V3 - Engelse werkwoorden in het Nederlands

Ik heb geüpdatetetet
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Ik heb geüpdatetetet

Slide 1 - Diapositive

updaten

Slide 2 - Carte mentale

http://vindpunt.nl/vindpunt.php

Slide 3 - Diapositive

Wat vreselijk, al die Engelse woorden in het Nederlands
Inderdaad, weg met alle Engelse woorden in het Nederlands!
Die Engelse woorden zijn stiekem best handig en horen erbij

Slide 4 - Sondage

Waarom gebruiken we Engelse woorden in het Nederlands?

Slide 5 - Question ouverte

De Woordenaar (1987)
1. is geen Nederlandse equivalent, bijvoorbeeld timing
2. voor de afwisseling, na doelpunt bijvoorbeeld goal
3. is korter in het Engels, bijvoorbeeld clown
4. soms is Engels preciezer, bijvoorbeeld loser

Slide 6 - Diapositive

Hoe zit het met Engelse werkwoorden in het Nederlands?

Na deze les:
Ik kan Engelse werkwoorden vervoegen in het Nederlands

Groene Kaart: werkwoordspelling
meeste is logisch, maar het ziet er soms niet uit! 

Slide 7 - Diapositive

ENG werkwoorden in NL

Slide 8 - Carte mentale

Type 1: faxen
net als in het Nederlands: ex-fokschaap 

gefaxt, dus niet gefaxed

Slide 9 - Diapositive

Type 2: racen
stam is race
stam + t = hij racet
geracet
[s niet in kofschip]

Slide 10 - Diapositive

Type 3: streamen 
stam: stream
ik rem > hij heeft geremd
ik stream > hij heeft gestreamd
langer maken / kofschip

Slide 11 - Diapositive

Type 4: timen
stam: time 
stam + t: hij timet
kofschip: hij heeft getimed

Slide 12 - Diapositive

Type 5: appen
appen > stam: app
kofschip: ik heb haar geappt

stressen > stam: stres
ik heb gestrest [gestresst]



Slide 13 - Diapositive

Afsluiting
bij Engelse werkwoorden, niet in paniek raken

kofschip, 't ex-kofschip, xtc-koffieshop
zelf bij na blijven denken 


Slide 14 - Diapositive