Cette leçon contient 35 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 60 min
Éléments de cette leçon
9.2 Multiculturele samenleving
Slide 1 - Diapositive
Wat was de reden dat een aantal Nederlanders ging emigreren?
Slide 2 - Question ouverte
Wanneer werd de handtekening gezet die zorgde voor de onafhankelijkheid van Indonesië?
A
25 juli 1955
B
28 december 1949
C
11 oktober 1967
D
27 december 1949
Slide 3 - Quiz
Waar vandaan komen de Molukkers?
Slide 4 - Carte mentale
Waarom kwamen de Molukkers naar Nederland?
Slide 5 - Question ouverte
Hoe kwam het dat de groep Surinamers snel toenam in Nederland?
Slide 6 - Question ouverte
Wat zijn Creolen?
A
Slaven uit Amerika
B
voormalig Afrikaanse slaven
C
voor altijd blijvende Afrikaanse slaven
D
Slaven uit Azië
Slide 7 - Quiz
Wat zijn gastarbeiders
A
Mensen die van een ander land komen en in jou land gaan werken
B
Mensen die in de restaurants van die tijd werkten
C
Mensen die voor altijd in je land werken die je helpen met alles
D
Tijdelijke schoonmakers in je huis
Slide 8 - Quiz
Vanuit welke landen kwamen de hulpkrachten / gastarbeiders?
Slide 9 - Carte mentale
In welk jaar kwamen de Indisch-Nederlanders?
A
1947
B
1949
C
1952
Slide 10 - Quiz
In welk jaar kwamen de Gastarbeiders?
A
Jaren 40/50
B
jaren 60/70
C
jaren 50/60
D
jaren 70/80
Slide 11 - Quiz
Leg in je eigen woorden uit wat integratie betekent?
Slide 12 - Question ouverte
Wat word er bedoeld met: 'Er was sprake van maatschappelijke segregatie'?
Slide 13 - Question ouverte
Van de vraag hiervoor. Hoe werden deze wijken ook wel genoemd?
A
migratiewijken
B
Eilanden van armoede en onwetenheid
C
sloppenwijken
D
De afgezonderde migranten
Slide 14 - Quiz
Waar denk je aan bij een multiculturele samenleving?
Slide 15 - Carte mentale
Voeg een foto toe waarvan jij denkt dat dat een etnische minderheden groep is
Slide 16 - Question ouverte
Ik kan dit leerdoel beantwoorden: Hoe ontwikkelde Nederland zich na de Tweede Wereldoorlog tot een multiculturele samenleving en met welke problemen ging dit gepaard?
A
eens
B
oneens
Slide 17 - Quiz
9.3 Politiek Nederland
Slide 18 - Diapositive
Wat betekent verzuiling?
A
het wegvagen van informatie
B
De tijd waarin heel veel dingen werden gesloopt
C
Een naam van een politieke partij
D
Indeling van de samenleving op basis van godsdiensten
Slide 19 - Quiz
Wat waren de 4 zuilen in Nederland?
Slide 20 - Carte mentale
Als je geboren was in een gezin met katholieke ouders, deed je altijd alles wat met katholiek te maken had.
A
eens
B
oneens
Slide 21 - Quiz
Liberalen wilden alles doen wat met hun geloof te maken had.
A
waar
B
niet waar
Slide 22 - Quiz
Slide 23 - Vidéo
Wie was deze man? En van welke partij was hij voorzitter?
Slide 24 - Question ouverte
Geef aan welke partij bij welke zuil hoorde
ARP en de CHU
KVP
PvdA
VVD
Socialisten
Protestants-Christelijk
De Katholieken
De liberalen
Slide 25 - Question de remorquage
Kon één partij in Nederland de regering vormen? Leg uit
Slide 26 - Question ouverte
Leg uit hoe de regeringsvorming werd opgelost. ( zie vorige vraag)
Slide 27 - Question ouverte
Wat was de reden dat het aantal politieke partijen van 7 naar 14 steeg?
Slide 28 - Question ouverte
Wat betekent polarisatie?
A
verzwakking van tegenstellingen in samenleving
B
verscherping van tegenstellingen in samenleving
C
overbruggen van tegenstellingen in samenleving
D
Ander woord voor bereidheid tot sluiten van compromissen
Slide 29 - Quiz
De veranderingen in het Nederlandse politieke landschap hadden diverse oorzaken. Noem een economische oorzaak
Slide 30 - Question ouverte
Noem hiervoor ook een sociale oorzaak.
Slide 31 - Question ouverte
de KVP, de ARP en de CHU gingen samenwerken...
A
In de PVV
B
In het FVD
C
In het CDA
D
Ze gingen niet samenwerken
Slide 32 - Quiz
Vanaf 2003 was het wettelijk toegestaan om met hetzelfde geslacht te trouwen
A
waar
B
niet waar
Slide 33 - Quiz
Ik kan dit leerdoel beantwoorden: Hoe veranderden vanaf 1945 de politieke verhoudingen in Nederland?