Sterrenkunde

Waar komt de zon op?

A
west
B
oost
C
zuid
D
noord
1 / 30
suivant
Slide 1: Quiz
Natuur, Leven en TechnologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

Éléments de cette leçon

Waar komt de zon op?

A
west
B
oost
C
zuid
D
noord

Slide 1 - Quiz

Slide 2 - Diapositive

Zijn deze foto's van Saturnus vanaf de aarde gemaakt of vanuit de ruimte?
A
Vanuit de ruimte, want vanaf de aarde gezien staan de ringen recht
B
Vanuit de ruimte anders zou de ring er altijd hetzelfde uitzien
C
Vanaf de aarde. De ring staat niet altijd hetzelfde t.o.v de aarde, zoals hier te zien is
D
Vanaf de aarde. Nooit was een ruimtesonde zo dichtbij Saturnus.

Slide 3 - Quiz

Slide 4 - Vidéo

Waarom wordt het licht van sterrenstelsels roder in een uitdijend universum?
A
De golflengte van het licht wordt groter.
B
De frequentie van het licht wordt groter.
C
De golflengte van het licht wordt kleiner
D
De frequentie van het licht wordt kleiner

Slide 5 - Quiz

Waarom vertraagt materie de uitdijing van het heelal zoals prof. Icke zegt?
A
Door de donkere energie
B
Door de supernova's
C
Door de roodverschuiving
D
Door de zwaartekracht

Slide 6 - Quiz

Slide 7 - Diapositive

waarom ontstaan er golven in de ringen van Saturnus als dit maantje langs komt?

Slide 8 - Carte mentale

Slide 9 - Diapositive

Welke planeet is dit?
A
Mercurius
B
Mars
C
Venus
D
Jupiter

Slide 10 - Quiz

Hoe groot is een lichtjaar?
A
300.000 * 3600 * 24 * 365,25 kilometer
B
300.000 kilometer
C
365,25 dagen
D
300.000.0000 * 3600 * 24 * 365,25 kilometer

Slide 11 - Quiz

Waarom wijst de poolster altijd het noorden aan?
A
Omdat ze in het verlengde van de aardas staat
B
Omdat de poolster het middelpunt van de sterrenhemel is
C
omdat ze precies rechts van de aarde staat
D
Omdat ze precies boven de aarde staat

Slide 12 - Quiz

Wat is de grootste planeet van het zonnestelsel?

Slide 13 - Carte mentale

Waarom hebben we seizoenen?
A
Omdat de baan van de aarde een ellips is
B
Omdat de zonnekracht wisselt in intensiteit
C
Omdat de evenaar scheef staat ten opzichte van de zon
D
Omdat de lichtsnelheid de maximumsnelheid is

Slide 14 - Quiz

Even tussendoor wat feedback aan de docent svp

Geef even aan wat je van de module sterrenkunde vond. 
Eerst een tip (wat kan beter)
Daarna een tip (wat was goed?)

Slide 15 - Diapositive

Wat kan beter?

Slide 16 - Carte mentale

Wat vond je goed aan de module?

Slide 17 - Carte mentale

En nu nog even de docent opvrolijken / afbranden

Slide 18 - Diapositive

Wat zou de docent (ook wel bekend als "die man") kunnen verbeteren?

Slide 19 - Carte mentale

Wat doet de docent goed?

Slide 20 - Carte mentale

ok, verder met de examenquizzz
Waarom zou volgens Newton een zwart gat niet mogelijk moeten zijn?
A
Omdat de lichtsnelheid constant is.
B
Omdat licht geen massa heeft.
C
Omdat de ruimte gekromd kan worden.
D
Omdat een ster altijd licht uitzendt.

Slide 21 - Quiz

Slide 22 - Diapositive

Welk sterrenbeeld was dat?
A
Casseopeia
B
De kleine beer
C
De grote beer
D
Orion

Slide 23 - Quiz

Slide 24 - Diapositive

M42 is een nevel van stoffen die door een supernova is "uitgespuwd"
Kunnen hier nieuwe sterren vormen?
A
Ja, als er voldoende waterstof in zit wel
B
Nee, want de supernova was al een ster
C
Nee, deze stof gaan niet samenkomen
D
Ja, deze nevel is een sterrenstelsel waarin nieuwe sterren vormen

Slide 25 - Quiz

Slide 26 - Vidéo

Als er zo weinig materie per vierkante meter in het heelal is, waarom zijn hier op aarde dan zoveel deeltjes
A
Door de zwaartekracht concentreert materie zich op een plek
B
Door de uitdijing van het heelal concentreert materie zich op een plek
C
Door de Hubblerelatie concentreert materie zich op een plek

Slide 27 - Quiz

Maak af:
De wet van Hubble stelt dat alle sterrenstelsels van ons afvliegen waarbij hoe verder weg ....

Slide 28 - Carte mentale

Waarom zorgt het opblazen van de ruimte tussen de sterrenstelsels voor de Hubble-relatie?
A
Hoe verder je kijkt hoe minder ruimte er bij gekomen is.
B
Omdat hoe verder je in het heelal kijkt hoe langer geleden het is
C
Hoe verder je kijkt hoe meer ruimte er bij gekomen is.

Slide 29 - Quiz

Waarom kan niets sneller dan de lichtsnelheid?
A
Dan staat de tijd stil voor de reiziger
B
Dan is het universum nul meter groot voor de reiziger.
C
Dan staat iedereen zijn tijd stil
D
Kan gewoon niet. Niet te lang over nadenken...is helemaal niet goed voor je

Slide 30 - Quiz