ABR5 07.06.2024

• Anders
• MBO
• Studiejaar 1

Welkom

07.06.2024

Planning

• Terugblik 
• 8.2
• 8.3
• (8.4)
• Afsluiting

Terugblik

• Praktijkopdracht (werkblad) bespreken
• In tweetallen: huiswerk 8.1 bespreken 
• Vragen? Opmerkingen? 

8.2

• Bekijk de tekst
• Wat valt je op? 
• Bekijk de video 

Het wederkerend voornaamwoord

ik	me
jij	je
u	zich
hij/zij/het	zich
wij	ons
jullie	je
zij	zich

Ik verheug ...... op de zomervakantie.

1. zich
2. ons
3. je
4. me

Evelien koopt ... een nieuwe fiets.

1. je
2. zich
3. me
4. ons

Wij hebben ...... vergist!

1. je
2. me
3. ons
4. zich

U kunt .... hier aanmelden.

1. zich
2. me
3. ons
4. je

Je bemoeit .... teveel.

1. ons
2. zich
3. me
4. je

Jullie moeten ..... eerst even voorstellen.

1. je
2. ons
3. me
4. zich

8.2

• Klassikaal opdr. 14
• Maak zelfstandig opdr. 15 + 16
• Bespreken

8.2

• Praat samen: opdr. 17 + 18

8.2

• Maak groepjes van 3
• Pak een dobbelsteen en een stapel kaartjes 
• Oefen het vervoegen

8.2

• Loop door de klas.
• Stel elkaar vragen.
• Gebruik de goede vervoeging. 

8.3

• Bekijk de vragen van opdr. 19
• Ga jij wel eens naar het gemeentehuis?
• Waarvoor ga je naar het gemeentehuis? 

8.3

• Luister naar de tekst (8.3a/b/c) 

8.3

• Nieuwe woorden:
• de batterij
• Voorbeeld: De batterij van mijn telefoon is leeg. Ik moet hem opladen. 
• stom
• Voorbeeld: Ik ben het cadeau vergeten. Zo stom van me!
• de brug
• Voorbeeld: Je kunt via een brug over het water lopen. 
• de richting
• Voorbeeld: Hengelo ligt in de richting van Enschede.
• het plein
• Voorbeeld: Vaak is een plein het centrum van een stad.

8.3

• de boom, de bomen
• Voorbeeld: In het bos staan veel grote bomen. 
• de bank
• Voorbeeld: Bij de bank kun je geld ophalen. 
• om de hoek
• Voorbeeld: Om de hoek van de school zit een Turkse supermarkt. 
• trots (op)
• Voorbeeld: Ik heb mijn opleiding gehaald. Ik ben trots!
• de grond
• Voorbeeld: In de herfst liggen er veel blaadjes op de grond. 

8.3

• gemerkt (merken)
• Voorbeeld: Iemand heeft mijn tas gestolen en ik heb niks gemerkt!
• de grap
• Voorbeeld: Kim maakt een leuke grap. ik moet hard lachen. 
• de kopie
• Voorbeeld: Ik maak voor de zekerheid een kopie van dit document. 
• de pasfoto
• Voorbeeld: Voor een ID-kaart of paspoort heb je een pasfoto nodig. 

8.3

• Luister nog een keer naar de tekst
• Maak opdr. 20 
• Bespreken
• Lees de tekst

8.3

• Maak zelfstandig opdr. 22, 23, 24, 25 en 26
• Bespreken 

8.3

• Bekijk werkblad 8.3a
• Luister naar het fragment (opdr. 30)
• Teken de weg/schrijf op waar je naartoe gaat.
• Bespreken. 

8.3

• Praat samen (werkblad 8.3b)
• Vraag/vertel elkaar de weg 
• Maak samen opdr. 32

8.4

• Herhaling (5.14)
• Praten over de toekomst.
• Hoe doe je dat?
• Gaan + tweede werkwoord (heel werkwoord)
• Tegenwoordige tijd + woord over tijd (morgen, volgend jaar, straks, later)
• Video 

8.4

• Klassikaal: opdr. 35
• Maak zelfstandig opdr. 36 en 37
• Bespreken  

Afsluiting

• Vragen?