§1.2 Waarom koop je dat?

Hoofdstuk 1: Wat heb je nodig
§1.2 Waarom koop je dat?
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Hoofdstuk 1: Wat heb je nodig
§1.2 Waarom koop je dat?

Slide 1 - Diapositive

Programma
  1. Bespreken opgave  2, 6, 7, 8, 9, 11, 13, 14, 15
  2. Instructie §1.2
  3. Zelfstandig werken §1.2 
  4. Afsluiting & huiswerk

Slide 2 - Diapositive

Doelen
  • Je weet waardoor mensen verschillende behoeften hebben
  • Je kent het verschil tussen sociale en commerciële beïnvloeding
  • Je weet waarom fabrikanten en winkeliers reclame maken
  • Je kunt met een percentage een getal uitrekenen 

Slide 3 - Diapositive

Budget:
Een budget is de hoeveelheid geld die een persoon te besteden heeft. Hiervan moet je een bepaald soort uitgaven doen

Er zullen keuzes gemaakt moeten worden om binnen een budget te blijven. Hierbij moet je prioriteiten stellen.

Slide 4 - Diapositive

Wat bepaalt je behoeften?
  • leeftijd
  • inkomen
  • mensen in je omgeving (sociale beïnvloeding)
  • bedrijven (commerciële beïnvloeding)

Slide 5 - Diapositive


Sociale beïnvloeding
(mensen beïnvloeden elkaar)
Commerciële beïnvloeding
(bedrijven beïnvloeden mensen)

Slide 6 - Diapositive

Reclame
Alles wat winkeliers en fabrikanten doen om de aandacht op hun product te richten. Dit zodat je het product gaat kopen. 
Cette vidéo n'est plus disponible

Slide 7 - Diapositive

Met procenten een getal berekenen

1. formule


2. verhoudingstabel

teberekenenbedrag=100percentagetotaal
1%
100%
x%

Slide 8 - Diapositive

Voorbeeldopgave
Op een fles deo van €4,50 krijg je een korting van 30%.
a) Bereken het bedrag van de korting
b) Bereken de nieuwe prijs

Slide 9 - Diapositive

Zelfstandig werken
  • Maak opgaven §1.2: 17, 20, 21, 23, 25, 26, 27, 28
  • Klaar? Verder met §1.3

Slide 10 - Diapositive

Henk heeft net nieuwe Fortnite moves gekocht. Hij is zo enthousiast dat hij tegen jou zegt die moet je ook kopen.
A
Sociale beïnvloeding
B
Commerciële beïnvloeding

Slide 11 - Quiz

Commercieel betekent dat bedrijven er geld aan willen verdienen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 12 - Quiz

Wat mensen kopen is afhankelijk van
A
Je budget, leeftijd, geslacht
B
budget
C
Leeftijd
D
geslacht

Slide 13 - Quiz

Je gaat nieuwe schoenen kopen. De prijs van deze schoenen is €75,- Je krijgt 40% korting. Wat betaal je bij het afrekenen?

Slide 14 - Question ouverte

plusopdracht: je koopt een fles deodorant. De korting is 1 euro. Dit is 20% van de normale prijs. Wat is de normale prijs?

Slide 15 - Question ouverte

Huiswerk
  • Maak opgaven §1.2: 17, 20, 21, 23, 25, 26, 27, 28

Slide 16 - Diapositive