Spelling les 4 enkele(n) of alle(n)

Uitleg sommige(n) of alle(n)
Gezamenlijk doornemen blz. 32 en 33 uit de spellingreader. 
Oefenen 'Sommige of sommigen' in Lesson Up. 



1 / 10
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 10 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Uitleg sommige(n) of alle(n)
Gezamenlijk doornemen blz. 32 en 33 uit de spellingreader. 
Oefenen 'Sommige of sommigen' in Lesson Up. 



Slide 1 - Diapositive

Wanneer schrijf je 'en' aan het einde bij woorden zoals 'sommige' en 'enkele'?
A
Als het over personen gaat.
B
Als het over personen gaat die NIET in de zin zelf genoemd worden.
C
Als het over dieren of dingen gaat.
D
Als het over personen gaat die WEL in de zin zelf genoemd worden.

Slide 2 - Quiz

Hoe zit het met de regels bij woorden zoals 'alle' en 'beide'?
A
Als het over personen gaat dan schrijf je altijd een 'en'.
B
Als het over dingen of dieren gaat dan schrijf je altijd een 'en'.

Slide 3 - Quiz

(Sommige/sommigen) van de bomen zijn al groot.
A
Sommige
B
Sommigen

Slide 4 - Quiz

(Sommige/sommigen) waren losgebroken uit de stal.

A
sommige
B
sommigen

Slide 5 - Quiz

(Sommige/sommigen) hebben altijd geluk.
A
sommige
B
sommigen

Slide 6 - Quiz

(Enkele/enkelen) van die slangen zijn levensgevaarlijk.
A
Enkele
B
Enkelen

Slide 7 - Quiz

Van die kranten zijn er nog (enkele/enkelen) heel.
A
enkele
B
enkelen

Slide 8 - Quiz

Enkele of enkelen?
A
De klanten droegen bijna allemaal een mondkapje, maar enkele niet.
B
De klanten droegen bijna allemaal een mondkapje, maar enkelen niet.

Slide 9 - Quiz

Alle of allen?
A
De cadeautjes hebben alle dezelfde vorm.
B
De cadeautjes hebben allen dezelfde vorm.

Slide 10 - Quiz