2H Beeldspraak

1 / 11
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 11 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Beeldspraak

Slide 2 - Diapositive

Deze les
Leerdoel: aan het einde van deze les kun je uitleggen wat metaforen en personificaties zijn.
- terugblik
- introductie
- uitleg
- aan de slag

Slide 3 - Diapositive

Welk stijlfiguur herken je in de volgende zin:
De term van de Franse Revolutie was: vrijheid, gelijkheid en broederschap.
A
opsomming van drieën
B
drieslag
C
enumeratio
D
hyperbool

Slide 4 - Quiz

Slide 5 - Vidéo

Metaforen
Een metafoor is een vorm van beeldspraak, waarbij het beeld een object vervangt:

Stel dat je een kop vieze koffie aan het drinken bent, dan kun je zeggen:
Ik zit vieze koffie te drinken.


Als je er een metafoor van maakt, geef je koffie een naam die eigenlijk bij een ander soort viezigheid hoort.
Ik zit een bak rioolwater te drinken. 

de koffie is dan het object: het is er in werkelijkheid
het beeld is een bak rioolwater.

Slide 6 - Diapositive

Personificatie
personificatie is een andere vorm van beeldspraak, waarbij iets wat niet menselijk is, menselijke eigenschappen krijgt.

De bomen wiegen in de wind.
De zon lacht me vrolijk toe.

Slide 7 - Diapositive

Wat is het object in de volgende zin:
De tuin snakt naar regen.
A
de tuin
B
snakt
C
regen

Slide 8 - Quiz

Wat wordt er bedoeld met:
In de herfst van zijn leven schreef de filmacteur een autobiografie

Slide 9 - Question ouverte

Wat wordt er bedoeld met:
Mijn mobiel slaapt nooit.

Slide 10 - Question ouverte

Wat ga je doen?
Afmaken opdracht 1 t/m 7 van §5 over gedichten
 
Klaar?
Maak de d-toets fictie (bijlage studiewijzer deze week)
timer
10:00

Slide 11 - Diapositive