BLOK 2 OVER TAAL; WOORDENBOEK, zoekwoorden

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k, g, t
• Leerjaar 1

blok 2 Over taal 

Woordenschat

Lees op blz 84   2.10 Woordenschat

huiswerk: 

 maak opdracht 34 en 35 en 37 in je schrift blz 84 en 85 en 86  

Schrijf steeds het woord op en daarachter de betekenis  

Maak de tekening groot van opdracht 37 op een aparte bladzijde in je schrift! 

Nakijken huiswerk 

opdracht 34

opdracht 35

opdracht 37 

opdracht 34

1. maatregelen – besluiten om iets te veranderen
   
2. introduceren – nieuw inbrengen
   
3. functie (de) – taak of doel dat iets heeft
   
4. auteur – schrijver
   
5. maakt aantekeningen – schrijft iets kort op
   
6. intensief – hevig
   
7. kenmerk – eigenschap waaraan je iets kunt herkennen
   
8. motiveren – redenen geven, zeggen waarom je iets vindt
   
9. tegenstelling – het tegenovergestelde
   
10. selecteren – kiezen
    
11. verwachting – wat je denkt dat zal gebeuren
    

opdracht 35

• 1 bekennen = toegeven
  
• 2 doneren = geld geven
  
• 3 blijken = duidelijk worden
  
• 4 vastleggen = opschrijven
  
• 5 gemiddeld = zo ongeveer
  
• 6 verklaring = uitleg
  
• 7 total loss = zo erg stuk dat het geen zin heeft om het voertuig te laten maken
  
• 8 verdrag = overeenkomst / afspraak tussen twee landen
  
• 9 psychologisch = wat te maken heeft met de menselijke geest
  
• 10 studie = onderzoek
  

opdracht 37

• a de ruimtevaart – het reizen door de ruimte
  
•  b astronaut – ruimtevaarder
  
•  c spaceshuttle – ruimtevaartuig
  
•  d het heelal – de ruimte
  
•  e de planeet – hemellichaam dat om de zon draait, bijvoorbeeld de aarde
  
•  f beroep – vak dat je doet om je geld mee te verdienen
  
•  g kracht – sterkte van je lichaam
  
•  h techniek – hoe machines werken
  
•  i proef – test
  

woordenboek: zoekwoorden

Zoekwoorden:

Boven aan de bladzijde in een woordenboek staan twee of vier opvallende woorden. Dat zijn zoekwoorden.

Zo zie je sneller of je een woord op de bladzijde kunt vinden.

Alfabet

In blok 1 heb je het alfabet geleerd. Blijf dat oefenen!

Even opfrissen: draai het rad en ga verder met het alfabet opzeggen. 

Zet op alfabetische volgorde:
spin - vlieg - muis - rat - mug

boek blz. 87

Welke zoekwoorden zie je in afbeelding 1 ?

Op de bladzijde staan de zoekwoorden:
product - promoten.
professor staat....

1. op deze bladzijden
2. voor deze bladzijden
3. na deze bladzijden

Op de bladzijde staan de zoekwoorden:
product - promoten.
provincie staat....

1. op deze bladzijden
2. voor deze bladzijden
3. na deze bladzijden

Op de bladzijde staan de zoekwoorden:
product - promoten.
pruik staat....

1. op deze bladzijden
2. voor deze bladzijden
3. na deze bladzijden

Op de bladzijde staan de zoekwoorden:
product - promoten.
pop staat....

1. op deze bladzijden
2. voor deze bladzijden
3. na deze bladzijden

boek blz. 88

Welke zoekwoorden zie je in afbeelding 2 op blz. 300?

Welke zoekwoorden zie je in afbeelding 2 op blz. 301?

Kijk op blz. 88 naar afbeelding 2

waarom staan daar steeds 2 zoekwoorden?

Zoek je antwoord steeds met behulp van afbeelding 2 op blz. 88

neerslag - netnummer        blz. 300

netto - nieuw                            blz. 301      

nieuwsflits

1. ik zoek het woord op de linker bladzijde
2. ik zoek het woord op de rechterbladzijde
3. ik blader terug in het woordenboek
4. ik blader vooruit in het woordenboek

nikkel

1. ik zoek het woord op de linker bladzijde
2. ik zoek het woord op de rechterbladzijde
3. ik blader terug in het woordenboek
4. ik blader vooruit in het woordenboek

netheid

1. ik zoek het woord op de linker bladzijde
2. ik zoek het woord op de rechter bladzijde
3. ik blader terug in het woordenboek
4. ik blader vooruit in het woordenboek

nerveus

1. ik zoek het woord op de linker bladzijde
2. ik zoek het woord op de rechter bladzijde
3. ik blader terug in het woordenboek
4. ik blader vooruit in het woordenboek

learningapps.org

(huis)werk

Maak

- opdracht 38 (blz. 87)

- opdr. 39 (blz. 88)