M2 hoofdstuk 6 : À TABLE

• Frans
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

À table

à table

Verschil eetgewoontes Nederland en Frankrijk : 

le petit- déjeuner = ontbijt

le déjeuner= lunch

le souper / casse croûte = tussendoortje rond een uur of 5

le dîner = avondeten

le petit-déjeuner 

le petit déjeuner : 

du café - koffie                                           de la confiture - jam

du thé- thee                                    des croissants- croissants

     du yaourt     - yoghurt                                        du miel - honing    

du nutella - nutella                                                  du lait - melk

het stokbrood

de melk

de lunch

het ontbijt

de thee

een ei

water

jam

le lait

le petit-déjeuner

le déjeuner

le thé

de la confiture

de l'eau

un oeuf

la baguette

filmpje : let op (schrijf mee)

1. hoe heet een ober in het Frans?

2. wat is 'kip'in het Frans?

3. wat is 'biefstuk'in het Frans?

4. wat is het Franse woord voor 'bestellen'?

5. hoe zeg je : het is lekker?

wat is de ober in het Frans? En kip? En biefstuk ?

wat is het Franse woord voor bestellen? en Het is lekker?

vous avez trouvé? 

1. Hoe heet een ober in het Frans? : un serveur

2. Wat is 'kip'in het Frans? : du poulet

3. Wat is 'biefstuk'in het Frans? : du steak

4. Wat is het Franse woord voor 'bestellen'? : commander

5. Hoe zeg je : het is lekker? : c'est bon!

Wat zeg je als:

je aan tafel moet gaan zitten

1. j'ai soif
2. je fais la cuisine
3. à table!
4. j'ai faim

Qu'est-ce que vous allez faire?

cette semaine : 

start hoofdstuk 6 : oefening 1 tm 7 op je chromebook

nous allons commencer par quelques phrases (bron A)

wat betekent :
j'ai faim

1. ik heb dorst
2. ik heb honger
3. ik heb het koud
4. ik ben beroemd

wat is : un repas chaud

1. een lunch
2. een boterham
3. een warme maaltijd
4. een ontbijt

le saumon

la viande

le poisson

le fromage

des escargots