De spin / spinnen
1 / 21
La durée de la leçon est: 45 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Wat weet jij al van Spinnen?
Typ 2 dingen over wat jij weet van spinnen.
Typ 2 dingen over wat jij weet van spinnen.
Slide 2 - Carte mentale
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Vidéo
Wat voor soort spin heeft Tom op zijn hand aan het begin van de video?
A
een vogelspin
B
een olifantenspin
C
een visspin
D
een hondspin
Slide 5 - Quiz
Hoeveel poten heeft de spin?
A
2
B
4
C
6
D
8
Slide 6 - Quiz
Is de spin op zijn hand een vrouwtje of een mannetje?
A
een mannetje
B
een vrouwtje
Slide 7 - Quiz
Wat is een lekkere prooi voor een spin?
A
B
C
D
Slide 8 - Quiz
Hoe vangt een vogelspin haar prooi?
A
Zij maakt een web.
B
Zij springt op haar prooi.
Slide 9 - Quiz
Hoe vangt Ron, de spinnenexpert de spinnen uit de boom?
A
B
C
D
Slide 10 - Quiz
Hoeveel ogen heeft de spin?
A
8
B
6
C
4
D
2
Slide 11 - Quiz
De hooiwagen is eigenlijk geen echte spin. Waarom niet?
A
De hooiwagen heeft 4 poten.
B
De hooiwagen heeft 4 ogen.
C
De hooiwagen eet geen insecten.
D
De hooiwagen heeft maar 1 lijf.
Slide 12 - Quiz
Waar zie je de Wolfspin?
A
B
C
D
Slide 13 - Quiz
Waar woont de Wolfspin?
A
B
C
D
Slide 14 - Quiz
Kan een spin goed kijken/zien?
A
ja
B
nee
Slide 15 - Quiz
Waarom pakte de spin de dode vlieg niet, die Yannick in het web gooide?
A
De spin was aan het slapen.
B
De spin voelde geen trillingen.
C
De spin had geen honger.
D
De spin was dood.
Slide 16 - Quiz
Hoe eet de spin haar prooi?
A
Ze spuit zuur in de prooi. Het wordt een soepje. Dan zuigt de spin het op.
B
Ze pakt een vork en mes en eet de prooi op.
Slide 17 - Quiz
Is de draad die een spin maakt sterk of niet sterk.
A
niet sterk
B
sterk
Slide 18 - Quiz
Wie is groter? Een mannetjes of een vrouwtjes spin?
A
Een vrouwtjes spin.
B
Een mannetjes spin.
Slide 19 - Quiz
Bonus vraag: Zoek op het internet een foto van een Wiel-web.
