Cette leçon contient 12 diapositives, avec diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 30 min
Éléments de cette leçon
Titreren
Slide 1 - Diapositive
Ontzuren
Als je een basische stof aan een zure stof toevoegd, noem je dat ontzuren. Je brengt de pH van een lage waarde hogerop door er een stof met een hogere pH aan toe te voegen.
Slide 2 - Diapositive
Neutraliseren
Een zure oplossing kun je neutraal maken door er een basische stof aan toe te voegen tot de pH 7 wordt.
Dat punt noem je het omslagpunt.
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Diapositive
https:
Slide 5 - Lien
Omslagpunt door titratie
Het omslagpunt kun je zichtbaar maken. Je doet dit door een indicator voor een basische stof aan een zuur toe te voegen.
Je ziet dus eerst niets aan de stof. Maar op het punt dat de zure stof in een base gaat veranderen , geeft de indicator een kleur verandering.
Slide 6 - Diapositive
Slide 7 - Vidéo
Titreren
Je ziet dus dat je bij titreren nauwkeurig de begin en de eindstand van de base af moet lezen. Je moet natuurlijk weten hoeveel base je bij het zuur hebt gevoegd.
Als je de eindstand van de beginstand aftrekt heb je de hoeveelheid base die je hebt gebruikt. Hiermee kun je de concentratie uitrekenen.
Slide 8 - Diapositive
Concentratie berekenen
Kruislings vermenigvuldigen
De verhouding van 1 mL natronloog = 55 mg azijnzuur is gegeven.
Slide 9 - Diapositive
Voorbeeld 1
Azijn bevat azijnzuur. Dit kun je neutraliseren door er natronloog aan toe te voegen.
Gegeven: 1 mL natronloog = 58 mg azijnzuur.
Gevraagd: Hoeveel azijnzuur bevat de oplossing als je 18 mL natronloog nodig hebt om hem te neutraliseren.
Natronloog is een basische oplossing die je kunt maken door vloeibare gootsteenontstopper op te lossen.
Slide 10 - Diapositive
Uitwerken
Gegeven: 1 mL natronloog = 58 mg azijnzuur.
Gevraagd: Hoeveel azijnzuur bevat de oplossing als je 18 mL natronloog nodig hebt om hem te neutraliseren.