1.8 Koudbloedige en warmbloedige dieren

Planning voor vandaag
Herhaling
opdrachten nakijken
nieuwe uitleg over koudbloedig en warmbloedig
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 13 diapositives, avec diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Planning voor vandaag
Herhaling
opdrachten nakijken
nieuwe uitleg over koudbloedig en warmbloedig

Slide 1 - Diapositive

Herhaling
1. Wat is teer? Wat zijn de gevolgen van teer?

 
2. Wat is passief roken? Is dit gevaarlijk?
timer
1:00

Slide 2 - Diapositive

Opdrachten
Zijn er vragen over 1.7??

Slide 3 - Diapositive

Opdracht 1

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Leerdoel
Ik kan het verschil in verbranding bij koudbloedige en warmbloedige dieren beschrijven. 

Slide 6 - Diapositive

Koudbloedig & warmbloedig
warmbloedig = constante lichaamstemperatuur
koudbloedig = wisselende lichaamstemperatuur
Hoe hoger de lichaamstemperatuur hoe meer verbranding
dit is een aantekening

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Vidéo

Opdracht
1. Wat is er aan de hand wanneer een dier in winterslaap is?
2. Hoe komt het dat een dier extra verbrandt in de kou?
3. Hoe kan een dier zich beschermen tegen de kou?

Ben je klaar? Maak 4 opdrachten bij 1.8
timer
1:00

Slide 9 - Diapositive

Koudbloedig
  • wisselende temperatuur
  • weinig verbranding bij lage temperatuur
Gevolg? 
  • winterslaap
Wat gebeurt er? 
Weinig verbranding = weinig energie beschikbaar
Bij koud weer zijn koudbloedige dieren niet erg actief
Veel koudbloedige dieren doen aan winterslaap
-Lichaamstemperatuur daalt
-Stofwisseling vertraagt
-Weinig energie en zuurstof nodig
-Sommige reptielen ademen de hele winterslaap niet

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Vidéo

Warmbloedig
  • Constante temperatuur
  • Voortdurend verbranding
  • Extra verbranding bij kou
Waarom? 
  • isolatie
  • trek
  • enkele houden winterslaap
Er vindt extra veel verbranding plaats om hun lichaamstemperatuur op peil te houden.
Er komt extra energie vrij, dus ze zijn ook in de winter actief. 
Er is veel voedsel nodig om zo'n actief leven te kunnen leiden
Isolatie:
Zoogdieren: vetlaag onder de huid & dikke vacht met haren 
Vogels: vetlaag onder de huid & verenpak
Trek = wegtrekken naar andere warmere streken in de herfst (ook walvissen trekken bijv. weg naar warmere wateren)
Winterslaap = sommige dieren zoals egels en vleermuizen

Slide 12 - Diapositive

To do:
  • Wat? Opdrachten maken van paragraaf 8
  • Vraag? Vraag het eerst fluisterend aan je buurman. Komen jullie er samen niet uit, vraag de docent.
  • Klaar? Maak alvast een samenvatting en de opdrachten van basisstof 8 af


Slide 13 - Diapositive