Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 30 min
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Hoe meten wij welvaart?
Slide 2 - Carte mentale
Wat is welzijn?
Slide 3 - Carte mentale
WELVAART :
meten van rijkdom
Bruto binnenlands product per inwoner
Samenstelling van de beroepsbevolking
WELZIJN:
VN-welzijn index (HDI - human development index)
inkomen
levensverwachting
anafalbetisme
Slide 4 - Diapositive
Ontwikkeling:
Alle landen in Zuid-Amerika zijn qua welvaart en welzijn te rekenen tot
semiperiferie.
Venezuela staat hier hoger maar Brazilië is stabieler, waarom?
Wat zie je niet in deze cijfers?
Venezuela draait om de olie, Brazilië is meer divers.
Grote sociale en regionale verschillen (ongelijkheid).
Slide 5 - Diapositive
Sociale ongelijkheid
Sociale ongelijkheid kun je aflezen met behulp van Lorenzcurves
(Geni-coëfficiënt) =
de proportie van het totale inkomen van een populatie (y-as) ten opzichte van de cumulatieve inkomsten van de onderste x% van de bevolking.
2012
De armste 80% van de bevolking verdient 60% van het totale inkomen. De rijkste 20% de overige 40% van het inkomen.
2002
De armste 80% van de bevolking verdient 30% van het totale inkomen. De rijkste 20% verdient de overige 70% van het totale inkomen.
Slide 6 - Diapositive
Macht in de stad
Tot voor kort macht in de steden/platteland in handen van de elite via een systeem van cliëntelisme.
Macht in de stad verandert: Sinds 1990 vrijhandel en sociale doelen.
Elite verleent dienst aan burger/groep mensen in ruil voor politieke steun.
Slide 7 - Diapositive
Sociale ongelijkheid in de stad
Sociale ongelijkheid leidt mogelijk tot sociale polarisatie.
Rijke buurten versus favela’s waar bewoners te maken hebben met geweld tussen politie en drugsbaronnen.
Proces waarbij tegenstellingen tussen bevolkingsgroepen (bv. raciale verschillen) steeds sterker worden en leiden tot oplopende spanning en onenigheid.
Slide 8 - Diapositive
Sociale ongelijkheid in de stad
Sociale ongelijkheid leidt tot
ruimtelijke segregatie.
Scheiding van woonwijken in de ruimte op basis van inkomen of etniciteit.