oefentoets h8

Welk aanzicht ontbreekt in deze tekening?
A
Zijaanzicht
B
Bovenaanzicht
C
Vooraanzicht
1 / 30
suivant
Slide 1: Quiz
Middelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs.

Éléments de cette leçon

Welk aanzicht ontbreekt in deze tekening?
A
Zijaanzicht
B
Bovenaanzicht
C
Vooraanzicht

Slide 1 - Quiz

Zijn de aanzichten van dit bouwwerk juist?
A
Juist
B
Onjuist

Slide 2 - Quiz

Links is een bouwsel. Rechts is een aanzicht van dit bouwsel. Welk aanzicht is dit?
A
Vooraanzicht
B
Rechterzijaanzicht
C
Bovenaanzicht
D
Linkerzijaanzicht

Slide 3 - Quiz

Wie heeft dit aanzicht getekend?
A
Carlijn
B
Delano
C
Minh

Slide 4 - Quiz

In welk aanzicht kan je niet zien hoe hoog het bouwsel is?
A
Vooraanzicht
B
Bovenaanzicht
C
Rechter zijaanzicht
D
Linker zijaanzicht

Slide 5 - Quiz

Welke vorm (aanzicht) heeft de doorsnede?
A
balk
B
vierkant
C
rechthoek
D
kubus

Slide 6 - Quiz

De doorsnede is een rechthoek.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 7 - Quiz

De balk is doorgezaagd. De vorm van de doorsnede is een
A
driehoek
B
balk
C
vierkant
D
rechthoek

Slide 8 - Quiz

De gekleurde doorsnede heeft de vorm van ……..
A
vierkant
B
rechthoek
C
driehoek
D
cirkel

Slide 9 - Quiz

Welke doorsnede hoort bij B?
A
B
C
D

Slide 10 - Quiz


A
Eens, hoogtelijnen zitten dichter op elkaar
B
Eens, hoogtelijnen zitten verder uit elkaar
C
Oneens, hoogtelijnen zitten dichter op elkaar
D
Oneens, hoogtelijnen zitten verder uit elkaar

Slide 11 - Quiz

Wat zijn hoogtecijfers en hoogtelijnen?
A
Hieraan kun je zie hoe hoog een bepaald gebied is.
B
Lijnen op een kaart die punten met dezelfde hoogte met elkaar verbinden.
C
Hieraan kun je zien hoe hoog een bepaald gebouw is.
D
Getallen op een kaart die aangeven hoeveel m een gebied boven NAP is.

Slide 12 - Quiz

Kan er een punt op de kaart liggen dat 720 m hoog is?
Leg je antwoord uit.
A
Ja, het punt ligt in het donkere gebied
B
Nee, omdat het hoogste punt op 600 m ligt
C
Nee, omdat het hoogste punt onder de 700 m moet liggen
D
Nee, omdat het tussen twee hoogtelijnen moet liggen

Slide 13 - Quiz

In punt C staat een berghut.
Kan Arjanne de berghut zien?
Leg je antwoord uit.
A
Ja, het ligt in het donkere gebied
B
Nee, omdat de berg (top) er tussen ligt.
C
Ja, omdat Arjanne hoger ligt
D
Nee, omdat het tussen twee hoogtelijnen moet liggen

Slide 14 - Quiz

Vlakke figuren hebben ...
A
1 dimensie
B
2 dimensies
C
3 dimensies
D
4 dimensies

Slide 15 - Quiz

Dit vlakke figuur heeft geen hoeken; heeft een straal die overal gelijk is.
A
Ovaal
B
Gewone driehoek
C
Cirkel
D
Onbekende figuur

Slide 16 - Quiz

Wat is de naam van
de vlakke figuur hiernaast
A
Ruit
B
Parallellogram
C
Schuine rechthoek
D
Juiste naam staat er niet bij

Slide 17 - Quiz

oppervlakte vlakke figuur =
A
oppervlakte rechthoek die precies omheen past + oppervlakte stukken die te veel zijn
B
oppervlakte rechthoek die precies omheen past x oppervlakte stukken die te veel zijn
C
oppervlakte rechthoek die precies omheen past - oppervlakte stukken die te veel zijn
D
oppervlakte rechthoek die precies omheen past : oppervlakte stukken die te veel zijn

Slide 18 - Quiz

Dit vlakke figuur heeft 3 zijden, 3 hoeken, 1 rechte hoek en de zijden zijn niet gelijk
A
Gelijkbenige driehoek
B
Gelijkzijdige driehoek
C
Rechthoekige driehoek
D
Gelijkbenige rechthoekige driehoek

Slide 19 - Quiz

Welke vlakke figuren hebben een rechte hoek ?
A
vlieger
B
parallellogram
C
vierkant
D
ruit

Slide 20 - Quiz

Welk vlakke figuur is dit?
A
rechthoekige driehoek
B
gelijkzijdige driehoek
C
gelijkbenige driehoek
D
ruit

Slide 21 - Quiz


Welk vlakke figuur is dit?
A
Parallellogram
B
Trapezium
C
Rechthoek
D
Onregelmatige/gewone vierhoek

Slide 22 - Quiz


Welk vlakke figuur is dit?
A
Ruit
B
Diamant
C
Vlieger
D
Gewone/onregelmatige vierhoek

Slide 23 - Quiz

In de tekening hiernaast zie
je vlakke figuren die met
rode lijken zijn verdeeld.
Hoe heten die rode lijnen?
A
strepen
B
symmetrie-assen
C
lijntjes
D
???

Slide 24 - Quiz

Bereken de oppervlakte
van het vlakke figuur
A
200 m2
B
180 m2
C
188 m2
D
60 m2

Slide 25 - Quiz

Wat doe je met de stelling van Pythagoras?
A
Hoeken meten
B
Zijden berekenen
C
Hoeken en zijden berekenen
D
Oppervlakte berekenen

Slide 26 - Quiz

Bereken Hoek K
Welke berekening
is goed
A
Hoek K = 180 - 80 - 45
B
Hoek K = 180 - 8- - 45
C
Hoek K = 100 - 80 - 45
D
Hoek K = 80 + 45

Slide 27 - Quiz

Wat is de overstaande hoek van M1
A
M2
B
M3
C
M4

Slide 28 - Quiz

hoek 1 en 3 zijn
A
tegenover elkaar liggende hoeken
B
overstaande hoeken
C
Gestrekte hoeken
D
Tegengestelde hoeken

Slide 29 - Quiz

Overstaande hoeken zijn....
A
even groot
B
niet gelijk aan elkaar
C
samen 180 graden
D
samen 360 graden

Slide 30 - Quiz