Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Woordenschat 2
Woordenschat 2
1 / 22
suivant
Slide 1:
Diapositive
Nederlands
MBO
Studiejaar 1,2
Cette leçon contient
22 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
30 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Woordenschat 2
Slide 1 - Diapositive
Wat is het verschil tussen letterlijk en figuurlijk?
Slide 2 - Question ouverte
Hij wierp een blik in de gang.
Letterlijk of figuurlijk?
A
Letterlijk
B
Figuurlijk
Slide 3 - Quiz
Zij ziet altijd veel beren op de weg.
Letterlijk of figuurlijk?
A
Letterlijk
B
Figuurlijk
Slide 4 - Quiz
De tas is te zwaar om lang te dragen.
Letterlijk of figuurlijk?
A
Letterlijk
B
Figuurlijk
Slide 5 - Quiz
Figuurlijke taal
Wat betekent het?
Slide 6 - Diapositive
Wat betekent 'Je moet geen appels met peren vergelijken'?
A
Een appel lijkt niet op een peer
B
Geen verschillen tussen mensen benadrukken
C
Geen problemen oplossen
D
Geen onvergelijkbare dingen met elkaar vergelijken
Slide 7 - Quiz
Wat betekent 'een onbeschreven blad'?
A
Iemand over wie nog niets geschreven is
B
Iemand zonder strafblad
C
Iemand van wie nog niets bijzonders bekend is
D
Iemand die niet nauwkeurig is
Slide 8 - Quiz
Wat betekent 'goedkoop is duurkoop'?
A
Iets wat goedkoop gekocht is, blijkt vaak niet goed te zijn.
B
Alles wat goed is, is duur
C
Wat duur is, moet je niet kopen.
D
Iets naar beneden halen, wat goedkoop is.
Slide 9 - Quiz
Wat betekent 'lief en leed delen'?
A
Over belangrijke zaken praten.
B
Heel veel samen meemaken, zowel geluk als verdriet.
C
Precies willen weten, hoe het zit.
D
Lief en leed toepassen.
Slide 10 - Quiz
Wat betekent 'Iemand aan de tand voelen'?
A
Het iemand moeilijk maken
B
Een gevoelige tand weghalen.
C
Iemand ondervragen
D
Een tand aanpassen aan een groep tanden.
Slide 11 - Quiz
Wat betekent 'Ruggespraak met iemand houden'?
A
Zich van geen kwaad bewust zijn.
B
Met iemand ruzie maken.
C
Teleurgesteld zijn over je rug.
D
Met iemand overleggen voor je beslist.
Slide 12 - Quiz
Wat betekent 'Een ongeluk komt zelden alleen'
A
Een ongeluk maak je zelden in je eentje
B
Als er iets tegenzit, volgen er vaak tegenslagen
C
Als je een ongeluk veroorzaakt, krijg je meestal veel steun
D
Geen van de antwoorden is goed
Slide 13 - Quiz
Wat betekent 'iets naar je hand zetten'?
A
Het zo regelen, dat het jou goed uitkomt.
B
Ergens goed over nadenken.
C
Iets vragen wat je al weet.
D
Iets doen, wat een ander goed uitkomt.
Slide 14 - Quiz
Nu nog enkele woorden....
snelle ronde!
20 seconden per woord
Slide 15 - Diapositive
Wat betekent 'significant'?
A
Veelbetekenend
B
Bekend
C
Begrijpelijk
D
Vanzelfsprekend
Slide 16 - Quiz
Wat betekent 'rantsoen'?
A
Een vastgestelde hoeveel van iets geven.
B
Iets aan de rand zetten.
C
Laten voelen dat het ernst is
D
Oppakken en in een cel zetten.
Slide 17 - Quiz
Wat betekent 'chronologisch'?
A
Als een lange opsomming
B
In de juiste volgorde
C
Dwars door elkaar
D
Buitengewoon
Slide 18 - Quiz
Wat betekent 'branche'?
A
Onderneming
B
Afdeling
C
Bedrijfstak.
D
Merk
Slide 19 - Quiz
Wat betekent 'attitude'?
A
Houding/instelling
B
Oplettendheid
C
Informeel
D
Dwars door elkaar
Slide 20 - Quiz
Wat betekent 'clichés'?
A
Moeilijke woorden
B
Ondernemingen
C
Afdelingen
D
Veelgebruikte (afgezaagde) formuleringen
Slide 21 - Quiz
Wat betekent 'supplement'?
A
Verzameling
B
Uitvinding
C
Aanvulling
D
Afschrift
Slide 22 - Quiz
Plus de leçons comme celle-ci
Woordenschat jaar 2
Février 2024
- Leçon avec
21 diapositives
Nederlands
MBO
Studiejaar 1,2
Les differentiëren
Juin 2024
- Leçon avec
16 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Woordenschat vmbo TET 5
Décembre 2022
- Leçon avec
19 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
Deviant Starttaal Vooraf Op weg naar 1F Thema 1 Hoofdstuk 1
Septembre 2024
- Leçon avec
26 diapositives
Nederlands
Praktijkonderwijs
Leerjaar 1
Starttaal vooraf - thema 1 - woordenschat 2
Septembre 2024
- Leçon avec
29 diapositives
Nederlands
Praktijkonderwijs
Leerjaar 3
Woordenschat
Septembre 2021
- Leçon avec
33 diapositives
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
Woordenschat 1.4
Novembre 2022
- Leçon avec
13 diapositives
Nederlands
MBO
Studiejaar 1-4
Woordenschat, gezegden, uitdrukkingen 1
Novembre 2021
- Leçon avec
32 diapositives
Nederlands
MBO
Studiejaar 1