Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.
Éléments de cette leçon
Thema
Ruzie
Slide 1 - Diapositive
Waar over ging het thema van Disk waaraan je gewerkt hebt?
A
Over vrienden en vriendinnen.
B
Over vakken op school.
C
Over ruzie maken en pesten.
Slide 2 - Quiz
Met wie maak jij weleens ruzie? (Stuur het antwoord in)
Slide 3 - Question ouverte
Wat betekent uitlachen?
A
hard lachen om een grap
B
lachen zonder geluid
C
nep lachen
D
met lachen laten merken dat je iemand niks vindt
Slide 4 - Quiz
Wat is een conflict?
A
meningsverschil dat tot ruzie heeft geleid
B
een spel dat je buiten kunt spelen
C
roddelen over je vrienden
D
woord in weerbericht
Slide 5 - Quiz
Wat is roddelen?
A
Je praat niet aardig over iemand anders.
B
Je praat aardig over iemand anders.
C
Je praat over jezelf.
Slide 6 - Quiz
Op de volgende slide zie je een korte film over PESTEN.
Bekijk de film en beantwoord de vragen....
Slide 7 - Diapositive
Slide 8 - Vidéo
Wie is de pester?
A
Joost
B
Pieter
C
Eva
D
Bram
Slide 9 - Quiz
Slide 10 - Vidéo
Welk titel past het best bij dit korte filmpje
A
kort lontje
B
pesten
C
slapende kinderen
D
botsing
Slide 11 - Quiz
Wat betekent 'een kort lontje hebben'?
A
om vuurwerk af te steken
B
schoenveter
C
snel boos of geirriteerd zijn
D
hard en veel schelden
Slide 12 - Quiz
Malika: Jij bent echt dom! Malika duwt Ferris. Ferris valt op de grond. Ferris: Doe normaal! Jij bent gemeen! Ferris slaat Malika. Wie is fout? Leg uit in je antwoord.