Leren onderzoeken 2

 Vitale capaciteit 
Leren onderzoeken  
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

 Vitale capaciteit 
Leren onderzoeken  

Slide 1 - Diapositive

Herhaling 

Slide 2 - Diapositive

Wordt astma door roken veroorzaakt?
En COPD?
A
Alleen Astma
B
Alleen COPD
C
Beide
D
Geen van Beide

Slide 3 - Quiz

Stoffen in sigarettenrook
A
nicotine
B
nicotine, teer, koolstofmono-oxide
C
nicotine en teer

Slide 4 - Quiz

Passief roken of meeroken is
A
om de beurt een trekje van de sigaret nemen
B
tegelijk een sigaret opsteken
C
de rook inademen van een roker

Slide 5 - Quiz

Wat doet koolstofmono-oxide die in een sigaret zit?
A
Het is verslavend
B
Het knijpt je bloedvaten samen
C
Het maakt je longen zwart
D
Het neemt de plek van zuurstof in

Slide 6 - Quiz

Wat is géén actie van de overheid om roken tegen te gaan
A
extra belasting heffen op sigaretten
B
roken verbieden in openbare ruimten
C
reclame voor roken verbieden
D
roken verbieden op het terras

Slide 7 - Quiz

Waardoor weet je of je aan roken verslaafd bent?
A
je bent lichamelijk afhankelijk
B
je bent lichamelijk en geestelijk afhankelijk
C
je bent geestelijk afhankelijk

Slide 8 - Quiz

Leerdoel 
Je moet kunnen omschrijven wat het ademvolume, de vitale capaciteit, restvolume en het longvolume is.



Slide 9 - Diapositive

Inhoud longen in liters lucht

Slide 10 - Diapositive

Inhoud longen
De hoeveelheid lucht in je longen drukken we uit in liters lucht.

Dit kunnen we uitzetten in een lijngrafiek.

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

v
v

Slide 13 - Diapositive

Hoeveel lucht?      
  • Longvolume = aantal liter lucht in beide longen (ongeveer 5 L)
  • Ademvolume = aantal liter lucht bij normale ademhaling (0,5 L)
  • Vitale capaciteit = aantal liter lucht bij maximale ademhaling (verschilt)
  • Restvolume = lucht die altijd achter blijft in de longen (1,5L)
  • Dode ruimte = lucht die bij ademhaling niet in longen komt (150 mL)
  • Longvolume = vitale capaciteit + restvolume

Slide 14 - Diapositive

Meten Vitale Capaciteit



 SPIROMETER

Slide 15 - Diapositive

Hoeveelheid lucht die bij een rustige ademhaling wordt in- of uitgeademd
Hoeveelheid lucht die je extra kunt inademen bij diepe inademing
Deel van je ademhalingsstelsel waarvan de lucht niet de longblaasjes bereikt (ongeveer 150ml)
Hoeveelheid lucht die je extra kunt uitademen bij diepe uitademing
Hoeveelheid lucht die in de longen achterblijft na zo diep mogelijke uitademing
Hoeveelheid lucht die maximaal per ademhaling kan worden in- of uitgeademd
Totale inhoud van de longen
Vitale capaciteit
Inspiratoir reservevolume
Ademvolume
Restvolume
Expiratoir reservevolume
Dode ruimte
Longvolume

Slide 16 - Question de remorquage

1
2
4
5
6
7
Vitale capaciteit
Inspiratoir reservevolume
Ademvolume
Restvolume
Expiratoir reservevolume
Longvolume

Slide 17 - Question de remorquage

Hoeveel lucht adem je in en uit?
- Ademvolume = hoeveelheid lucht die per rustige ademhaling wordt in- of uitgeademd
- Vitale capaciteit = hoeveelheid lucht die maximaal per ademhaling kan worden in- of uitgeademd
- Longvolume = het restvolume en de vitale capaciteit bij elkaar
- Restvolume = lucht die na diepe uitademing achterblijft in de longen 
- Inspiratoir reservevolume = lucht die bij een diepe inademing extra wordt ingeademd
- Expiratoir reservevolume = lucht die bij een diepe uitademing extra wordt uitgeademd

Slide 18 - Diapositive