Les 7

¡Bienvenidos a la clase de hoy!
1 / 10
suivant
Slide 1: Diapositive
SpaansMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 10 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

¡Bienvenidos a la clase de hoy!

Slide 1 - Diapositive

¿Cuál es la fecha de hoy?

Hoy es _____(dag)___________
 _____(datum)__________
de _____(maand)__________


Slide 2 - Diapositive

Plan de clase

  • Corregir los deberes
  • Repaso: los pronombres     interrogativos
  • Las frases clave
  • Los deberes


La prueba: lunes el 18 de diciembre

Slide 3 - Diapositive

Los deberes 
Estudiar: StudyGo 2.2 + fuente D
Hacer: ejercicios 15 y 16
(+ entregar en GC)


Kijk het huiswerk zelf na met de antwoorden op GC.
Opdracht 16b bespreken we zo klassikaal.


Slide 4 - Diapositive

Los pronombres interrogativos

Slide 5 - Diapositive

Interrogativos Vraagwoorden
Hoe?
¿Cómo?
Waar?
¿Dónde?
> let op, waarvandaan? = ¿de dónde?
Wanneer?
¿Cuándo?
Wat / Welk(e)?
¿Qué? / ¿Cuál? / ¿Cuáles?
> vóór es bijna altijd cuál
> vóór son bijna altijd cuáles
behalve als je vraagt naar een betekenis: ¿Qué es una paella? Wat is een paella?
Wie?
¿Quién? / ¿Quiénes?
> bij enkelvoud quién (¿Quién es ella? Wie is zij?)
> bij meervoud quiénes (¿Quiénes son ellas? Wie zijn zij?)
Hoeveel?
¿Cuánto? / ¿Cuánta? ¿Cuántos? ¿Cuántas?
> voor een werkwoord altijd cuánto (¿Cuánto cuesta? Hoeveel kost het?)

> bij znw: past zich aan naar mannelijk/vrouwelijk en enkelvoud/meervoud:
¿Cuántos años tienes? 'Hoeveel jaren heb jij?'
Waarom?
¿Por qué?
> let op, omdat = porque (¿Por qué comes paella? Porque me gusta el sabor.)

Slide 6 - Diapositive

Repaso: los pronombres interrogativos

Slide 7 - Diapositive

A trabajar
1. Maak drie vraagzinnen met in elke zin 
een ander vragend voornaamwoord.
2. Je klasgenoot beantwoordt de vragen (in het Spaans).
3. Je klasgenoot geeft feedback op je vraagzinnen.
4. Wissel van rol.

Slide 8 - Diapositive

timer
6:00
timer
4:00
Fuente E: frases clave

Slide 9 - Diapositive

Los deberes 
Estudiar: el presente perfecto, los verbos bota (e>ie), 
ww met onregelmatige ik-vorm, frases clave (fuente E)

--> huiswerkoverhoring


Slide 10 - Diapositive