chapitre 2

Bonjour 2A
Lekker aan het werk  geweest met bron A in Chapitre 2?

Het is je (hopelijk) opgevallen dat het gaat om gezond zijn of ziek zijn en wat daarmee samenhangt.

Je gaat in deze les eerst even checken wat je al geleerd hebt door ex 1 t/m 7 te maken. Daarna ga je door met je goede werk! 
1 / 29
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 2

Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Bonjour 2A
Lekker aan het werk  geweest met bron A in Chapitre 2?

Het is je (hopelijk) opgevallen dat het gaat om gezond zijn of ziek zijn en wat daarmee samenhangt.

Je gaat in deze les eerst even checken wat je al geleerd hebt door ex 1 t/m 7 te maken. Daarna ga je door met je goede werk! 

Slide 1 - Diapositive

Wat ga je nog meer doen?
Je gaat werken aan bron B. 
De antwoorden op de vragen die je krijgt in de volgende slides kun je dan ook (meestal) terugvinden in je woordenlijst A et B.
Soms moet je eerst lezen en soms kom je een vraag tegen om even wat te herhalen.

SUCCES/ BONNE CHANCE!

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

je rijdt op de weg in Frankrijk en ziet dit bord staan.
Wat betekent dit?
A
je rijdt langs une hôpital
B
un hôpital
C
un hospital
D
une hospital

Slide 4 - Quiz

Een Franse arts zegt tegen je:

je donne des médicaments.

Wat geeft hij/zij je dan?
A
Een recept
B
Een medicijn
C
medicijnen

Slide 5 - Quiz

welke lichaamsdelen ken je in het Frans?
le corps
het lichaam

Slide 6 - Carte mentale

c'est bon pour la santé

Slide 7 - Diapositive

Wat kun je nog meer doen voor 'la santé'?
Ik sport =? in het Frans.

Slide 8 - Question ouverte

welk werkwoord hoort er bij dit plaatje?

Slide 9 - Diapositive

Geef hier antwoord op de vorige vraag.
Lopen = ?

Slide 10 - Question ouverte

vervoeg avoir
hebben

Slide 11 - Carte mentale

een voetbalwedstrijd = un .............de foot

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Wat zijn 'melktanden' in het Frans?

Slide 14 - Question ouverte

Vertaal: een muis

Slide 15 - Question ouverte

Slide 16 - Diapositive

Wat eten de Fransen tijdens het
4-uurtje, 'le goûter' ?

Slide 17 - Question ouverte

Wat drinken ze erbij?

Slide 18 - Question ouverte

j'aime le poisson/le steak/le poulet
j'aime le riz/la purée/la soupe
je n'aime pas le poisson

Slide 19 - Diapositive

Hoe zeg je in het Frans: ik houd van kip?

Slide 20 - Question ouverte

En hoe zeg je: ik houd van joghurt?

Slide 21 - Question ouverte

baguette betekent letterlijk stokje
Typisch Frans symbool net als wijn, kaas. Stokjes waarmee Aziaten eten, noem je in het Frans ook 'des baguettes'.
Sommigen zeggen dat de baguette is ontstaan ten tijde van Napoleon anderen zeggen dat die uit Wenen komt.
Let op: baguette schrijf je met een -g- geschreven en niet met een -q-.

Slide 22 - Diapositive

Hoe schrijf je stokbrood in het Frans?

Slide 23 - Question ouverte

Slide 24 - Diapositive

Waar lijkt een 'macaron' op volgens de tekst die je net gelezen hebt>

Slide 25 - Question ouverte

Tu as de la fièvre? oui .....................

Slide 26 - Diapositive

Hoe zeg je in het Frans:
ik heb koorts?

Slide 27 - Question ouverte

Ga nu verder in Grandes Lignes
Maak alle opdrachten ( 8 t/m 12) bij bron B:
eerst digitaal, daarna correct overnemen in je werkboek.

Begin met leren van het vocabulaire van bron A en B.

W.n.a.i.i.hw!

Slide 28 - Diapositive

Slide 29 - Diapositive