Les 2 | SoPav | SMART doelen

2021
SMART DOELEN
Formuleren

sociaal praktische vaardigheden 
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
Praktisch Sociale VaardighedenMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 25 diapositives, avec diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

2021
SMART DOELEN
Formuleren

sociaal praktische vaardigheden 

Slide 1 - Diapositive

Doel van deze les
  • Aan het eind van deze les 
  • - kun je SMART doelen formuleren.
  • - weet je waar de letters SMART voor staan

Slide 2 - Diapositive

PROGRAMMA

  • herhaling vorige les: Samenwerken + kennismaken
  • SMART uitleg en toepassen
  • Opdracht tussendoor: maak een SMART doel voor jezelf.
  • Nabespreken

Slide 3 - Diapositive

Herhalen vorige les...

  • Samenwerken 
  • Wanneer ben je collegiaal?

Slide 4 - Diapositive

SMART doelen
Waar staat SMART voor?


Slide 5 - Diapositive

SMART doelen
Waarom is het beter om doelen te stellen die SMART zijn?


Slide 6 - Diapositive

SMART doelen
  • Duidelijk (voor iedereen) wat het resultaat moet zijn
  • Minder vrijblijvend
  • Je stelt een termijn
  • Meer kans dat je je doel behaald 

Slide 7 - Diapositive

Waarom moeten doelen SMART geformuleerd worden?


  • Je weet wat je moet doen/ gericht te werk
  • Je vergroot daarmee de kans dat je het doel behaald 
  • Je kan controleren of je het doel hebt behaald 
  • Zelfvertrouwen op te bouwen (ik kan het!)

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Vidéo

Specifiek
  • Voorkomen dat het doel vaag is.
  • Wat moet ik doen om dit doen te behalen?
  • Wat wil je bereiken?
  • Wie zijn erbij betrokken?
  • Waar ga je het doel uitvoeren?
  • Is het een concreet doel?
  • Waarom wil je dit doel bereiken? 

Slide 11 - Diapositive

Meetbaar 
Wanneer weet je of je je doel hebt bereikt? Je doel moet meetbaar zijn. Bij afvallen kun je kiezen voor aantal kilo’s. Bij sporten kun je kiezen voor het aantal sportsessies per week.

 

Slide 12 - Diapositive

Acceptabel
  • Sluit het doel aan bij de opdracht?
  • Je weet waarom je het doel wilt bereiken

Slide 13 - Diapositive

Realistisch 
  • Is het doel haalbaar?
  • Niet te moeilijk en niet te makkelijk

Slide 14 - Diapositive

Tijdgebonden
  • Wat is de periode dat het doel gerealiseerd moet zijn?
  • Wanneer ben je klaar?
  • Wanneer is het doel behaald? 


Slide 15 - Diapositive

Waar moet je rekening mee houden
Wat is mijn doel, wat wil ik bereiken
Welk resultaat levert dat op (meetbare termen)
Is het doel bereikbaar (niet te moeilijk/makkelijk)
Is mijn realistische doel ook relevant
Sta ik wel achter mijn doel (acceptabel)
Zijn mijn doelen haalbaar op korte termijn

Slide 16 - Diapositive

Wees positief
Ik.............  kan verklaren, benoemen ,begrijp ,pas toe, weet, heb inzicht in. 
(doe-meet- actie woorden)
Actie werkwoorden maken je doel specifiek en meetbaar

Slide 17 - Diapositive

Voorbeeld
Dit weekend ga ik een appeltaart bakken voor mijn moeder.

Slide 18 - Diapositive

Hulp vragen

Slide 19 - Diapositive

SMART?
De maand december werk ik naast mijn contracturen, maximaal 8 uur extra.

Slide 20 - Diapositive

SMART?
Ik ga de zolder dit jaar opruimen.

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Diapositive

TIPS om doelen smart te formuleren 
Niet toepassen:
  • meer
  • beter
Wel toepassen:
  • Ik kan
  • Ik weet
  • Ik ben 
  • Ik wil

Slide 23 - Diapositive

Opdracht
Beschrijf één doel wat je wilt bereiken.
- bedenk eerst het doel en maak deze dan SMART.

Na 4 minuten bespreek je met je medestudent!



Slide 24 - Diapositive

Huiswerkopdracht
1) Beschrijf één doel wat je wilt bereiken op lange termijn.
- bedenk eerst het doel en maak deze dan SMART.


2) Noteer je doel uit de les én je feedback van medestudent!

Inleveren in Teams!


Slide 25 - Diapositive