begeleiden: geriatrie

begeleiden: geriatrie 
1 / 50
suivant
Slide 1: Diapositive
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 50 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

begeleiden: geriatrie 

Slide 1 - Diapositive

vandaag
  • vergrijzing en veroudering
  • de geriatrische patiënt
  • geriatrische syndromen en symptomen
  • CGA
  • SAMPC

Slide 2 - Diapositive

lesdoelen
  • u kunt na deze les benoemen wat veroudering en vergijzing betekent.
  • u kunt na deze les benoemen welke 2 soorten leeftijden er zijn.
  • u kunt de kenmerken van een geriatrische patiënt benoemen.
  • u heeft kennis van de CGA analyse en de SAMPC methodiek.

Slide 3 - Diapositive

geriatrie
vergrijzing:
toename van aantal ouderen in de samenleving.

cijfers....


Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

belangrijkste oorzaken
  • daling in de vruchtbaarheid. er worden minder kinderen geboren. daarom zijn er meer ouderen dan jongeren.
  • de oudere leeft langer (langere levensverwachting).

CBS verwacht dat deze stijging zal aanhouden tot 2040!!

Slide 9 - Diapositive

woonsituatie
  • de oudere woont op zichzelf of is opgenomen (verpleeg/ verzorgingstehuis).
  • tegenwoordig wilt de overheid dat de oudere zo lang mogelijk deel uit maakt van de samenleving en zelfstandig woont.
  • de oudere moet zo lang mogelijk gezond oud worden. 

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

waar moet op gelet worden om de oudere zo gezond mogelijk oud te laten worden?

Slide 12 - Carte mentale

letten op:
  1. het voorkomen en uitstellen van ziekte en sterfte.
  2. preventie van beperken van functioneren.
  3. voorkomen van verlies van zelfredzaamheid.
  4. terugdringen van afhankelijkheid van de zorg.

Slide 13 - Diapositive

benoem een voorbeeld bij het voorkomen en uitstellen van ziekte en sterfte.

Slide 14 - Question ouverte

benoem een voorbeeld bij preventie van beperken van functioneren.

Slide 15 - Question ouverte

benoem een voorbeeld bij voorkomen van verlies van zelfredzaamheid.

Slide 16 - Question ouverte

benoem een voorbeeld bij terugdringen van afhankelijkheid van de zorg.

Slide 17 - Question ouverte

soorten leeftijd
biologische leeftijd: 
  • hoezeer het lichaam verouderd is.
kalenderleeftijd:
  • hoeveel jaar iemand heeft geleefd


Slide 18 - Diapositive

welke leeftijd is belangrijker?
A
biologische
B
kalender

Slide 19 - Quiz

biologische
bij de toestand van het lichaam (biologische) kan bepaald worden of een behandeling gestart kan worden.

een kalenderleeftijd is minder zeggend.

Slide 20 - Diapositive

veroudering
  • er is afname van de vitaliteit
  • de organen nemen af
  • de reserves nemen af
  • er kan een verloop zijn van afname (steeds meer zaken nemen achter elkaar af)

Slide 21 - Diapositive

wat neemt er niet negatief bij veroudering?
A
heftigheid van een ziekte of aandoening
B
herstel na een ziekte
C
coping strategie
D
chronische aandoeningen

Slide 22 - Quiz

op welke complicaties kan de (kwetsbare) oudere meer kans hebben?

Slide 23 - Carte mentale

opname ziekenhuis
  • je hoort vaak dat als een (kwetsbare) zelfstandige oudere wordt opgenomen in het ziekenhuis deze daarna wordt opgenomen in een verpleeg/ verzorging huis.
  • er wordt zoveel mogelijk gescreend (functioneel) om beperkingen te voorkomen.
(bijv: delier, vallen, ondervoeding, fysieke beperkingen)

Slide 24 - Diapositive

welke functies kunnen uitvallen/ afnemen bij veroudering?

Slide 25 - Carte mentale

wat is de gemiddelde leeftijd waarop je maximaal kan presteren?
A
25
B
30
C
35
D
40

Slide 26 - Quiz

wat is de gemiddelde leeftijd waarbij je organen het best presteren?
A
20
B
25
C
30
D
35

Slide 27 - Quiz

kenmerken geriatrie
  • interpedentie (lichamelijke, cognitieve en sociale problemen volgen elkaar op).
  • ziektebeelden geassocieerd met hoge leeftijd.
  • kwetsbaarheid (frailty)
  • vaak hoge leeftijd
  • multi morbiditeit
  • interactie van ziekte en ouderdom

Slide 28 - Diapositive

at vind de geriatrische patiënt het belangrijkst?
(meerdere antwoorden mogelijk)
A
lang leven
B
mobiliteit
C
zelfredzaamheid
D
kwaliteit van leven

Slide 29 - Quiz

benoem een aandoening die kenmerkend is bij hoge ouderdom?

Slide 30 - Question ouverte

"kenmerkend"
  • staar (cataract)
  • presbyacusis (ouderdom slechthorendheid)
  •  artrose (gewrichtsslijtage)
  • osteoporose (botontkalking)

Slide 31 - Diapositive

klachten
klachten kunnen zich op hogere leeftijd "Atypisch" presenteren.
enkele oorzaken:
  • Multi morbiditeit: andere ervaring, verdwijnen van de klacht of presentatie van de klacht.
  • andere presentatie door verlaging of verdwijnen van pijn drempel.
  • door angst de klacht niet vertellen/ bagatelliseren. 

Slide 32 - Diapositive

symptomen
symptoom verarming:
symptomen die normaal aanwezig zijn, zijn nu afwezig. (geen pijn bij plassen bij een UWI)

symptoomverschuiving:
er doen zich andere symptomen voor dan normaal.(verwardheid bij hartaanval)

Slide 33 - Diapositive

symptomen
symptoom omkering:
de symptomen zijn omgekeerd dan normaal (rust bij een te snel werkende schildklier)

symptoomvermeerdering:
twee dezelfde aandoeningen geven dezelfde klacht (POB bij hartklachten en longontsteking)

Slide 34 - Diapositive

geriatrische syndromen
  • verminderde mobiliteit
  • vallen 
  • incontinentie
  • depressie
  • verwardheid
  • duizeligheid

Slide 35 - Diapositive

syndroom <-> symptoom
bij een geriatrisch syndroom is één symptoom (bijvoorbeeld vallen) echter het gevolg van meerdere aandoeningen.

zo kan vallen het gevolg zijn....

Slide 36 - Diapositive

vallen kan een gevolg zijn van welke aandoeningen?

Slide 37 - Carte mentale

bij ouderengeneeskunde wordt er gebruik gemaakt van de CGA analyse.
waar staat dit voor?
A
cognitieve geaardheid analyse
B
comprehensive geriatric assessment
C
cerebraal geriatrische analyse
D
complete geriatric analysis

Slide 38 - Quiz

CGA bestaat uit
1. algemeen:  
medische voorgeschiedenis, medicatie

2. anamnese:
speciale/ tractus , hetero, functionele, sociale.

Slide 39 - Diapositive

CGA bestaat uit
3. lichamelijk onderzoek:
algemeen en neurologisch, psychiatrisch, functioneel.

4. aanvullend onderzoek:
klinimetrie, laboratorium, ECG.

Slide 40 - Diapositive

Slide 41 - Diapositive

voorbeelden
er wordt gebruik gemaakt van verschillende instrumenten.
hierbij kan er een goed beeld gevormd worden.

uit deze resultaten kan er een gedegen preventie of behandeling gestart worden

hier volgen wat voorbeelden....

Slide 42 - Diapositive

Slide 43 - Diapositive

welke aanvullende bloedonderzoeken kunnen er plaats vinden?

Slide 44 - Carte mentale

bloed onderzoeken
  • leuko's
  • vitamine
  •  trombo's
  • nierfunctie
  • schildklierfunctie
  • glucose
  • etc...

Slide 45 - Diapositive

na de CGA
er wordt een SAMPC (probleemlijst) opgesteld met de belangrijkste punten.
  • Sociaal
  • ADL/ mobiliteit
  • Maatschappelijk
  • Psychisch
  • Communicatie
 

Slide 46 - Diapositive

SAMPC
er kan nu een behandeling, begeleiding, maatregel of verder onderzoek ingezet worden door de geriater (arts gespecialiseerd in oudere geneeskunde).


Slide 47 - Diapositive

lesdoelen
  • u kunt na deze les benoemen wat veroudering en vergijzing betekent.
  • u kunt na deze les benoemen welke 2 soorten leeftijden er zijn.
  • u kunt de kenmerken van een geriatrische patiënt benoemen.
  • u heeft kennis van de CGA analyse en de SAMPC methodiek.

Slide 48 - Diapositive

vandaag
  • vergrijzing en veroudering
  • de geriatrische patiënt
  • geriatrische syndromen en symptomen
  • CGA
  • SAMPC

Slide 49 - Diapositive

volgende keer
  • Algemene wetgeving
  • Voedselveiligheid en HACCP

Slide 50 - Diapositive