1.2: Organen, weefsels en cellen

Biologie
Lisette Brouwers
WELKOM!
1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 80 min

Éléments de cette leçon

Biologie
Lisette Brouwers
WELKOM!

Slide 1 - Diapositive

Biologen houden zich bezig met de levende natuur.
Een levend wezen noem je een organisme
Feitje van de dag: zeehonden doen aan social distancing

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Regels
Actief meedoen
Aandacht voor elkaar
Als ik praat...

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Aan het einde van deze les:
  •  Je kunt orgaanstelsels, organen, weefsels en cellen van een mens herkennen en hun kenmerken en functies beschrijven.
  • Je kunt beschrijven dat groepen cellen in een weefsel, orgaan of orgaanstelsel een gezamenlijke functie uitoefenen.
  • Je kunt bij (delen van) organismen het verband aangeven tussen vorm en functie.


Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Herhaling 
+ huiswerk bespreken

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Noem de organisatieniveaus van klein naar groot?
A
organismen, cellen, weefsels, orgaanstelsels, organen
B
organismen, orgaanstelsels, organen, weefsels, cellen
C
organismen, weefsels, cellen, organen, orgaanstelsels
D
cellen, weefsels, organen, orgaanstelsels en organismen

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een ecosysteem?
A
Alle abiotische factoren samen
B
Alle relaties tussen organismen en hun milieu
C
A en B
D
Een bepaald gebied, waarin de biotische en abiotische factoren een eenheid vormen

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

is dit een populatie?
A
ja
B
nee

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een populatie.
A
Een groep soorten.
B
Een groep individuen.
C
Een aantal dieren van dezelfde soort.
D
Een aantal organismen van dezelfde soort.

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

INDIVIDU
POPULATIE
ECOSYSTEEM
LEVENSGEMEENSCHAP

Slide 10 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

INDIVIDU
POPULATIE
ECOSYSTEEM

Slide 11 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Basisstof 1: opdrachten
  • Opdracht: organisatieniveaus
  • Opdracht staat klaar in classroom
  • Werk in tweetallen of alleen

  • Hulp nodig? kom naar mijn bureau
  • Klaar? Lees basisstof 2 en maak de vragen

timer
10:00

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bespreken opdracht
Beantwoord de volgende vragen:
Welk ecosysteem heb je gekozen:
Noem in dit ecosysteem 3 populaties:
Noem van deze 3 populatie 1 soort:
Noem van deze soort 1 orgaanstelsel:
Noem van dit orgaanstelsel 1 orgaan:
Noem van dit orgaan 1 weefsel:
Noem van dit weefsel 1 cel:


Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Basisstof 1: Organen, weefsels en cellen
Thema 1: Inleiding in de biologie

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Organisatieniveaus

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Weefsels
Een weefsel is een groep
cellen met dezelfde 
vorm en functie

Een orgaan is een deel van het lichaam met 1 taak. Opgebouwd uit verschillende soorten weefsels


Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Weefsels
Dekweefsel
bescherming

Zenuwweefsel
informatie doorgeven

Spierweefsel
Samentrekkingen

Bindweefsel
steun
Weefsels en functies

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Dekweefsels
bedekt inwendige en uitwendige lichaamsoppervlakten
 
  • cellen vaak rechthoekig 
  • dicht tegen elkaar aan. 
  • bv huid of binnenkant longen


Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Dekweefsel 

  • Dekweefsel vormt een afdekkende laag (epitheel). 
  • Dekweefsel bevindt zich aan het oppervlak van het lichaam (huid). 
  • Er is ook dekweefsel aan de binnenkant van ‘buizen’ (plasbuis, luchtpijp, darm) en holtes (blaas). 
  • Dit dekweefsel aan de binnenzijde is slijmvlies (epitheel met kliercellen).


Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Tussencelstof
In weefsels tussen cellen zit tussencelstof -> verschilt per weefsel

Botweefsel heeft stevige, harde tussencelstof
Spierweefsel heeft flexibele tussencelstof

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vorm en functie
  • Er zit een koppeling tussen de vorm en functie van onderdelen
  • Waarom heeft een dolfijn deze vorm?

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vorm en functie aan de binnenkant
Waarom hebben je darmen deze vorm?

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Torso
  • Ga in je groepje zitten
  • Haal de torso uit elkaar
  • Benoem met elkaar de organen
  • Zet de torso weer in elkaar

  • Hulp nodig? ik loop rond
  • Klaar? Maak de vragen bij basisstof 2

timer
10:00

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Opdracht bespreken

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Basisstof 2: Testjezelf
  • Lees basisstof 2 goed door 
  • Maak: de testjezelf van 1.2
  • op je device

  • Hulp nodig? vinger omhoog
  • KLAAR? OF GEEN DEVICE BIJ JE? Maak de context opdracht
    aan het einde van de basisstof of start met 1.3

timer
10:00

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Aan het einde van deze les:
  •  Je kunt orgaanstelsels, organen, weefsels en cellen van een mens herkennen en hun kenmerken en functies beschrijven.
  • Je kunt beschrijven dat groepen cellen in een weefsel, orgaan of orgaanstelsel een gezamenlijke functie uitoefenen.
  • Je kunt bij (delen van) organismen het verband aangeven tussen vorm en functie.


Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Huiswerk VRIJDAG 13/9
lezen: basisstof 1.3 en 1.4

maken en nakijken:
opdr. 22-29
opdr. 33-37

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions