Voorang in het verkeer

Wat is voorrang en wanneer verleen je het?
1 / 11
suivant
Slide 1: Question ouverte
VerkeerBasisschoolGroep 7

Cette leçon contient 11 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Wat is voorrang en wanneer verleen je het?

Slide 1 - Question ouverte

Kijk op het plaatje, waar zou je voorrang moeten geven?

Slide 2 - Diapositive

Pas op, haaientanden
Dit is een voorrangsweg
Pas op, gevaarlijk kruispunt

Slide 3 - Question de remorquage

Slide 4 - Diapositive

Wie heeft
voorrang?
A
De auto
B
De fietser

Slide 5 - Quiz

Wie mag als
eerst?
A
Eerst de fietser, dan de auto, dan de voetganger
B
Eerst de auto, dan de voetganger, dan de fietser
C
Eerst de voetganger, dan de auto, dan de fietser
D
Eerst de voetganger, dan de fietser, dan de auto

Slide 6 - Quiz

Wie heeft
voorrang?
A
Alleen de fietser
B
Alleen de auto
C
De fietser en de voetganger
D
Eerst de voetganger, dan de auto

Slide 7 - Quiz

Uitrit (En onverharde wegen)
                                 Kom je uit een uitrit of 
                                onverharde weg? 
                    Je verleent dan altijd voorrang!

Slide 8 - Diapositive

Wie krijgt voorrang?
(Meerdere antwoorden 
goed)

Slide 9 - Diapositive

Wanneer krijg je voorrang?

Slide 10 - Carte mentale

Ik heb ooit voorrang moeten krijgen, maar dit toen niet gekregen...
Dit heb ik ooit meegemaakt
Dit heb ik nog niet meegemaakt

Slide 11 - Sondage