3.5 Woorden les 1 - les 2 - les 3(BVM)

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 2

3.5 Woorden

Lesdoelen

- je kan 25 nieuwe woorden gebruiken;

- je weet wat afleidingen zijn.

Lesplanning les 1

Stillezen (10 min)

Terugblik

Werken aan de lesopdracht

Lesdoel:

Je oefent met 25 nieuwe woorden

Stillezen

Je leest 10 min in je leesboek

Voorkennis

-Je maakt opdr. 1 op blz. 210

(opdr. 2 slaan we over)

Lesopdracht

Je schrijft de woordenlijst (blz210 - 211) over in je schrift.

Je maakt opdr. 3 t/m 6 van paragraaf 3.5 in je lesboek.

(Wat niet af is, is huiswerk voor de volgende les)

Lesplanning les 2

Jeugdjournaal kijken

Terugblik

Werken aan de lesopdracht

Lesdoel:

Je oefent met 25 nieuwe woorden

Stillezen

Je leest 10 min in je leesboek

Voorkennis

-Je maakt opdr. 2 op blz. 211

Lesopdracht

Je schrijft de woordenlijst (blz 210 - 211)  op de flitskaartjes. (voorzijde het woord, achterzijde betekenis)

Je maakt opdr. 7 t/m 11 van paragraaf 3.5 in je lesboek.

(Wat niet af is, is huiswerk voor de volgende les)

Lesplanning les 3

Startopdracht (Schrijf over in je schrift)

We bekijken het uitlegfilmpje

Werken aan de lesopdracht

Lesdoel:

Je leert wat afleidingen zijn

Schrijf over in je schrift:

Een afleiding bestaat uit een grondwoord met een voor- of achtervoegsel dat op zichzelf meestal geen woord is.

Voorbeelden: tijdloos, werkzaam, ondankbaar.

Zulke voor- en achtervoegsels geven het kernwoord een andere betekenis.

Ook verandert vaak de woordsoort door het achtervoegsel.

meisje (zn) - meisjesachtig (bn.)

Voorbeelden

grondwoord	afleiding
aardig	onaardig
gevaar	gevaarlijk
bloem	bloempje
raadsel	raadselachtig

meer afleidingen

Ook van namen van landen of steden kun je een afleiding maken. Ook deze afleidingen schrijf je met een hoofdletter.

Voorbeelden:

Duitsland - de Duitse worsten

Friesland - de Friese meren

Amsterdam - de Amsterdamse grachten

Lesopdracht

- Schrijf het blauwe theorievlak over in je schrift

- Je maakt opdr. 13 in je lesboek

-Je schrijft in je schrift 20 samengestelde woorden (samenstellingen) en je schrijft in je schrift 20 afleidingen

(je onderstreept het grondwoord)

(Wat niet af is, is huiswerk voor de volgende les)