Herhaling zakelijk lezen t/m 4.3

Zakelijk lezen groep 9
t/m paragraaf 4.3 
(inleiding/middenstuk/slot, tekstdoelen, tekstsoorten, kernzin, (deel)onderwerp,  leesmanieren, (onder)titel, tussenkopjes)
1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Zakelijk lezen groep 9
t/m paragraaf 4.3 
(inleiding/middenstuk/slot, tekstdoelen, tekstsoorten, kernzin, (deel)onderwerp,  leesmanieren, (onder)titel, tussenkopjes)

Slide 1 - Diapositive

Uit welke 3 delen bestaat een tekst?

Slide 2 - Question ouverte

een samenvatting of conclusie
een anekdote
meer info over het onderwerp

Slot

Inleiding
Midden-
stuk 

Slide 3 - Question de remorquage

Dit geeft extra uitleg/toelichting bij een titel. Dit is een ...
A
tussenkopje
B
ondertitel
C
inleiding
D
alinea

Slide 4 - Quiz

Wat is geen tekstdoel?
A
informeren
B
amuseren
C
instructie geven
D
toelichten

Slide 5 - Quiz

informeren
amuseren
mening geven
instructie geven

recensie
recept voor brownies
de Donald Duck
kranten-
artikel

Slide 6 - Question de remorquage

Wat is een kernzin?

Slide 7 - Question ouverte

Wat is niet waar m.b.t. een kernzin?
A
Het is de belangrijkste zin van een alinea
B
Het is vaak de eerste zin van een alinea
C
De kernzin staat vaak in het midden van een alinea
D
In een kernzin staan hoofdzaken

Slide 8 - Quiz

Wat is het verschil tussen een onderwerp en een deelonderwerp?

Slide 9 - Question ouverte

Een hoofdgedachte bestaat uit...
Een onderwerp omschrijf je met...
Het onderwerp is het antwoord op de vraag...
De hoofdgedachte is het antwoord op de vraag...

Eén zin

Eén woord of een groepje woorden
Wat wil de schrijver mij vertellen met deze tekst?
Waar gaat deze tekst over?

Slide 10 - Question de remorquage

Welke drie manieren van lezen zijn er ook alweer?

Slide 11 - Question ouverte

Als je erachter wilt komen wat de deelonderwerpen van een tekst zijn, lees je...
A
Precies
B
Verkennend
C
Globaal
D
Oriënterend

Slide 12 - Quiz