2AG:zinsontleding Blok 2 bijvoeglijke bepaling en bijstelling uitleg+quizvragen

Lesdoelen
Aan het eind van deze les..
  • ... kun je de bijvoeglijke bepaling benoemen.
  • ... kun je het verschil tussen de bijwoordelijke bepaling 
          en de bijvoeglijke bepaling uitleggen.
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Lesdoelen
Aan het eind van deze les..
  • ... kun je de bijvoeglijke bepaling benoemen.
  • ... kun je het verschil tussen de bijwoordelijke bepaling 
          en de bijvoeglijke bepaling uitleggen.

Slide 1 - Diapositive

Zinsdelen en zinsdeelstukken
- Werkwoordelijk gezegde(of naamwoordelijk gezegde)
- Onderwerp
- Lijdend voorwerp
- Meewerkend voorwerp
- Bijwoordelijke bepaling
----------------------------------
- Bijvoeglijke bepaling
- (Bijstelling)
Zinsdelen
Zinsdeelstukken

Slide 2 - Diapositive

Bijvoeglijke bepaling (bvb)
  • De bijvoeglijke bepaling is een deel van een ander zinsdeel.
  • De bvb noemt een bijzonderheid, kenmerk of een eigenschap van het znw in een zinsdeel.
  • De bvb staat voor of achter het znw. 


      vb:  De kat van de buren l loopt l in onze tuin.
         

Slide 3 - Diapositive

Bijvoeglijke bepaling
  • Een bijvoeglijke bepaling is geen apart zinsdeel maar een deel van een zinsdeel. 
  • Het zegt altijd iets over een zelfstandig naamwoord.
  • Het staat vóór of achter het zn. waar het informatie over   geeft.


- De zelfverzekerde bokser | geeft | zijn jongere      tegenstander | een dreun van jewelste.

Slide 4 - Diapositive

bijvoeglijke bepaling

Zegt iets over het zelfstandig naamwoord in het zinsdeel


Het schattige meisje van de overkant gaat naar ballet.

bvb= schattige bij meisje

bvb=van de overkant bij meisje

Slide 5 - Diapositive

Een bijvoeglijke bepaling kun je vinden binnen elk zinsdeel, behalve in het wwg.

Lw en vz geven GEEN kenmerk van een znw

Tw, bnw en bez.vnw geven WEL een kenmerk van een znw
vb: De twee katten uit Almere staan al 5 dagen te miauwen. bvb- twee bij katten, bvb- uit A bij katten
bvb- 5 bij dagen

Slide 6 - Diapositive


Stukken van zinsdelen in de schijnwerpers
Jullie weten inmiddels wat de belangrijkste zinsdelen zijn en kennen ook de (meeste) woordsoorten. In de grammatica hebben we ook nog de zinsdeelstukken. Zinsdeelstukken zijn geen zinsdelen, maar - de naam zegt het al - stukken van zinsdelen. We leren er een: de bijvoeglijke bepaling.

Een zinsdeelstuk zegt iets over de kernwoorden in een zinsdeel. Als een zinsdeelstuk iets zegt over een zelfstandig naamwoord of persoonlijk voornaamwoord, noemen we het een bijvoeglijke bepaling

In alle andere gevallen noemen we het zinsdeelstuk een ondergeschikte bijwoordelijke bepaling.

Slide 7 - Diapositive

Bijstelling
- een bijzonder soort bijvoeglijke bepaling (bvb)

voorbeeld:

Jason, het veelbelovende talent, scoorde deze week het meest. 

Slide 8 - Diapositive

 BVB vs. Bijstelling
Een bijstelling staat direct achter een zelfstandig naamwoord en geeft een verklarende toevoeging over het zelfstandig naamwoord.

Het verschil met een bijvoeglijke bepaling is dat:

- een bijstelling direct achter het zelfstandig naamwoord staat,
- een bijstelling nooit een werkwoordsvorm bevat,
- en daarbij staat een bijstelling vrijwel altijd tussen komma's.

Slide 9 - Diapositive

Bijstelling of bijvoeglijke bepaling?
Fimke, lerares op het Dalton, is dol op lezen.
A
'lerares op het Dalton' is een bijvoeglijke bepaling
B
'lerares op het Dalton' is een bijstelling.

Slide 10 - Quiz

Staat er een bijvoeglijke bepaling in de zin?

Gerard heeft net voor zijn zoon een nieuwe fiets gekocht. 

Slide 11 - Diapositive


Wat is de bijvoeglijke bepaling in het onderwerp van deze zin?

Mijn docent Nederlands beheerst het didactische deel van haar vak uitstekend.
A
Nederlands ==> docent
B
didactische ==> deel
C
van haar vak ==> deel
D
In het onderwerp staat geen bijvoeglijke bepaling.

Slide 12 - Quiz

Bijstelling of bijvoeglijke bepaling?
Mevrouw Van Vianen, lerares op het Bogerman, is dol op hardlopen.
A
'Lerares op het Bogerman' is een bijvoeglijke bepaling
B
'Lerares op het Bogerman' is een bijstelling.

Slide 13 - Quiz

Bijstelling of bijvoeglijke bepaling?
Dieuwertje, lerares op het Dalton, is dol op lezen.
A
'lerares op het Dalton' is een bijvoeglijke bepaling
B
'lerares op het Dalton' is een bijstelling.

Slide 14 - Quiz

Hoe noem je het zinsdeel 'ook wel'?
'Dit wordt ook wel de prullenbak genoemd.'
A
onderwerp
B
bijwoordelijke bepaling
C
bijvoeglijke bepaling
D
naamwoordelijk gezegde

Slide 15 - Quiz

Wat is het zinsdeel tussen haken?
'De docent geeft [woensdag] het boek aan de leerling.'
A
Lijdend voorwerp
B
Onderwerp
C
Bijvoeglijke bepaling
D
Bijwoordelijke bepaling

Slide 16 - Quiz

Is het vetgedrukte deel een bijvoeglijke bepaling of een bijwoordelijke bepaling?

Meneer van Zwanen geeft les over de spijsvertering.
A
BVB
B
BWB

Slide 17 - Quiz

Leg in je eigen woorden uit wat een bijvoeglijke bepaling is. Maak evt. gebruik van een voorbeeld.

Slide 18 - Question ouverte


Een voorbeeld uitgelegd
Jongeren in Nederland / kiezen / steeds vaker / voor een overwegend technische opleiding.

In deze zin staat een bijvoeglijke bepaling bij het woord 'Jongeren' in het onderwerp, namelijk 'in Nederland'. Er staat ook een bijvoeglijke bepaling (bijv.bep) bij het woord 'opleiding' in het voorzetselvoorwerp, namelijk 'technische'.

Verdieping: In deze zin staat ook een ondergeschikte bijwoordelijke bepaling (obwb) in het voorzetselvoorwerp, namelijk 'overwegend' bij 'technische'. Geen toetsstof!

Slide 19 - Diapositive

Verschil bwb en bvb
Een bijwoordelijke bepaling is een apart zinsdeel (kun je los gebruiken).
Een bijvoeglijke bepaling zegt iets over een zelfstandig naamwoord en hangt dus samen met een aantal andere woorden tot een zinsdeel en is een zinsdeelstuk.
Bwb: In Duitsland hebben archeologen drie verkoolde kaiserbroodjes gevonden.
Bvb:  Archeologen hebben in een klein stadje in Duitsland drie verkoolde kaiserbroodjes gevonden.

Slide 20 - Diapositive