Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
Éléments de cette leçon
Tekst
Spinnen
Slide 1 - Diapositive
Les van vandaag: Spinnen.
Wat weet je nog van de vorige les?
Klassikale les over spinnen.
Jouw verhalen en kennis over spinnen.
Eind van de les weet jij meer over spinnen.
Wat hebben wij vandaag geleerd?
Slide 2 - Diapositive
Een spin is een...
A
reptiel
B
insect
C
geleedpotige
D
zoogdier
Slide 3 - Quiz
Spinnen worden door velen verkeerd als insecten beschouwd. Deze behoren allemaal tot de klasse van de spinachtigen; insecten vormen een aparte klasse. Spinachtigen en insecten horen wel beide tot de stam van de geleedpotigen, samen met nog andere klassen.
Slide 4 - Diapositive
Het lichaam van een spin...
A
heeft alleen een lijf
B
heeft alleen een kop en lijf
C
heeft een kop, borst en achterlijf
D
heeft een kop nek borst achterlijf en heupen
Slide 5 - Quiz
Het lichaam van een insect bestaat uit drie delen: een kop, een borststuk en een achterlijf. Een spin heeft maar twee lichaamsdelen: een kopborststuk en een achterlijf. In het kopborststuk zitten de mond, de ogen en de poten. Insecten hebben zes poten, spinnen acht.
Slide 6 - Diapositive
Welke onderdelen helpen mee bij het maken van een web?
A
zijn achterpoten
B
zijn spintepels
C
tanden
D
klieren
Slide 7 - Quiz
De klieren van de spin produceren het draad voor een web. En het draad komt uit de spintepels.
Maar hoe spant een spin eigenlijk zijn web?
Iedere spin heeft spintepels. Hierin bevinden zich buisjes die met de klieren van de spin verbonden zijn. De klieren van de spin produceren het draad. Nadat de wind het draad uit de spintepel trekt, kleeft de spin het draad aan de overzijde aan een tak of een stam.
Slide 8 - Diapositive
Hoeveel soorten spinnen zijn er?
A
ruim 120.000
B
ruim 90.000
C
ruim 75.000
D
ruim 45.000
Slide 9 - Quiz
Er zijn ruim 45.000 verschillende soorten spinnen beschreven. Spinnen hebben een wereldwijde verspreiding en kennen een grote variatie in lichaamsbouw, gedrag en voedselspecialisatie. Er zijn niet alleen zeer vele soorten spinnen, maar binnen een soort is de populatiedichtheid vaak ook erg hoog.
Slide 10 - Diapositive
Hoeveel soorten spinnen zijn er (ongeveer) in Nederland (en België)?
A
500
B
700
C
2000
D
4000
Slide 11 - Quiz
In België en Nederland leven bijna 700 verschillende soorten spinnen. Een aantal spinnen komt zeer algemeen voor en is bij het grote publiek bekend. Voorbeelden zijn de huisspin en de trilspin die in huizen leven en in tuinen komt de kruisspin algemeen voor.
Slide 12 - Diapositive
Hoe groot is de allergrootste spin ooit gemeten? (uit het Guinness World Records)
A
18cm
B
22cm
C
28cm
D
32cm
Slide 13 - Quiz
De grootste spin ter wereld is volgens Guinness World Records een mannelijke Goliathvogelspin die in 1965 werd aangetroffen in een regenwoud in Venezuela. De spin was in omvang 28 centimeter groot
Slide 14 - Diapositive
Slide 15 - Diapositive
Een van de grotere en bekendere spinnen is de vogelspin. Vogelspinnen vormen een bekende familie van spinnen binnen de suborde vogelspinachtigen. Veel soorten bereiken een behoorlijke lichaamslengte in vergelijking met andere spinnen. Een aantal soorten wordt wel als huisdier in een terrarium gehouden. Vogelspinnen zijn ondanks hun grootte relatief ongevaarlijk.
Slide 16 - Diapositive
Wat weet jij over vogelspinnen?
Slide 17 - Carte mentale
Vogelspinnen kent bijna iedereen. Veel mensen gruwelen van de grote en harige spinnen. Er zijn ongeveer 900 soorten vogelspinnen bekend. Ze gebruiken gif om hun prooi te verlammen. Veel van die soorten zijn langzaam en voor mensen niet giftig. Hoewel een beet soms wel pijn doet. Hoe leven vogelspinnen nu precies?
Slide 18 - Diapositive
Vogelspinnen hebben die naam, omdat mensen vroeger dachten dat ze vogels aten, maar dat is eigenlijk helemaal niet waar. Vogelspinnen eten bijna nooit vogels. In de tijd dat er nog weinig onderzoek was gedaan naar vogelspinnen, was er een kunstenares en spinnenkenner. Zij maakte een tekening van een vogelspin die een vogel op at. Dit werd in die tijd een heel bekende tekening. Daardoor dachten mensen dat vogelspinnen graag vogels aten. Nu er veel meer onderzoek is gedaan naar vogelspinnen, weten we dat ze vooral insecten en andere kriebeldieren eten. Soms eten vogelspinnen ook knaagdieren en hagedissen, maar bijna nooit vogels. Zo zie je maar dat het belangrijk is om dingen goed te onderzoeken.
Slide 19 - Diapositive
Vogelspinnen hebben verschillende manieren om aan hun voedsel te komen. Sommige soorten, zoals de zigzag-boomvogelspin, wachten geduldig tot er een maaltje langskomt. Als er een geschikte prooi voorbij komt, rennen ze er achteraan, springen ze en bijten met hun kaken. Ze spuiten gif in de prooi en rollen hem in spinnenweb. De cyaanblauwe vogelspin doet het anders. Deze soort bekleedt een holletje onder boomwortels of struiken met spinnenweb. Bij de ingang van het holletje maakt hij een tunneltje van spinrag, als een soort trechter. Dat is een val om prooien mee te vangen.
Verschillende manieren van jagen
Slide 20 - Diapositive
Bij dreiging vallen de meeste vogelspinnen niet snel aan. Vaak hebben vogelspinnen, zoals bijvoorbeeld de roodknievogelspin, brandharen op het lijf zitten. Wanneer ze zich bedreigd voelen door een ander dier, wrijven ze met hun poten over het achterlijf, waardoor wat haartjes de lucht in vliegen. Als een ander dier deze met gif gevulde haartjes dan op de huid of in het oog krijgt, prikt of jeukt dat heel erg. Soms houdt dat wel weken aan. De spinnen houden er een kaal plekje op hun achterlijf aan over, maar als dat hun belager afschrikt, hebben ze dat er wel voor over.