11.2 en 11.3 Twee en driedimensionale figuren

• Rekenen
• Middelbare school
• vmbo k, t
• Leerjaar 2

	Vak: Rekenen Hoofdstuk: 11.2 en 11.3 Twee- en driedimensionale figuren
1.	Lesopening
2.	Lesdoel
3.	Instructie
4.	Zelfstandig werken

Lesopening

Pak je werkboek van rekenen en 

open op tafel neer. 

Huiswerk controle: 

Eindopdracht hoofdstuk 7 & 11.1  t/m opdracht 5.

 Lesdoel 

Aan het eind van deze les:

- weet je wat tweedimensionale figuren zijn en kun je hier een voorbeeld van noemen

- kun je met een passer een cirkel tekenen

- weet je wat driedimensionale figuren zijn en kun je deze herkennen

- kun je 2d figuren herkennen in 3d figuren

- kun je aan een uitslag herkennen welk 3d figuur het is.

Instructie

Lees en kijk mee naar de volgende dia. 

Tweedimensionale figuren

Platte figuren hebben geen diepte. Deze figuren hebben twee dimensies: een lengte en een breedte.

Daarom noem je ze Tweedimensionale figuren.

tweedimensionale figuren

Driedimensionale figuren (3D)

--> Zijn ruimtelijke figuren

Ze hebben drie dimensies: lengte, breedte, hoogte. 

De platte kanten van 3d figuren, noem je: vlakken. 

Uitslagen

Driedimensionale figuren

Piramide

Balk

Kegel

Kubus

Cilinder

Welke uitslag hiernaast is GEEN uitslag van een balk?

1. geel
2. groen
3. blauw

Uitslag B is de uitslag van een...

1. Cilinder
2. Balk
3. Bol
4. Piramide

6. Zelfstandig werken

Je maakt zelfstandig les 11.2 en les 11.3 

opdracht 6 t/m 16 op blz. 48 t/m 53.

Ben je klaar?

1. Nakijken & verbeteren.