future op 4 manieren HSX

• Engels
• Middelbare school
• mavo, havo, vwo
• Leerjaar 1-6

Future

Lesdoelen

Je weet de 4 manieren om aan te geven dat iets in de toekomst (misschien) gaat gebeuren.

Je weet hoe ze eruit zien en wanneer je welke moet gebruiken. 

Future => 4 manieren

1) Present simple

2) 'to be' going to

3) Present continuous

4) will

Manier 1, present simple

Gebruik: bij afspraken, schema's en roosters.

The party starts at 9.00 PM tomorrow.

The train arrives in 20 minutes.

Make a correct future: Jackie __ (see) the dentist this evening.

Make a correct future: The store __ (close) at 6.00 PM

Manier 2, 'to be' going to 

Je bent iets van plan. Dit plan staat niet in een rooster of schema. Het is ook een plan of voornemen maar nog niet definitief. Er is ruimte voor verandering.

to be going to + hele ww

I am going to watch a film tonight.

He is going to give a party.

Make a correct future: We __ (buy) new clothes this afternoon.

Make a correct future: I __ (do) my homework this evening.

Nu manier 1 & 2 door elkaar

Present simple: Afspraken in een agenda, planning of 

                                 dienstregeling.

'to be going to+ hele ww': Dingen die je van plan bent. 

The bus __ (leave) at 10.00 AM

We __ (bake) a cake this afternoon.

I __ (cook) dinner tonight.

School __ (start) at 8.10 AM tomorrow. Don't be late!

Manier 3, de present continuous

Deze wordt gebruikt om te praten over afspraken voor gebeurtenissen die later dan nu zullen plaatsvinden. Er wordt gesuggereerd dat er meer dan een persoon op de hoogte is van de gebeurtenis, en dat er al  voorbereidingen zijn getroffen.

Je gebruikt 'to be' + WW + ing.

I am cooking dinner tonight.

I am travelling to London tomorrow.

We .......... with friends in London. (to stay)

.... she ............ him tomorrow? (to see)

We ................. a staff meeting this Monday. (to have)

Manier 4, will

Je gebruikt will + hele werkwoord als:

- iemand een voorspelling doet zonder dat er bewijs is.

- iemand iets van plan is / een beslissing neemt en dat op dat moment aangeeft.

-gebeurtenissen in de toekomst waar je geen invloed op hebt.

- voorspellingen (herkenbaar met: I think, I hope, I'm afraid)

A party? Good idea! I will buy the drinks.

Relax, the weather will be fine tomorrow.

Wait! I .............. him right now!

We ........... ready when they get here. (be)

En nu even alle 4.

Maak onderstaande zinnen in orde. 

1. He ..... (to discuss) it during the meeting tomorrow.

2. I ..... (to choose) to get out of bed at eight o'clock every morning next week.

3. As soon as I feel better, I ..... (to work) again.

4. You know what? I ..... (to send) him a postcard right now!

5. Perhaps it ..... (to rain, ontkennend) tomorrow, so we can take the bike instead of the car.

6. I ..... (to travel) to Spain as soon as I earned enough money.

Uitwerking

1. He is discussing / is going to discuss it during the meeting tomorrow.

2. I choose to get out of bed at eight o'clock every morning next week.

3. As soon as I feel better, I am going to work again.

4. You know what? I will send him a postcard right now!

5. Perhaps it won't rain tomorrow, so we can take the bike instead of the car.

6. I am travelling to Spain as soon as I earned enough money.

Resumerend

De lesdoelen waren: 

Je weet de 4 manieren om aan te geven dat iets in de toekomst (misschien) gaat gebeuren.

Je weet hoe ze eruit zien en wanneer je welke moet gebruiken.

Doelen bereikt?

* Het was veel informatie in 1x. Uiteraard gaan we hier nog mee oefenen.

EINDE

Future in short

1. They _____ (drive) to New York tomorrow morning.

2. I hope the weather ________ (be) nice.

3. I offered him this job. I think he _______ (take) it.

4. I promise I _______ (not tell) your secret to anyone.

5. I _______ (go) to the cinema tomorrow.

6. The train .... (leave) at 8:45. Don't be late!

www.englisch-hilfen.de

www.ego4u.com