begeleiden: geriatrie

begeleiden: geriatrie 
1 / 37
suivant
Slide 1: Diapositive
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 37 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

begeleiden: geriatrie 

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

vandaag
  • vergrijzing en veroudering
  • de geriatrische patiënt
  • geriatrische syndromen en symptomen

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

lesdoelen
  • u kunt na deze les benoemen wat veroudering en vergijzing betekent.
  • u kunt na deze les benoemen welke 2 soorten leeftijden er zijn.
  • u kunt de kenmerken van een geriatrische patiënt benoemen

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Doel zorg voor ouderen
doel is om de
zelfredzaamheid en kwaliteit van leven zo veel mogelijk te bevorderen:

  • Zorgen voor zo goed mogelijk welbevinden
  • functioneel en esthetisch acceptabele situaties
  • Voorkomen van sociale
    inactiviteit (een belangrijke risicofactor voor functionele achteruitgang)
  • Proberen een goed netwerk om de oudere zorgvrager heen te bouwen (mantelzorgers/naasten. sociaal netwerk) 

Slide 4 - Diapositive

oudere patiënten risicovol vanwege hun
verhoogde kans op complicaties, zoals een
infectie, ondervoeding, delirium, decubitus,
bijwerking van medicatie of een val. Veel van
deze complicaties hebben functionele en/
of cognitieve achteruitgang van de oudere
patiënt tot gevolg
 Vijf stoornissen die de geriatrische reuzen worden genoemd
  • Gestoorde mobiliteit, 
  • Gestoorde stabiliteit (vooral duizeligheid en vallen), 
  • gestoorde communicatie (vooral door slechte horen en zien), 
  • psychische stoornissen (zoals depressie en dementie) en 
  • incontinentie.

Slide 5 - Diapositive

oudere patiënten risicovol vanwege hun
verhoogde kans op complicaties, zoals een
infectie, ondervoeding, delirium, decubitus,
bijwerking van medicatie of een val. Veel van
deze complicaties hebben functionele en/
of cognitieve achteruitgang van de oudere
patiënt tot gevolg
geriatrie
vergrijzing:
toename van aantal ouderen in de samenleving.

cijfers....


Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

belangrijkste oorzaken
  • daling in de vruchtbaarheid. er worden minder kinderen geboren. daarom zijn er meer ouderen dan jongeren.
  • de oudere leeft langer (langere levensverwachting).

CBS verwacht dat deze stijging zal aanhouden tot 2040!!

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

woonsituatie
  • de oudere woont op zichzelf of is opgenomen (verpleeg/ verzorgingstehuis).
  • tegenwoordig wilt de overheid dat de oudere zo lang mogelijk deel uit maakt van de samenleving en zelfstandig woont.
  • de oudere moet zo lang mogelijk gezond oud worden. 

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

waar moet op gelet worden om de oudere zo gezond mogelijk oud te laten worden?

Slide 14 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

letten op:
  1. het voorkomen en uitstellen van ziekte en sterfte.
  2. preventie van beperken van functioneren.
  3. voorkomen van verlies van zelfredzaamheid.
  4. terugdringen van afhankelijkheid van de zorg.

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

benoem een voorbeeld bij het voorkomen en uitstellen van ziekte en sterfte.

Slide 16 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

benoem een voorbeeld bij preventie van beperken van functioneren.

Slide 17 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

benoem een voorbeeld bij voorkomen van verlies van zelfredzaamheid.

Slide 18 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

benoem een voorbeeld bij terugdringen van afhankelijkheid van de zorg.

Slide 19 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

soorten leeftijd
biologische leeftijd: 
  • hoezeer het lichaam verouderd is.
kalenderleeftijd:
  • hoeveel jaar iemand heeft geleefd


Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

welke leeftijd is belangrijker?
A
biologische
B
kalender

Slide 21 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

biologische
bij de toestand van het lichaam (biologische) kan bepaald worden of een behandeling gestart kan worden.

een kalenderleeftijd is minder zeggend.

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

wat neemt er niet negatief bij veroudering?
A
heftigheid van een ziekte of aandoening
B
herstel na een ziekte
C
coping strategie
D
chronische aandoeningen

Slide 23 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

op welke complicaties kan de (kwetsbare) oudere meer kans hebben?

Slide 24 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 25 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

opname ziekenhuis
  • je hoort vaak dat als een (kwetsbare) zelfstandige oudere wordt opgenomen in het ziekenhuis deze daarna wordt opgenomen in een verpleeg/ verzorging huis.
  • er wordt zoveel mogelijk gescreend (functioneel) om beperkingen te voorkomen.
(bijv: delier, vallen, ondervoeding, fysieke beperkingen)

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


Wat is de meest voorkomende reden voor een ziekenhuisopname bij oudere patiënten?
3
A
Pneumonie
B
Urineweginfectie
C
Valincident
D
Hartfalen

Slide 27 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

welke functies kunnen uitvallen/ afnemen bij veroudering?

Slide 28 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

wat is de gemiddelde leeftijd waarop je maximaal kan presteren?
A
25
B
30
C
35
D
40

Slide 29 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

wat is de gemiddelde leeftijd waarbij je organen het best presteren?
A
20
B
25
C
30
D
35

Slide 30 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

at vind de geriatrische patiënt het belangrijkst?
(meerdere antwoorden mogelijk)
A
lang leven
B
mobiliteit
C
zelfredzaamheid
D
kwaliteit van leven

Slide 31 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

benoem een aandoening die kenmerkend is bij hoge ouderdom?

Slide 32 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

syndroom <-> symptoom
bij een geriatrisch syndroom is één symptoom (bijvoorbeeld vallen) echter het gevolg van meerdere aandoeningen.

zo kan vallen het gevolg zijn....

Slide 33 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

vallen kan een gevolg zijn van welke aandoeningen?

Slide 34 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

welke aanvullende bloedonderzoeken kunnen er plaats vinden?

Slide 35 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat doe je als een oudere patiënte niet uit bed wil komen om te wassen in de wasruimte. Neem je dan ADL-taken over als je tegelijkertijd weet dat het voor de gezondheid van de patiënt goed is om zoveel mogelijk zelf actief te blijven?

A
je gaat in gesprek en probeert haar over te halen zodat ze toch zelfstandig blijft
B
je gaat in gesprek en probeert te achterhalen wat ze zelf wil
C
je vertelt nogmaals welke consequenties het heeft als ze niet wilt revalideren.
D
je laat haar maar op bed liggen

Slide 36 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Geeft adviezen voor aanpassing in voeding of het dieet van de individuele oudere patiënt
Deskundige op het gebied van communicatie problemen en eet- en/of drinkproblemen (slikken) 
Bedenkt praktische oplossingen om zelfredzaamheid, productiviteit en  mobiliteit te bevorderen 
Richt zich op het bewegen van de mens
Geestelijk verzorger
Maatschappelijk werk
Diëtist
Logopedie
Ergotherapeut
Fysiotherapeut
Vertrouwenspersoon die naar de oudere luistert en de oudere ondersteunt in het proces dat hij/zij doormaakt 
Gespecialiseerd in het ondersteunen van ouderen en naasten als het moeilijk wordt om met de veranderde situatie om te gaan

Slide 37 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions