Wk46 - 2.4 Woordformules & 2.5 Formules met letters
2.4 Woordformules &
2.5 Formules met letters
- Terugblik week 45
- Nieuwe theorie: woordformules
- Nieuwe theorie: zelf een woordformule opstellen
- Nieuwe theorie: letterformules
- Tussendoor: werken aan weektaken
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
WiskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1
Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 150 min
Éléments de cette leçon
2.4 Woordformules &
2.5 Formules met letters
- Terugblik week 45
- Nieuwe theorie: woordformules
- Nieuwe theorie: zelf een woordformule opstellen
- Nieuwe theorie: letterformules
- Tussendoor: werken aan weektaken
Slide 1 - Diapositive
Leerdoelen
- Ik kan uitleggen wat een woordformule is en ik kan deze gebruiken in opdrachten door een waarde in te vullen en dan de uitkomst van de woordformule te berekenen.
- Ik kan bij een situatie een woordformule opstellen.
- Ik kan een woordformule korter maken door letters te gebruiken.
Slide 2 - Diapositive
Los op:
15−(−4+5)=
A
6
B
14
C
24
D
16
Slide 3 - Quiz
Los op:
−14−(−7−8)=
A
1
B
-15
C
-29
D
-13
Slide 4 - Quiz
Formules
Slide 5 - Carte mentale
Stel een blikje cola kost €2,10. Hoeveel betaal je dan voor 3 blikjes?
timer
1:00
Slide 6 - Question ouverte
Cola kopen in formulevorm
Kosten in euro's = 2,10 x aantal blikjes
Dit is een voorbeeld van een woordformule,
zo kan je snel berekenen hoeveel je moet betalen.
Slide 7 - Diapositive
Stel Wouter doet mee aan een sponsorloop. Hij krijgt €3,- per ronde en een startbedrag van €5,-. Hoeveel euro krijgt hij van mij voor 2 rondes?
timer
1:30
Slide 8 - Question ouverte
Sponsorloop in formulevorm
Opbrengst in euro's = 3 x aantal rondes + 5
Dit is een voorbeeld van een woordformule,
zo kan je snel berekenen hoeveel geld de sponsorloop opbrengt.
timer
5:00
Slide 9 - Diapositive
Weektaak
Wat?
Maak 61, 64, 66, 67, 68, 70
Lastig? Maak 59 en 60
Hoe?
Alleen of in tweetallen
Op fluisterniveau
Hulp?
1) Theorie A en B (v.a. blz. 73)
2) Buurman/buurvrouw
3) Docent
timer
15:00
Slide 10 - Diapositive
Opbrengst in euro's = 5 + 3 x aantal rondes
Madelon doet mee aan de sponsorloop, ze loopt 4 rondes, wat is haar opbrengst?
A
32 euro
B
12 euro
C
17 euro
D
23 euro
Slide 11 - Quiz
Duo-opdracht
- Je ontvangt per duo een opdrachtblaadje, stel samen de formule op → noteer jullie antwoord.
- Gebruik de woordformule om antwoord te geven op vraag b.
- Klaar? Kijk de gemaakte opdrachten van paragraaf 2.4 na