheter (suprapubische katheter, SP)
    • Condoomkatheter
    • Intermitterende katheter

    Slide 36 - Diapositive

    Cet élément n'a pas d'instructions

    Slide 37 - Diapositive

    Cet élément n'a pas d'instructions

    De afkorting CAD is voor
    A
    Continue afloop diurese
    B
    Catheter á demeure

    Slide 38 - Quiz

    Cet élément n'a pas d'instructions

    Verzorgen van een patiënt met een cad.
    observaties?
    verzorgen?
    katheter toilet?
    waar op letten?
    hoe verwisselen zak?

    Slide 39 - Diapositive

    Cet élément n'a pas d'instructions

    Wat is menstruatie?

    Slide 40 - Diapositive

    Cet élément n'a pas d'instructions

    Lichaamseigen stof- menstruatiebloed

    Vrouwen tussen de 13 en 50 jaar hebben een menstruatiecyclus, waarin het lichaam zich voorbereidt op zwangerschap. Als er geen bevruchting is, begint de menstruatie met bloedverlies. Cliënten kunnen maandverband, tampons, ondergoed of een menstruatiecup gebruiken en pijnstillers helpen bij menstruatiepijn.

    Slide 41 - Diapositive

    Cet élément n'a pas d'instructions

    Zet de namen van de processen van de menstruatiecyclus op de juiste plek
    Menstruatie
    Follikelrijping
    Ovulatie
    baarmoederslijmvlies wordt dikker
    Menstruatie

    Slide 42 - Question de remorquage

    Cet élément n'a pas d'instructions

    Tijdens de menstruatie ..
    A
    Komt een eicel vrij uit de eierstok
    B
    Gaat een eicel dood in de eileider
    C
    Wordt de eicel bevrucht door zaadcellen
    D
    Stoot de baarmoeder het gemaakte slijmvlies af

    Slide 43 - Quiz

    Cet élément n'a pas d'instructions

    hulpmiddelen menstruatie
    Je kan je menstruatie opvangen met een maandverband/inlegkruisje, een tampon, een menstruatiecup of menstruatieondergoed.

    Slide 44 - Diapositive

    Cet élément n'a pas d'instructions