4H_lesweek1(1+2+3)

• Duits
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Wilkommen zur Deutschstunde

Die Planung und die Lernziele 

1. Kapitel 3 - Einleitung

2. Wortschatz / Wörterbuch?

3. Lesen

4. Meinung äußern

5. Grammatik Wiederholung

6. Zimmer beschreiben

• Je kunt in langere teksten over thema's binnen het interessegebied informatie zoeken.
• Je kunt hoofdpunten begrijpen in eenvoudige documentaires.
• Je kent een aantal woorden die te maken hebben met het thema 'Wohnen' en 'Natur'.

Aan het einde weet je welke toetsen je in periode 2 maakt

Deutsch - Periode 2

Wohnen

Wörter zum Thema 'wohnen'

Frischer Wind für euere Zimmer

Schau dir die Einleitung an.

Was bedeuten die Wörter auf den nächsten Folien?

rumlungern

auf dem Boden

eine Menge

die Wand

gerade

Neue Wörter?

1. Is het positief of negatief?

2. Leid de betekenis af uit de context.

3. Leid de betekenis af van woorden uit het Engels/Frans/Nederlands.

3. Zoek het op in het woordenboek.

Frische Wind für euere Zimmer

Wat is de letterlijke betekenis?

Wat is de figuurlijke betekenis?

An die Arbeit!

Was? Kapitel 3 Aufgaben 1, 2, 4, 5

Notiere die Wörter D-NL in eurer Heft!

Wie? Individuell

Wie lange? 15 Minuten

Fertig? Lektion 1 Kapitel 1

Hausaufgaben

Nächste Stunde:

Kapitel 3 Aufgaben 1, 2, 4, 5

= Redemittel 'Meinung äußern'

Montag: 

Kapitel 3

Aufgaben 22-26

Wilkommen zur Deutschstunde

Die Planung und die Lernziele 

1. Kapitel 3 - Einleitung

2. Wortschatz / Wörterbuch?

3. Lesen

4. Meinung äußern

5. Grammatik Wiederholung

6. Zimmer beschreiben

• Je kunt in langere teksten over thema's binnen het interessegebied informatie zoeken.
• Je kunt hoofdpunten begrijpen in eenvoudige documentaires.
• Je kent een aantal woorden die te maken hebben met het thema 'Wohnen' en 'Natur'.

Aan het einde weet je welke toetsen je in periode 2 maakt

Besprechen Schriftliche Prüfung:

Instruktion:

Was? Ihr beschreibt eure Schlafzimmer + die Umgebung

Wie? Selbständig

Hilfe?  Woordspin, Lehrerin, einander

Zeit? Etwa 5 Minuten

Fertig? Kontrollieren lassen

Eine Wohnungsanzeige schreiben

• Was?  Du möchtest deine Wohnung / ein Zimmer vermieten. Schreibe eine Anzeige über deine Wohnung.
• Schreibe über die Wohung und über die Umgebung.
• Wie? alleine
• Hilfe? (online) Wörterbuch / Lernlisten / Lehrerin
• Zeit? 20 minuten. 
• Resultat? Am Ende werden wir einige Anzeigen besprechen.

Hausaufgaben

Nächste Stunde:

Maak af wat er in de les niet af is 

gekomen

Montag: 

Kapitel 3 Aufgaben 22-26 

(Grammatik)

Wilkommen zur Deutschstunde

Die Planung und die Lernziele (3)

1. Kapitel 3 - Einleitung

2. Wortschatz / Wörterbuch?

3. Lesen

4. Meinung äußern

5. Wohnungsanzeige

6. Grammatik Wiederholung

7. Wohnungsanzeige schreiben

• Je kunt in langere teksten over thema's binnen m.b.v. de Redemittel een woning advertentie schrijven.
• Je kunt je eigen fouten verbeteren in de advertentie (naamvallen, werkwoorden, hoofdletters).

Eine Wohnungsanzeige schreiben

• Was?  Du möchtest deine Wohnung / ein Zimmer vermieten. Schreibe eine Anzeige über deine Wohnung.
• Schreibe über die Wohung und über die Umgebung.
• Wie? alleine
• Hilfe? (online) Wörterbuch / Lernlisten / Lehrerin
• Zeit? 15 minuten. 
• Resultat? Am Ende werden wir einige Anzeigen besprechen.

Stappenplan 'naamvallen' (kort)

1: kijk of er een voorzetsel in de zin staat

3e naamval: aus bei mit nach seit von zu

4e naamval: durch für gegen ohne um

2: kijk of er een werkwoord met een vaste naamval in de zin staat

1e naamval: sein, werden, bleiben

3e naamval: danken, helfen, gratulieren

4e naamval: bitten, fragen, es gibt

3: ontleed de zin

1e naamval: onderwerp (hij/zij)

3e naamval: meewerkend voorwerk (aan/voor hem/haar)

4e naamval: lijdend voorwerp (hem/haar)

Die Aufgabe

Korrigiere deine Wohnungsanzeige:

- Großbuchstaben

- Fälle (o.a. zinnen ontleden)

- Verben (Präsens)

An die Arbeit!

Was? Kapitel 3 Aufgaben 22-24

Wie? Individuell

Wie lange? 15 Minuten

Fertig? Wörterliste in Quizlet

eine Gruppe Schüler bei mir für Fragen!

Hausaufgaben

Montag: 

Kapitel 3 Aufgaben 22-26 

(Grammatik)