HV3 2023-2024

BONJOUR 
Bonjour
et 
bienvenue!!
1 / 37
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 37 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

BONJOUR 
Bonjour
et 
bienvenue!!

Slide 1 - Diapositive

Le 12 avril : U4 appr. 1+2 & §4

Slide 2 - Diapositive

Programme du jour H3


  1. Luistertoets inhalen?
  2. Unité 4 : Adrénaline 
  3. Faire des exercices 

Slide 3 - Diapositive

Unité 4 : Adrénaline

  1. Ouvre ton livre B à la page 11. Tu as donné des bonnes réponses?

  2. Prends la page 12. Ensemble on fait exercice 5.
  3. Puis vous allez faire exercice 6 pour la prochaine fois.

Slide 4 - Diapositive

Les devoirs pour le prochain cours 

  • Faire: exercice 3 et 4 
  • Apprendre : Unité 4 Apprendre 1 + 2 (zie Quizlet)
  • Réviser (herhalen) : aantekeningen §4 Bijv.nw.

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Neem oefening 6 voor je!
Eerst even huiswerkcontrole, daarna nakijken

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Wat is een bijvoeglijk naamwoord?
timer
0:30
A
het zegt wat over een werkwoord
B
het zegt wat over een zelfstandig naamwoord
C
het zegt wat over een lidwoord
D
het zegt wat over een lijdend voorwerp

Slide 10 - Quiz

Waar staat het bijvoeglijk naamwoord in een Franse zin?
timer
0:30

Slide 11 - Question ouverte

wat zijn bijvoeglijke naamwoorden?
timer
0:30
A
de, het , een
B
fiets, boek, volleybal
C
slimme, mooie, rode
D
lopen, werken, denken

Slide 12 - Quiz

Bijvoeglijk naamwoord: wat is juist?
timer
0:30
A
Les filles sont petit.
B
Les filles sont petite.
C
Les filles sont petits.
D
Les filles sont petites.

Slide 13 - Quiz

Bijvoeglijk naamwoord: wat is juist?
timer
0:30
A
les chats sont gris
B
les chats sont grises
C
les grises chats
D
les gris chats

Slide 14 - Quiz

Welke bijv. naamwoorden staan in het Frans vóór het zelfstandig naamwoord? (noteer FR én NL)
timer
1:30

Slide 15 - Question ouverte

Wat is juist?
timer
0:30
A
le parent meilleure
B
les parents meilleur
C
la meilleure parent
D
le meilleur parent

Slide 16 - Quiz

Vertaal:
het grote meisje
timer
0:30
A
la grand fille
B
la fille grande
C
la grande fille
D
la fille grand

Slide 17 - Quiz

Vertaal:
het zwarte haar
timer
0:30
A
les cheveux noires
B
les cheveux noirs
C
les noires cheveux
D
les noirs cheveux

Slide 18 - Quiz

Kies de juiste vorm van être:
Marie ________ (être)
timer
0:20
A
suis
B
être
C
est
D
es

Slide 19 - Quiz

Kies de juiste vorm van être:
Nous ________ (être)
timer
0:20
A
suis
B
sommes
C
avons
D
être

Slide 20 - Quiz

Combineer ww écrire met de juiste tijden.
j'écris 
tu as écrit 
ils écrivaient 

présent 

imparfait 

passé composé 

Slide 21 - Question de remorquage

Herhaling: bijvoeglijk naamwoord
- plaats
- vorm

Wat weet jij nog over dit onderwerp?



Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Diapositive

Slide 28 - Diapositive

Slide 29 - Diapositive

Slide 30 - Diapositive

Kies het juiste bijvoeglijk naamwoord:
Le film est (interessant)
A
intéressant
B
intéressante
C
intéressants
D
intéressantes

Slide 31 - Quiz

Kies het juiste bijvoeglijk naamwoord:
Les films sont (interessant)
A
intéressant
B
intéressante
C
intéressants
D
intéressantes

Slide 32 - Quiz

Kies het juiste bijvoeglijk naamwoord:
La chaussure est ...
A
joli
B
jolie
C
jolies
D
joliee

Slide 33 - Quiz

Kies het juiste bijvoeglijk naamwoord:
Les chaussures sont ...
A
jolies
B
jolis
C
joliees
D
jolie

Slide 34 - Quiz

Sleep het bijvoeglijke nw naar de goede plek.
La femme est .........
Les films sont ........
Le prof est ..........
Les filles sont .........
belle
nouveau
longs
petites

Slide 35 - Question de remorquage

Vul het juiste bijvoeglijk naamwoord in
La fille est (sportif)

Slide 36 - Question ouverte

Komt het bijvoeglijk naamwoord vóór of achter het zelfstandig naamwoord?
voor
achter
beau
haut
joli
petit
premier
gros
anglais
orange
triste
intelligent
massif
bon

Slide 37 - Question de remorquage