Gebouwen - naar 2F

In de inleiding staat een aantal vragen. In r. 51 en 60 staan ook vragen. Waarom zouden er zoveel vragen in de tekst staan denk je?
1 / 18
suivant
Slide 1: Question ouverte
Begrijpend lezenBasisschoolGroep 8

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs, diapositive de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

In de inleiding staat een aantal vragen. In r. 51 en 60 staan ook vragen. Waarom zouden er zoveel vragen in de tekst staan denk je?

Slide 1 - Question ouverte

Lezen
Onderstreep per alinea de kernzin. 

Slide 2 - Diapositive

Wetenschappers hebben een duidelijke theorie over wat er op Paaseiland gebeurd is.
A
waar
B
niet waar

Slide 3 - Quiz

Paaseiland is ongeveer net zo groot als Texel.
A
waar
B
niet waar

Slide 4 - Quiz

Waarschijnlijk gebruikte de bewoners bomen om de beelden te vervoeren.
A
waar
B
niet waar

Slide 5 - Quiz

Deze tekst komt van een website over reizen. Waarom heeft de schrijver deze tekst geschreven volgens jou?

Slide 6 - Question ouverte

In de tekst staan de woorden hagelwit en wereldberoemd. Waarom staat er niet gewoon wit en beroemd?

Slide 7 - Question ouverte

Zie jij nog moeilijke woorden in de tekst?

Slide 8 - Question ouverte

Je hebt bij het lezen van de tekst, kernzinnen aangestreept. Wat is de kernzin van de inleiding volgens jou?

Slide 9 - Question ouverte

Wat is de kernzin van alinea 2?

Slide 10 - Question ouverte

Wat is de kernzin van alinea 3?

Slide 11 - Question ouverte

Wat is de kernzin van alinea 4?

Slide 12 - Question ouverte

Wat is de kernzin van alinea 5?

Slide 13 - Question ouverte

0

Slide 14 - Vidéo

Wat is de betekenis van
lokale (r.4)
A
ruimte
B
plaatselijk
C
politiek
D
verklaring

Slide 15 - Quiz

Wat is de betekenis van
gros (r.15)
A
klaar
B
politiek
C
grootste aantal
D
wat betreft

Slide 16 - Quiz

Wat is de betekenis van het woord
voltooid
A
afbeelding
B
afgemaakt
C
wat betreft
D
start

Slide 17 - Quiz

Wat is de betekenis van het woord
qua
A
wat betreft
B
precies
C
ongeveer
D
klaar

Slide 18 - Quiz