Economie&Handel: Gewicht les 1

• Economie & Handel
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 3,4

Praktisch rekenen bij Economie & Handel: Wegen en gewichten

In deze les leren jullie:

- De verschillende weeginstrumenten

- Het metriekstelsel voor gewichten

- meer over kilo, ons en gram,

- dat 1000 kilo 1 ton is,

- dat 0,5 ton 500 kilo is.

Waar denk je aan bij de woorden wegen en gewichten?

Wat is zwaarder?

1. Citroen
2. Pak suiker
3. Allebei even zwaar

Zet de voorwerpen op volgorde van licht naar zwaar.

1. Boter, stiften, puntenslijper
2. Puntenslijper, stiften, boter
3. Puntenslijper, boter, stiften
4. Stiften, puntenslijper, boter

Zet de voorwerpen op volgorde van zwaar naar licht.

1. Fiets, laptop, spacescooter
2. Laptop, space scooter, fiets
3. Laptop, fiets, spacescooter
4. Fiets, spacescooter, laptop

Hoe zwaar weegt een veertje

1. 1 kilo
2. 1 gram
3. 1000 gram
4. 1/2 kilo

Hoe zwaar weegt een pak suiker?

1. 10 gram
2. 100 gram
3. 1 000 gram
4. 10 000 gram

Hoe zwaar weegt een liter water?

1. 10 gram
2. 100 gram
3. 1000 gram
4. 1 kilo

Het metriekstelsel van de gewichten

Een ton

Een ton = 1000 kg

Deze ton is niet hetzelfde als...

deze ton... € 100.000,-

0,5 ton is 500 kilo

1 ton = 1000kg

0,6 ton = 600 kilo

0,7 ton = 700 kilo

0,8 ton = 800 kilo 

Wat is zwaarder?

1. 1 ton
2. 1 kilo

Wat is zwaarder?

1. 10 ton
2. 1000 kilo

Wat is zwaarder?

1. 600 kilo
2. 0,7 ton

Wat is zwaarder?

1. 0,1 ton
2. 1000 kilo

Kies de beste maat

1. gram
2. kilogram
3. ton
4. milligram

Kies de beste maat

1. gram
2. kilogram
3. centigram
4. milligram

Kies de beste maat

1. gram
2. kilogram
3. ton
4. decigram

Kies de beste maat

1. gram
2. kilogram
3. ton
4. hectogram

Wat is de afkorting van kilogram?

1. Kilo
2. gram
3. g
4. kg

Wat weegt 1 kilo?

1. 1,5 liter cola
2. Pak suiker
3. Koffiepads
4. Zak chips

Er zijn deze week 3 baby's geboren.
Mike weegt 3150 gr
Lotte weegt 2930 gr
Willem weegt 3050 gr

Wie weegt het meest?

1. Mike
2. Lotte
3. Willem
4. Allemaal even zwaar

0,7 kg is gelijk aan 70 gram

1. waar
2. niet waar

0,009 kg is gelijk aan

1. 0,009 gram
2. 90 gram
3. 900 gram
4. 9 gram

3,02 kg is gelijk aan

1. 3 kilo en 2 gram
2. 3 kilo en 20 gram
3. 3 kilo en 200 gram

Wanneer je 30 gram bij 6,8 kg optelt, heb je meer dan 7 kg.

1. juist
2. onjuist

23 gram kan je ook zo schrijven:
0, 23 kg

1. juist
2. onjuist

Hoe noemen we dit apparaat?

1. Weegschaal
2. Personen weegschaal
3. Maatbeker
4. Keuken weegschaal

Hoe noemen we dit?

1. Lepels
2. Lepelset
3. Maatlepels
4. Bestek

Verschillende materialen

Zoals jullie hebben gezien in de vorige vragen, zijn er verschillende soorten weegschalen of materialen om iets af te meten.

- Een personen weegschaal

- Een keuken weegschaal

- Maatlepels

- Een maatbeker

Welk materiaal zou jij gebruiken?

1. Keuken weegschaal
2. Personen weegschaal
3. Maat lepels
4. Een maatbeker

Welk materiaal zou jij gebruiken?

1. Keuken weegschaal
2. Personen weegschaal
3. Maat lepels
4. Maatbeker

1. De weegschaal is in balans
2. De weegschaal is uit balans
3. Weet ik niet

1 kilo = ...

1. 1000 gram
2. 500 gram
3. 100 gram

Aanvullen tot 1 kg

Je hebt al 260 gram

1. 240 gram
2. 540 gram
3. 740 gram
4. 840 gram

Aanvullen tot 1 kg

Je hebt al 980 gram

1. 20 gram
2. 40 gram
3. 50 gram
4. 30 gram

Aanvullen tot 1 kg

Je hebt al 520 gram

1. 580 gram
2. 80 gram
3. 380 gram
4. 480 gram

Goed gewerkt!