7.3 beenverbindingen en 7.4 spieren

bewegen
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 3

Cette leçon contient 15 diapositives, avec diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

bewegen

Slide 1 - Diapositive

beenverbindingen 
Er zijn verschillende verbindingen:
vergroeiing - naadverbinding - kraakbeenverbinding - gewricht

Slide 2 - Diapositive

Vergroeiing

Heiligbeen bestaat uit 5 aan elkaar gegroeide wervels, 
geen beweging mogelijk

Slide 3 - Diapositive

Naadverbinding:
geen beweging
kraakbeenverbinding: kan enigszins bewegen

Slide 4 - Diapositive

Gewrichten kunnen bewegen

Slide 5 - Diapositive

Hoe werkt een gewricht?
Kogelgewricht: zit bv in je schouder, je arm kan alle kanten op bewegen 
Scharniergewricht: verbinding tussen de ellepijp en opperarmbeen. Kan maar in 1 richting heen en weer bewegen
Rolgewricht: verbinding tussen je spaakbeen en ellepijp. Rond draaien

Slide 6 - Diapositive

De elleboog

Welk gewricht is dit?
ellenboog-gewricht

Slide 7 - Diapositive

Gewricht
kapselband of knieband?

Slide 8 - Diapositive

Opdrachten maken
van 7.3

Slide 9 - Diapositive

7.4 Spieren

Botten kunnen zelf niet bewegen

Spieren helpen daarbij door samentrekken (korter en dikker worden) en zo kan je bewegen.

Slide 10 - Diapositive

0

Slide 11 - Vidéo

bouw van spieren

Slide 12 - Diapositive

Biceps / triceps
  • Armbuigspier = biceps: bovenkant
  • Armstrekspier = triceps: onderkant
  • De armstrekspier werkt de armbuigspier tegen.  Dit is de antagonist.
  • Biceps + triceps = antagonistisch paar.
  • Waar zitten de antagonisten in je onderbeen?

Slide 13 - Diapositive

Antagonisten 
Iedere spier heeft een antagonist.

Een spier kan namelijk zichzelf niet ontspannen: daar heeft hij zijn antagonist voor nodig!!

Slide 14 - Diapositive

opdrachten
van 7.4 maken

Slide 15 - Diapositive