3. Eenzaamheid

• Welzijn
• MBO
• Studiejaar 2

Eenzaamheid

Wanneer ben je eenzaam?

Opdracht  1 eenzaamheid

Quiz maken in 10 minuten. Daarna klassikaal nakijken.

Wat is de definitie van eenzaamheid?

1. het subjectief ervaren van een onplezierig of ontoelaatbaar gemis aan (kwaliteit van) bepaalde sociale relaties
2. het subjectief ervaren van een onplezierig of toelaatbaar gemis aan (kwaliteit van)bepaalde sociale relaties
3. het subjectief ervaren van ontoelaatbaar gemis en emotionele relaties
4. het objectief ervaren van plezierige en toelaatbare relaties

b. Welke uitspraak over eenzaamheid klopt?

1. Eenzaamheid is een objectieve beleving.
2. Eenzaamheid gaat om kwantiteit én kwaliteit van relaties.
3. Bij eenzaamheid betekenen minder relaties meer kwaliteit
4. Eenzaamheid is plezierig en niet zorgelijk.

c. Vul de zin aan: patronen zijn gewoontes die …

1. bekend zijn en geen nieuwe uitdaging bevatten
2. onbekend zijn en nieuwe uitdagingen in de weg staan
3. bekend zijn en uitdagingen oproepen
4. bekend zijn en voortdurend veranderen

d. Wat is een gevolg van minder omgaan met anderen?

1. Het wordt moeilijker om deze negatieve spiraal te keren. 14
2. Het wordt makkelijker om de negatieve spiraal te keren.
3. Het wordt makkelijker om contacten te leggen met anderen.
4. Het wordt moeilijker om contacten te leggen met anderen.

e. Welke omschrijving past bij mensen die we de ‘zelfredzamen’ noemen?

1. Ze hebben meestal een baan en geen moeite met het aangaan van een oppervlakkig contact.
2. Ze hebben meestal nog een baan en moeite met het aangaan van oppervlakkig contact.
3. Ze hebben meestal geen baan en moeite met het aangaan van een oppervlakkig contact.
4. Ze hebben meestal nog een baan en moeite met het aangaan van diepgaand contact.

f. Welke uitspraak past het best bij de onafhankelijken?

1. Ze kunnen gewoonweg niet goed met andere mensen omgaan.
2. Ze kunnen prima omgaan met bekenden en hebben deze contacten ook nodig.
3. Ze kunnen prima omgaan met onbekenden, maar ze hebben deze contacten niet nodig.
4. Ze kunnen prima contact maken met anderen, maar ze hebben deze niet nodig.

g. Welke uitspraak past het best bij de groep die zich schaamt om te bekennen eenzaam te
zijn?

1. Deze groep doet er veel aan om niet op te vallen.
2. Deze groep doet er veel aan om op te vallen, maar de eenzaamheid blijft.
3. Deze groep schaamt zich niet om geen contacten te hebben.
4. Deze groep doet er veel aan om contact te vermijden.

h. Welke uitspraak past het best bij de groep die zegt: ‘Ik doe het anders’?

1. Ze zijn vaak in groepen te vinden en passen zich makkelijk aan.
2. Ze zijn vaak een buitenstaander en vertonen excentriek gedrag
3. Ze zijn vaak gezellig en empathisch ingesteld.
4. Ze zijn vaak op zoek naar een compromis en afstemming.

i. Welke uitspraak past het best bij de groep die zegt: ‘Een keer komt het goed’?

1. Deze groep mensen doet niet mee aan maatschappelijke activiteiten, maar zou dat wel graag willen.
2. Deze groep mensen doet mee aan maatschappelijke activiteiten, maar liever niet.
3. Deze groep mensen doet mee aan maatschappelijke activiteiten om contact te maken en respect te krijgen.
4. Deze groep mensen doet niet mee aan maatschappelijke activiteiten. Ze vinden het veiliger om een geïsoleerd bestaan te leiden.

j. Welke uitspraak past het best bij de groep mensen in de samenleving die zich afkeert?

1. Dit zijn mensen die geen contact meer willen met anderen uit kwaadheid en teleurstelling.
2. Dit zijn mensen die contact willen met anderen, maar het gelijk weer afstoten.
3. Dit zijn mensen die geen contact willen, omdat ze zichzelf prima kunnen redden.
4. Dit zijn mensen die een besluit hebben genomen om zich af te keren van de samenleving en daar een goed gevoel over hebben.

k. Eenzaamheid en sociaal isolement

1. eenzaamheid 2 - 4 - 5 - 7
2. sociaal isolement 1 - 3 - 6 - 8

l. Hoe noem je oorzaken van eenzaamheid en sociaal isolement op microniveau?

1. intra-individueel
2. intrinsiek
3. intra-groepsgericht
4. intra-complex

m. Hoe noem je oorzaken van eenzaamheid en sociaal isolement op mesoniveau?

1. interindividueel
2. intermeervoudig
3. intercomplex
4. internationaliseren

n. Welke maatschappelijke factoren op macroniveau hebben invloed op eenzaamheid en
sociaal isolement? Meerdere antwoorden zijn goed.

1. gebrek aan sociale vaardigheden
2. sociale controle en verdwijnen van sociale voorzieningen
3. werkgelegenheid
4. ziekte van partner

o. In de sociologie zijn er theorieën over het sterk houden van de samenleving. Wat is volgens
sociologen een manier om de samenleving sterk te houden?

1. een afwijkende stijl of uitingsvorm tolereren
2. een eigen mening en uitingsvorm tolereren
3. geen afwijkende stijl of uitingsvorm tolereren
4. geen uitingsvorm, maar wel een eigen mening tolereren

Opdracht 2

Zorgenloos

Bekijk de volgende film en maak de opdracht. 

Opdrachten maken

3. Invloed van eenzaamheid

4. Lijst met stellingen - maken door elkaar te interviewen. Neem een client of persoon in gedachten. 1 van jullie is client de ander neemt de vragenlijst af. Wissel ook van rol. Beschrijf een conclusie aan de hand van het interview.

Kwetsbare groepen
welke kennen we?

Welke factoren maakt iemand kwetsbaar

http://www.itsuptoyou.nu

http://www.itsuptoyou.nu/members/

Opdracht 6

Isolement door pesten - zoek 8 foto's uit die de invloed van pesten in beeld brengen. Zet bij elk beeld een pakkende tekst. maak hier een beeldpresentatie van.

(groepen van 2)

Theoriebron Sociaal Isolement en Uitsluiting

Opdracht 7

Verbogen kwaliteiten

Opdracht 8 

Netwerkcirkel - theoriebron netwercirkel

https://www.npo.nl/doe-even-normaal/20-08-2014/VPWON_1227544

Evaluatie hoofdstuk eenzaamheid en isolement

Intervieuw elkaar en vat samen op een post-it. Geef dit aan de docent.

Wat vond je interessant?

Wat vond je minder leuk?

Wat neem je mee voor je stage?