SCHRIJVEN 3 (2F) / instructieve teksten



De uitleg in deze Lessonup hoort bij:

Schrijven
2.2 instructieve teksten
1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMBO

Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon



De uitleg in deze Lessonup hoort bij:

Schrijven
2.2 instructieve teksten

Slide 1 - Diapositive

Wat leer je vandaag?
  • Je leert welke instructieve teksten er zijn;
  • Je leert hoe je op een duidelijke manier een instructie schrijft.

Slide 2 - Diapositive

Waar denk je aan bij een instructieve tekst?

Slide 3 - Question ouverte

Slide 4 - Diapositive

Zelf een instructie schrijven

Slide 5 - Diapositive

Zelf een instructie schrijven

Slide 6 - Diapositive

De noodzaak van een duidelijke instructie!

Slide 7 - Diapositive

Als je de tweede zin in deze instructie letterlijk neemt, gaat er waarschijnlijk iets mis. Bedenk een zin die je in plaats van deze zin kunt gebruiken in een instructie.

Slide 8 - Question ouverte

  • Het toetsenbord moet via bluetooth worden aangesloten op de tablet.
  • Sluit het toetsenbord op de tablet aan via bluetooth.
              
Door actieve zinnen te gebruiken, worden je instructies duidelijker, beknopter en directer.


Welke instructiezin is beter?

Slide 9 - Diapositive

Maak met actieve zinnen een instructie:

U wordt gevraagd geen loshangende kleding, handschoenen, sieraden en geen losse haren te dragen bij het gebruiken van de kolomboor.

Slide 10 - Question ouverte

Check voor jezelf:

  • Je weet nu welke instructieve teksten er zijn;
  • Je weet nu hoe je op een duidelijke manier een instructie schrijft.

Slide 11 - Diapositive

NU Nederlands 3e editie:

  • Opdrachten in NU Nederlands:

SCHRIJVEN / paragraaf 2.2:
Opdracht 1 - 4 - 5







Slide 12 - Diapositive