Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
H9.3 en 9.4 2h2
Welkom 2h3
Fijn dat je er bent
Leg je spullen alvast voor je op tafel
Luister goed
Doe actief mee
Log alvast in bij LessonUp
1 / 21
suivant
Slide 1:
Diapositive
Rekenen
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Cette leçon contient
21 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Welkom 2h3
Fijn dat je er bent
Leg je spullen alvast voor je op tafel
Luister goed
Doe actief mee
Log alvast in bij LessonUp
Slide 1 - Diapositive
Wat gaan we doen?
Herhaling vorige les 9.2
Theorie 9.3 Rekenen met procenten
Theorie 9.4 Percentages als decimaal getal
Zelfstandig werken
Afsluiting
Slide 2 - Diapositive
In een groep is 5 van de 50 deelnemers een man.
Hoeveel procent van de deelnemers is een man?
Slide 3 - Question ouverte
9.2 Percentage berekenen
In een groep is 5 van de 50 deelnemers een man.
Hoeveel procent van de deelnemers is een man?
5
0
5
=
1
0
0
1
0
=
1
0
%
5
0
5
=
5 : 50 = 0,1
0,10 = 0,10 x 100 = 10%. Dus 10% is man.
Slide 4 - Diapositive
Doelen 9.3 en 9.4
Je leert:
-met percentages als deel van het geheel te werken (9.3)
- procenten als decimaal getal te schrijven (9.4)
Slide 5 - Diapositive
9.3 Rekenen met procenten
Bart koopt een fiets met 20% korting. Hij moet 560 Euro betalen. Hoeveel kost de fiets zonder korting?
Euro
560
%
80
1
100
560 : 80 x 100 = €700
Slide 6 - Diapositive
9.3 Rekenen met procenten
Over boeken betaal je 6% btw. Je koopt een boek voor €11,50 (inclusief btw). Hoeveel is de prijs exclusief btw?
Euro
11,50
10,849
%
106
1
100
11,50 : 106 x 100 = €10,849
dus de prijs excl btw is €10,85
Slide 7 - Diapositive
Een taartje kost met 35% korting €2,60
Wat was de oude prijs van het taartje?
Slide 8 - Question ouverte
Antwoord taartje
Een taartje kost met 35% korting €2,60
Wat was de oude prijs van het taartje?
€
2,60
4
%
65
1
100
€2,60 : 65 x 100 = €4
Oude prijs was dus €4,-
Slide 9 - Diapositive
In een grote doos zit 40% meer bonbons dan in een kleiner doosje. In de grote doos zit 420 gram bonbons. Hoeveel gram zit in de kleine doos bonbons?
Slide 10 - Question ouverte
Antwoord doos bonbons
In een grote doos zit 40% meer bonbons dan in een kleiner doosje. In de grote doos zit 420 gram bonbons. Hoeveel gram zit in de kleine doos bonbons?
gram
420
300
%
140
1
100
420 : 140 x 100 = 300 gram
bonbons in de kleine doos
Slide 11 - Diapositive
9.4 Percentages als decimaal getal
Percentages kun je schrijven als een komma/decimaal getal
1% = 1 vd 100 = 1 : 100 = 0,01
Percentages kun je ook berekenen door te vermenigvuldigen met het decimale getal (factor bij wiskunde)
12 % van 250 = 0,12 x 250 = 30
Slide 12 - Diapositive
9.4 Percentages als decimaal getal
Toename of afname berekenen
Bij een toename met een bepaald percentage = 100 + ..%
Bij een afname met een bepaald percentage = 100 - ..%
De huur van een woning is €550,-. De huur wordt met 4% verhoogd.
Hoe hoog wordt de nieuwe huurprijs?
100+4 = 104%= 104:100=1,04
de nieuwe prijs = 1,04 x 550 = €572,-
Slide 13 - Diapositive
9.4 Percentages als decimaal getal
Je krijgt 13% korting op een fiets van €250,-
Hoeveel kost de fiets nu?
100 - 13 = 87%= 87 : 100 = 0,87
0,87 x 250 = €217,50
Slide 14 - Diapositive
9.4 Percentages als decimaal getal
Een boek kost inclusief 6% btw €21,20
Hoe duur is het boek exclusief btw?
de nieuwe prijs exclusief btw =
€21,20 : 1,06 = €20,-
€
21,20
%
106
1
100
€21,20 : 106 x 100 =
€21,20 : 1,06 = €20,-
Slide 15 - Diapositive
Appels kosten 1,40 per kg. Nu zijn ze 10% duurder. Wat is de nieuwe prijs?
Slide 16 - Question ouverte
Vraag appels
Appels kosten 1,40 per kg. Nu zijn ze 10% duurder.
Wat is de nieuwe prijs?
100 + 10% = 110 % = 110: 100 = 1,1
De nieuwe prijs = 1,1 x 1,40 = €1,54
Slide 17 - Diapositive
Een blouse kost normaal €32,95. In de uitverkoop krijg je 35% korting. Hoeveel moet je voor de blouse betalen?
Slide 18 - Question ouverte
Vraag blouse
Een blouse kost normaal €32,95. In de uitverkoop krijg je 35% korting. Hoeveel moet je voor de blouse betalen?
100 - 35 = 65 % = 65 : 100 = 0,65
de nieuwe prijs = 0,65 x 32,95 = 21,4175
Dus de nieuwe prijs is € 21,42
Slide 19 - Diapositive
Zelfstandig werken
9.3 opgaven 1,2,4,5,6,9,11,13
9.4 opgaven 1,2,4,7,8,9,11,13
Al gemaakt:
9.1 opgave 1,3,5,7,9,10,11
9.2 opgave 2,3,6,7,9,10,12,14
Slide 20 - Diapositive
Afsluiting
Je hebt geleerd:
-met percentages als deel van het geheel te werken (9.3)
- procenten als decimaal getal te schrijven (9.4)
Huiswerk
9.3 opgaven 1,2,4,5,6,9,11,13
9.4 opgaven 1,2,4,7,8,9,11,13
Slide 21 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
H9.3 en 9.4 2v1
Janvier 2022
- Leçon avec
20 diapositives
Rekenen
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Rekenen NU PW/OA 11.4
Mars 2023
- Leçon avec
14 diapositives
Rekenen
MBO
Studiejaar 1
Rekenen NU PW/OA 11.4
Juin 2022
- Leçon avec
11 diapositives
Rekenen
MBO
Studiejaar 1
Rekenen NU PW/OA 11.4
Janvier 2022
- Leçon avec
13 diapositives
Rekenen
MBO
Studiejaar 1
2F procenten - herhalen + par. 11.4 en 11.5
Septembre 2020
- Leçon avec
22 diapositives
Retail
MBO
Studiejaar 1
Rekenen 7 januari k2b
Janvier 2021
- Leçon avec
14 diapositives
Rekenen
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
2F Procenten - deel 2 / BBL
Octobre 2021
- Leçon avec
17 diapositives
Retail
MBO
Studiejaar 2
Een getal berekenen met procenten
Janvier 2019
- Leçon avec
18 diapositives
par
Economics
Economie
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 3,4
Economie voor vmbo