Zintuig: een orgaan dat reageert op prikkels uit het milieu.
Drempelwaarde: Kleinste prikkelsterkte die een impuls veroorzaakt.
Adequate prikkel: prikkel waarvoor een zintuigcel gevoelig is.
Gewenning: minder impulsen in een zintuigcel, doordat de prikkel enige tijd aanhoudt.
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3
Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.
Éléments de cette leçon
Controleer je aantekening van de vorige les:
Zintuig: een orgaan dat reageert op prikkels uit het milieu.
Drempelwaarde: Kleinste prikkelsterkte die een impuls veroorzaakt.
Adequate prikkel: prikkel waarvoor een zintuigcel gevoelig is.
Gewenning: minder impulsen in een zintuigcel, doordat de prikkel enige tijd aanhoudt.
Slide 1 - Diapositive
Basisstof 2: Voelen en Proeven
Pak je boek op blz. 56.
In deze les behandelen we de zintuigen in de huid, de neus en mond.
Slide 2 - Diapositive
De huid
In de huid liggen 5 zintuigen. Neem deze over en noteer op welke prikkel ze reageren.
Tastzintuigen (in tastknopjes)
Drukzintuigen
Warmtezintuigen
Koudezintuigen
Pijnpunten
Slide 3 - Diapositive
Opdracht onderdelen huid.
Maak (met behulp van je boek) de volgende opdracht.
Slide 4 - Diapositive
www.biologiesite.nl
Slide 5 - Lien
Het reukzintuig bevindt zich bovenin de neusholte.
Deze worden geprikkeld door geurende gassen.
Slide 6 - Diapositive
Slide 7 - Vidéo
In je tong bevinden zich fijne groeven. In deze groeven liggen smaakknopjes. Je kunt maar 4 smaken onderscheiden: zoet, zuur, bitter en zout. Voor overige smaken heb je je reukzintuig nodig.
Slide 8 - Diapositive
Slide 9 - Vidéo
Met welke zintuigen in de huid van je voeten kun je voelen dat je schoenen knellen?
A
Tastzintuigen
B
Drukzintuigen
C
Pijnpunten
Slide 10 - Quiz
Wanneer je een hamer op je tenen laat vallen, voel je dit met je ...
A
drukzintuigen
B
tastzintuigen
C
pijnzintuigen
D
voelzintuigen
Slide 11 - Quiz
Waarom adem je kort maar krachtig in, als je iets wilt ruiken?
Slide 12 - Question ouverte
Waarom smaakt je eten anders als je verkouden bent?
Slide 13 - Question ouverte
Slide 14 - Vidéo
00:00
Kun je je warmte- en koudezintuigen vergelijken met een thermometer?
Je warmtezintuigen reageren als de omgeving warmer is dan de huid.
Je koudezintuigen reageren als de omgeving kouder is dan de huid.
Je gaat nu kijken naar een proefje om deze vraag te beantwoorden.
Slide 15 - Diapositive
00:54
Je zintuigen zijn niet te vergelijken met een thermometer.
Vergelijk het met de verschillende seizoenen.
Als je in de winter (buiten 5 graden) binnenkomt voelt het lekker warm aan.
Als je in de zomer (buiten 30 graden) binnenkomt voelt het binnen koeler aan.